In de greep van water

Een woeste waterval met een sluistrap in een zijrivier van de Donau, waterbouwkundige werken in Afrika en in het Amazonegebied, een zijrivier van de Mekong die elk jaar twee keer van stroomrichting wisselt, kustgebieden die opgeslokt zijn door de zee: water is het allesbepalende element in De sluismeester, de even fascinerende als huiveringwekkende nieuwe roman van de Oostenrijkse auteur Christoph Ransmayr (1954).

Je zou ook de roman zelf kunnen beschouwen als een rivierstelsel, waarin stromen en stroomversnellingen vele thema’s aanvoeren: een al dan niet opzettelijk aangerichte ramp, dood, schuld, vergiffenis en (incestueuze) liefde om de belangrijkste te noemen. Allemaal gesitueerd in een (nabije?) toekomst, waarin de wereld versplinterd is tot dwergstaatjes die xenofobie tot wet hebben verheven. Fossiele brandstoffen zijn uitgeput, zodat elke waterstroom moet worden benut als energiebron. Zeeën hebben al menig kustgebied verzwolgen en tasten zoetwatervoorraden aan. De enigen die nog grenzen mogen passeren zijn waterbouwkundigen.

De verteller en ik-figuur is zo’n waterbouwkundige, die overal in de wereld rivieren tot energiebron omtovert. Hij is de zoon van de sluismeester die de sluistrap bediende in de Witte Rivier. Zijn moeder, afkomstig van een eiland in de Adriatische zee, is in zijn jeugd gedeporteerd als ongewenste vreemdeling. Al zijn liefde is sindsdien gericht op zijn zuster Mira.

De sluismeester opent met een waterval: de praamvaart tijdens het feest van de Heilige Nepomuk, de priester die verzwaard met een slijpsteen in 1393 in de Moldau werd gekieperd, loopt rampzalig af als sluisdeurkettingen breken en de praam in de diepte te pletter slaat. Een fout van de sluismeester? Later stuurt hij zijn eigen praam de afgrond van de waterval in. Zijn lijk wordt nooit teruggevonden.

Waar hij ook is en wat hij ook doet, de verteller zet al zijn ervaringen af tegen de dramatische gebeurtenissen uit zijn jeugd en zou de tijd graag zien omkeren. Is dat wat gebeurt als de Zoete Rivier, door de in de regentijd gezwollen Mekong verhinderd zich in haar te legen, haar stroomrichting omkeert en terugvloeit naar de Cambodjaanse killing fields? Ziet hij in de Mekong en haar tijdelijke afwijzing van de Zoete Rivier een magisch beeld van Mira?

Het raadsel van de ramp met de sluistrap houdt deze roman tot de laatste pagina spannend. Maar intussen voert Ransmayr de lezer langs even natuurlijke als magische fenomenen en door een toekomstige tijd die angstig veel lijkt op een uitvergroting van de onze.

Hans van der Heijde

Christoph Ransmayr – De sluismeester. Vertaald door Liesbeth van Nes. Prometheus, Amsterdam. 224 blz. € 22,50.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 28 januari 2022.