Een erg luchtig kijkje in de maatschappij van de negentiende eeuw

In de trilogie De vrouwen van Beiersdorf van Lena Johannson laat de auteur zien hoe beperkt de vrouwen werden in de Hamburgse maatschappij van de 19e eeuw. Gertrude heeft zich op de huishoudschool voorbereid op een leven als echtgenote. Studeren is voor haar als vrouw en als dochter van een Joodse hofapotheker niet aan de orde. Ze is geïnteresseerd in het laboratorium van haar vader, hoewel ze een vrouw is, zoals ze zelf zegt. Gertrude trouwt met de eveneens Joodse Oscar Troplowitz, die een laboratorium overneemt van Paul Beiersdorf voor de ontwikkeling van pleisters. Beiersdorf is het bedrijf achter Hansaplast, Nivea en Labello. Om een maatschappelijke rol te kunnen vervullen, zet Gertrude een kunstsalon op. Het lijkt de enige manier om uit een isolement te blijven aangezien het Hamburg van de negentiende eeuw behoorlijk antisemitisch is. Als lezer had ik willen meevoelen hoe het is om zo te leven, maar de karakters blijven daar te vluchtig voor. Zo maakt ook het hoofdpersonage Gertrude geen ontwikkeling door in het verhaal, ze blijft het gepolijste karakter uit het begin van het boek. Dat vind ik jammer. Het vrouw-zijn in een vrouwonvriendelijke en starre tijd, maakte het boek voor mij de moeite waard om te beginnen met lezen. De kaft had me daar bijna van weerhouden; een Wes Anderson-achtige voorstelling die door de ondertitel Gertrudes besluit, doet denken aan een Bouquetreeks.

In het boek komen verschillende interessante thema’s voorbij. De positie van vrouwen wordt goed uitgelegd aan de hand van Toni, Gertrude en Irmgard; zowel voor arme als rijke vrouwen, was er weinig vrijheid. Vrouwen werden gezien als incompetent voor wat dan ook. Het verhaal geeft daar treffende voorbeelden van.

Zo verzucht Toni dat je als vrouw met een rijke man moet trouwen, anders ben je net zoveel waard als een bezem. Ze probeert zich uit haar armoedige omstandigheden te werken door te experimenteren met de ideale pleister. Het commentaar dat ze krijgt;-’respect voor u hoe u dat voor elkaar gekregen hebt. U bent tenslotte een vrouw en hebt geen verstand van chemie en farmacie’-, is veelzeggend voor de toon naar alle vrouwen in dit boek. Behalve dat de mannen aan de capaciteiten van vrouwen twijfelen, twijfelen zij ook nog eens aan zichzelf.

Een ander personage dat zich gevangen voelt in de maatschappij zoals die is, is Irmgard. Ze wil kunstenares zijn, een titel die voorbehouden is aan mannen. Voor vrouwen is kunst tijdverdrijf. Haar enige mogelijke geaccepteerde toekomstperspectief is trouwen en dat is wat ze dan maar doet. Ze ontmoet Gertrude die haar vraagt om iets te ontwerpen voor op de doosjes met pleisters. Eigenlijk wil ze met haar kunst de zelfgenoegzame mannen van de stad in het gezicht slaan. Ze vraagt zich af of dat kan met reclame. “Dan moet je mensen toch juist paaien?” In plaats van zich verder te verliezen in de drank, om haar slechte jeugd en moeilijke karakter te vergeten, doet ze moeite om inderdaad een kunstenaar te worden.  Er lijkt in het boek een contrast tussen het beperkte leven van de vrouwelijke personages en de geschiedenis van een multinational in wording, maar al snel wordt duidelijk dat het niets geworden was met het bedrijf zonder de vrouwen. Naast de positie van de vrouw, laat de auteur meer interessante thema’s voorbij komen. Er is bijvoorbeeld een epidemie. Erg herkenbaar voor ons, alleen is het nu cholera en er is nog geen medicijn. ‘Misschien dat je door je gedrag kunt beïnvloeden of je besmet wordt of niet,’ zegt Oscar Troplowitz. ‘Of misschien zou je iets kunnen slikken om je lichaam sterker te maken.’ Er is, net als in onze tijd, wantrouwen tegenover de overheid. Mensen houden zich niet aan de regels en bepaalde groepen mensen krijgen de schuld. Uiteindelijk gaat deze periode voorbij.

Gertrudes besluit gaat over klassenverschil, bedrog, politiek, bindingsangst, de opkomst van reclame en sociale voorzieningen. Dat is interessant, maar de uitwerking ervan is helaas oppervlakkig en de karakters blijven zo glad dat de volgende twee delen me niet direct aanlokkelijk lijken.

Lidewei Houtman

Lena Johannson – Gertrudes besluit (De vrouwen van Beiersdorf). Vertaald uit het Duits door Hilde Makkink. A.W. Bruna Uitgevers, Amsterdam. 392 blz. € 15,00.