Aanzetjes, herinneringen en gelegenheidsstukken

Haydn op zijn doodsbed en Mozart op jonge leeftijd in zijn ziekbed, ze komen allebei voor in de verhalenbundel Meneer en mevrouw God. Margriet de Moor beschrijft deze beroemdheden op een bijzonder moment in hun bestaan. Dat van Haydn loopt net ten einde terwijl Wenen door Napoleon wordt aangevallen. De straten rondom het huis van Haydn worden liggen onder vuur, maar de straat van Haydn blijft ongemoeid zodat hij in stilte van de wereld kan vertrekken. De Moor maakt van deze anekdote een verhaal waarin herinneringen van de componist en beeldflarden het overnemen van zijn bewustzijn.

In het verhaal ‘Woferl’ kijk je vooral vanuit de blik van de vader naar de jonge Wolfgang Amadeus Mozart die in Nederland ziek wordt en op het randje van de dood zweeft. Er lijkt een soort goddelijke interventie te zijn waardoor hij blijft leven. Het verhaal is wat minder spannend. Kundig opgeschreven, met aardige details, maar het raakt je niet.

Dat is ook het geval met ‘De rode jurk’ waarin we Rembrandt tegenkomen die bezig is met het schilderij dat we later kenden onder de titel ‘Het joodse bruidje’. We zien de gebeurtenis nu door de ogen van een echtpaar dat geschilderd wordt, terwijl we hetzelfde tafereel eerder zagen in de roman De schilder en het meisje maar dan door de ogen van de meester.

Margriet de Moor kan prachtige verhalen vertellen, maar in deze bundel lijken de overgebleven stukken te zijn verzameld. Een verhaal over een zelfportret van de zeventiende-eeuwse schilderes Judith Leyster is, denk ik, de toespraak die ze hield bij de opening van de tentoonstelling over Leyster in het Frans Hals Museum. Er zijn wel meer aanzetjes, herinneringen en gelegenheidsstukken te vinden tussen deze zestien verhalen.

Een verantwoording ontbreekt helaas. Daarom blijven sommige verhalen wat duister omdat je de context niet kent. Zo wordt in het historische verhaal ‘Onder gruwelijk gevloek / Amulet’ een Christusbeeld vanuit Kalkar in veiligheid gebracht door een groep mannen. In een nonnenklooster vinden ze onderdak voor de nacht, waarna een begijn ’s nachts een gat in de doornenkroon boort en daar iets in stopt. Met een beetje googelen kom je erachter dat dit verhaal op de werkelijkheid is gebaseerd en dat het beeld onlangs gerestaureerd is, waarbij de vondst in de houten kop werd ontdekt. Helaas is die informatie interessanter dan het verhaal in de bundel.

Er zijn een paar verhalen die van een ander kaliber zijn. ‘Hij – en Nadine!’ bijvoorbeeld (dat doet denken aan de zusjesverhalen uit Ik droom dus) waar twee zussen zien hoe hun stiefzusje verliefd wordt op hun Duitse achterneef, terwijl zij buitenstaanders blijven. Dat verhaal is intrigerend omdat Margriet de Moor vanuit een listig wij-perspectief vertelt en genoeg aan de verbeelding van de lezer over laat. Het zijn dit soort verhalen die je doen terugverlangen naar de sterke bundels van voorheen.

Coen Peppelenbos

Margriet de Moor – Meneer en mevrouw God. De Bezige Bij, Amsterdam. 160 blz. € 23,99.

Deze recensie verscheen eerder in een iets kortere vorm in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 24 juni 2022.