Urgent, maar dan?

De Club van Rome had het in 1972 voorspeld met hun rapport ‘Grenzen aan de groei’. Toonaangevende wetenschappers kwamen bij elkaar en brachten ‘met akelige precisie het verloop van de twintigste en begin eenentwintigste eeuw op belangrijke gebieden in kaart (…).’ En die voorspelling, als we op dezelfde voet zouden doorleven, bestond uit: het opraken van de grondstoffen, de achteruitgang van de natuur, overstromingen en droogtes, met alle gevolgen van dien.

De naamloze hoofdpersoon in de roman Winterthur van Alexander Nieuwenhuis verblijft in Zwitserland om onderzoek te doen naar de Club van Rome, en ook om uit te zoeken waarom er toen niet naar de voorspellingen geluisterd werd. Hij wandelt door de bossen rondom Winterthur en ontmoet daar een oudere man, Antonin, die teruggetrokken in een zelfgebouwde hut zijn ecologische voetafdruk zo minimaal mogelijk houdt.

Het verhaal van deze Antonin, van wie de ‘ik’ steeds meer te weten komt, loopt synchroon met de ontmoetingen die de hoofdpersoon heeft met enkele mannen van de Club van Rome. Antonin, ooit een wereldreiziger, ziet ook in dat het misgaat, alleen heeft hij voor zichzelf besloten de daad bij het woord te voegen en niet mee te doen met de consumptiemaatschappij. De wetenschappers deelden en delen zijn opvatting, maar hielden het bij onderzoeken en rapporten.

Antonin raakte gebiologeerd door ontdekkingsreiziger Alexander von Humbolt en reisde in diens voetsporen door Zuid-Amerika, waar hij in contact kwam met de oorspronkelijke bevolking. Kunnen we iets leren van de natuurvolken die veel dichter bij de natuur leefden (en leven, voor wat er nog van over is – van de natuur en de natuurvolken). Terecht merkt een van de wetenschappers van de Club van Rome tegen de ‘ik’ op:

Acht miljard mensen op de planeet en de ecologische gevolgen die dat met zich meebrengt; er is geen volk, Inheems of niet, dat op die uitdaging is voorbereid. Het is een gigantische probleem maar tegelijkertijd ook een probleem dat zichzelf zal oplossen. De vraag is met hoeveel leed en dood die oplossing gepaard zal gaan, maar aan het einde van de eeuw bevinden we ons zonder enige twijfel in een veel rustiger gebied.

Bemoedigend of niet, uiteindelijk zal de aarde het wel overleven, de mens alleen niet, of een deel van de mensheid niet.

Is Winterthur daarmee wat dystopisch van inslag of wijst Alexander Nieuwenhuis ons op onze eigenwijsheid om waarschuwingen in de wind te slaan en pas als het eigenlijk te laat is tot actie over te gaan? De hoofdpersoon lijkt zich net als veel mensen ook niet echt druk te maken.

Wandelend door het dossende licht begreep ik dat ik toch niet voor het donker in Winterthur zou kunnen zijn en ging rustig in het mos naast het pad liggen. Eigenlijk, dacht ik, was het donker zo erg nog niet, en rust viel over me heen.

Met deze roman giet Alexander Nieuwenhuis de klimaatproblematiek in een mooie vorm: half roman, half een uitwerking van een onderzoek (achter in het boek staat een lijst met geraadpleegde boeken). Urgent, van groot belang, dat zeker, al mis ik juist die urgentie bij de hoofdpersoon zelf, waardoor het boek ook wat tam is. De hoofdpersoon beschrijft, luistert, leest, maar handelt niet. Mogelijk door een verklaring die een van de mannen van de Club van Rome geeft:

Het komt misschien (…) door de manier waarop we angst ervaren. Angst dient ervoor een onmiddellijke reactie te veroorzaken totdat het gevaar is verdwenen en kan dus nooit aanblijven. De aandacht van het wereldwijde gemoed verschuift dus iedere paar maanden van onderwerp.

Als de hoofdpersoon dan een keer door hevige emoties bevangen wordt – wanneer hij in een museum leest hoezeer olifanten zich bekommeren om hun doden – dan gaat hij snel naar een andere afdeling.

Duikt de ‘ik’? Net zoals wij eigenlijk allemaal wegduiken voor de feiten? Dan heb ik liever Antonin als voorbeeld, hoewel we ons uiteindelijk niet allemaal kunnen terugtrekken in de bossen rond Winterthur of ergens anders. Maar toch, iets meer handelen in de lijn van wat we weten, zou niet slecht zijn. Een belangrijk verhaal dus, dat hopelijk aanzet tot een verandering in ons denken én doen.

Arjen van Meijgaard

Alexander Nieuwenhuis – Winterthur. Van Oorschot, Amsterdam. 176 blz. € 20,-.