Een liefhebber aan het woord

Rootsrock 53 singer-songwriters in de periode van 1980 – 2000 die rocken is het derde deel in de muziekreeks van Uitgeverij Kleine Uil dat geschreven is door Wiebren Rijkeboer. Eerder publiceerde hij al een boek over Amerikaanse bandjes uit de jaren zestig: De psychedelische sixties. Americana Outlaws verhaalt over singer-songwriters uit de seventies. En nu pakken we de draad ondanks alles dus op in de jaren tachtig, want zo denderend staat dit muziekgenre er op dat moment niet voor volgens Rijkeboer. In de inleiding schrijft hij:

Aan het eind van de jaren zeventig van de vorige eeuw verdwijnen de Amerikaanse singer-songwriters en de eens zo populaire countryrock nagenoeg van de radar. Niet in staat zich te vernieuwen en een verloren strijd strijdend met de jonge opkomende generatie – ingezet met de punk – delven de Amerikanen het onderspit tegen de dominantie Britse bandjes. Dat wordt uithuilen en opnieuw beginnen, want nog jaren blijkt te zullen duren.

Daarnaast werkt Wiebren Rijkeboer in de inleiding nog kort uit waarom hij zich beperkt tot singer-songwriters en waarom sommige iconen uit de traditionele country & western niet besproken worden. De kern hiervan luidt: ‘Die keuze permiteer ik mij.’ Tevens stipt hij nog kort aan waarom sommige singer-songwriters van buiten de Amerikaanse grondgebied in dit boek zijn opgenomen. ‘Omdat zij zich met hun geweldige platen binnen het territorium van het genre hebben begeven.’

Genoeg over de inleiding, we duiken het boek in, want Rootsrock is een heel grote ontdekkingstocht. Uit ieder hoofdstuk blijkt namelijk de enorme kennis die Rijkeboer heeft van deze platen. Hij schetst de context waarin de plaat is geschreven, hij beschrijft de platenmaatschappijen die belangrijk waren voor de artiest en hij somt alle sessiemuzikanten die op een of andere manier een bijdrage hebben geleverd op. De auteur lijkt wat betreft zijn feitenkennis wel een wandelende encyclopedie. In dit boek zitten heel wat uren en uren uitzoekwerk.

Maar bovenal blijkt uit Rootsrock dat Rijkeboer een enorme liefhebber van muziek en dan bij uitstek van dit genre is. Het plezier spat namelijk van de pagina’s af. Zo schrijft hij over het album ‘Bring the family’ van John Hiatt bijvoorbeeld: “Zichzelf begeleidend op de piano is ‘Have A Little Faith in Me’ een absoluut klassieke ballad, waarin Hiatt zijn onzekerheid uitschreeuwt, is ‘Tip of My Tongue’ een warmte uitstralend meesterstukje waarin Hiatts sonore stem versmelt met Cooders gitaarspel, ‘Stood Up’ hartverscheurend intens à la Van Morrison op diens Moondance en afsluiter ‘Learning How To Love You’ een persoonlijke song waarin John Hiatt zijn verhouding met de liefde op eerlijke wijze verwoordt. Het zijn soms lange zinnen die Rijkeboer gebruikt om zijn punt te maken, maar hier is overduidelijk een liefhebber aan het woord.

En dat enthousiasme werkt behoorlijk aanstekelijk. Want het blijkt een heerlijk tijdverdrijf om het verhaaltje van Rijkeboer over een artiest en zijn of haar meesterwerk te lezen en deze plaat vervolgens op te zoeken op Spotify en te beluisteren. Ook de variatie tussen, voor mij dan, wat bekendere en onbekendere artiesten werkt verslavend, net als Rijkebroers beschrijvingen van wat je hoort op de plaat. Zo schrijft hij over de plaat The Winding Street van de vorige maand helaas overleden Mark Lanegan:

Over een sobere, trage, dreinende begeleiding van bas, drums, akoestische en dreigend elektrische gitaren zingt Lanegan zijn machtig prachtige, zij het lamentabele liedjes: ‘Mockingbrids’, ‘Undertow’ – met een zeurderige viool -, ‘Ugly Sunday’, ‘ Wild Flowers’ – Lanegan alleen met zijn akoestische gitaar – ‘Eyes of A Child en ‘I Love you Little Girl’.

Lezen en luisteren dus!

Cilla Geurtsen

Wiebren Rijkeboer – Rootsrock. Uitgeverij kleine Uil, Groningen 166 blz. € 18,50.