‘Poortwachter tussen leven en dood’

Een van de vogels waar het meest over is geschreven in de wereldliteratuur, is de raaf. Zijn reputatie is niet altijd zo positief. Dat komt omdat het een vogel is van extremen, van de paradox: hij is de boodschapper van de dood, maar ook van het leven. In Raaf; cultuurgeschiedenis in vogelvlucht bespreekt Kristof Smeyers drie gedaantes van deze intrigerende vogel: die van zwartkijker, poortwachter en eenzaat.

De ondertitel van het boek is wat misleidend. ‘In vogelvlucht’ is natuurlijk een fraaie woordspeling, maar het suggereert een helder overzicht van de cultuurgeschiedenis van de raaf door de eeuwen heen. Wie daarnaar op zoek is, zal het hier niet vinden. Smeyers’ vlucht is grillig en onvoorspelbaar. Hij duikt in verschillende mythes en legendes, maar niet in chronologische volgorde. Vanuit het nu maakt hij duikvluchten naar de oudheid. Het is niet eenvoudig om interessante informatie in het boek weer terug te vinden. Het boek is ingedeeld in drie afdelingen, die drie verschillende kanten van de raaf belichten. In de proloog staat de auteur oog in oog met een raaf in een veel te kleine kooi in het bezoekersgedeelte van het Zwin, een Belgisch natuurgebied aan de kust. Het lukt hem nauwelijks om het dier te zien in de vogel, zo zeer is hij geneigd om de raaf menselijke trekken toe te bedelen. Kennelijk spreekt de raaf al eeuwenlang tot de verbeelding.

Allereerst nodigt het zwart van de raaf uit om hem duistere eigenschappen toe te kennen. Hij is een aaseter en wordt daardoor geassocieerd met de dood. In oorlogen was hij een vaste gast op het slagveld. Talloze mythen en legenden passeren de revue, waarin de raaf een onbetrouwbare, roofzuchtige rol speelt. Toch is er ook een Noord-Amerikaanse legende, waarin de raaf juist een heldhaftige rol heeft: hij brengt het licht dat de goden de aarde hadden ontnomen, weer terug naar de mens en verbrandt daarbij zijn vleugels, omdat hij naar de zon vliegt om daar een vlam te bemachtigen. Ook zijn strottenhoofd is aangetast, waardoor hij alleen nog schor kan krassen. Zijn slechte imago heeft ervoor gezorgd dat er zoveel op hem gejaagd is, dat hij bijna uitgeroeid is. Pas de laatste jaren is er meer bereidheid om de vogel weer in ons landschap terug te krijgen.

Daarnaast is de raaf poortwachter tussen werelden. Zijn roep klinkt als een uit de onderwereld. Hij roept herinneringen op aan verloren tijden. In een Noordse mythe verkeert de god Odin in het gezelschap van twee raven, Huginn en Muninn, die staan voor de gedachte en de herinnering. De auteur trakteert de lezer op allerlei interessante weetjes over de vogel, en baseert zich daarbij niet alleen de wereldliteratuur, maar ook op wetenschappelijke werken van biologen en natuurwetenschappers door de eeuwen heen. Zo lees je en passant dat de raaf heel goed tegen extreem lage temperaturen kan en hoe de hersenstructuur van de vogel eruitziet. Achterin is een uitgebreide bibliografie opgenomen, voor wie verder onderzoek wil doen.

In de laatste afdeling komt het beeld van de eenzame raaf mooi naar voren. De vogel wordt vaak afgebeeld in dorre, onherbergzame landschappen. Het beeld van de raaf als intelligente, zwaarmoedige Einzelgänger hebben we te danken aan de romantische kunstenaars uit de negentiende eeuw, en dat beeld blijkt vrij dominant. Soms belichaamt de vogel ons onderbewustzijn, confronteert ons met angsten die we liever niet onder ogen zien. Veel kunstenaars zijn door de vogel geïnspireerd. Edgar Allan Poe schreef zijn huiveringwekkende gedicht ‘The Raven’, waarbij de vogel voortdurend ‘nevermore’ krast en een schaduw werpt over een wanhopige man. Kafka schreef in zijn dagboek over ‘der heimliche Rabe’ die steeds over zijn hoofd scheert. De fotograaf Masahisa Fukase groeide op in het Japan van na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki en legde, getekend door dit collectieve trauma, de eenzaamheid vast in indrukwekkende foto’s van raven.

Geen boek dus waarin je even snel wat gegevens over de raaf opzoekt, maar eerder een interessant leesavontuur, waarin je heen en weer geslingerd wordt tussen mooie verhalen en interessante feiten. Tussen de regels door voel je de liefde van de auteur voor deze bijzondere vogel:

Al tijdens die korte ontmoeting, wanneer de afstand tussen soorten, tussen vogel en mens, heel even lijkt weg te vallen, treedt ook een soort vervreemding op. Ik probeer me te herinneren waar ik heb gelezen dat geen andere vogel zoveel op ons lijkt en kan alleen maar denken wat voor onzin dat wel is. Het wezen tegenover me lijkt in niets op mij. Toch voel ik een verwantschap, alsof we iets delen dat niet in woorden hoeft worden gezegd, iets dat onderbewust mag blijven, gehuld in dikke lagen tijd en mythologie.

Dietske Geerlings

Kristof Smeyers – Raaf; cultuurgeschiedenis in vogelvlucht. Ertsberg, Aalter. 144 blz. € 23,50.