De onttovering van Ger Beukenkamp

De intro begint met een wens van de uitgever. Wat hij wil en vooral wat hij niet wil; zeker geen boek over toneel, omdat dat gewoon niet verkoopt. Zo zijn ze, de uitgevers. Hij zegt ook dat een levensverhaal ‘altijd boeiend’ is. Nou ja, dat staat nog te bezien. Maar hier gaat het om Ger Beukenkamp, de scenarioschrijver die zo’n buitengewone, want volkomen passieve rol speelt in de fascinerende faxenboeken van Nicolien Mizee. In Dora’s dankbaarheid werpt Ger alle zwijgzaamheid van zich af. Het resultaat is best aardig, maar roept ook veel vragen op.

Je hebt het niet vaak dat je getroffen wordt door een nog ongekende vorm van een literair boek. De Faxen aan Ger van Nicolien Mizee, ofwel haar poging tot communicatie met een aanbeden docent scenarioschrijven, die nooit antwoordt, sprongen er meteen uit. Wat wilde ze ermee, waarom reageerde hij niet, hoe verhouden de twee zich tot elkaar en dat allemaal in een aanstekelijke mix van fictie en non-fictie. Juist het samenbrengen van zijn raadselachtige zwijgen en haar ongeremde bewondering voor de man (‘Allesverpletterende, kers op ’s levens grauwe pudding, bloem in de woestijn, vogel in mijn huis’), in wiens nek zij wil bijten en wiens buik zij wil aanraken, vormden een ijzersterke premisse.

Natuurlijk kenden ze elkaar en kwamen ze later, zij het niet al te vaak, bij elkaar over de vloer, maar het eenrichtingsverkeer in het schrijven bleef bestaan. Juist zijn sfinxachtige afzijdigheid moest in stand blijven om de eigenzinnige formule ten volle te laten uitkomen.

En nu antwoordt Ger dan dus toch. Hoewel, van antwoorden is niet meteen sprake, al is dat wel de ondertitel van zijn memoires. Hoewel, memoires wil hij het niet noemen:

Al eerder liet ik je weten dat ik het schrijven van memoires overbodig en koket vind. Het woord egodocument krijg ik ook niet over m’n lippen. Autofictie klinkt al beter, laten we het daar maar op houden.

Om vele bladzijden later te schrijven over ‘memoires als deze’. Hoe dan ook, Dora’s dankbaarheid moet je zoeken in die richting. Allemaal op verzoek van de in dit toneelstukje meespelende uitgever Menno Hartman en door Nicolien Mizee voorzien van uitdagende hoofdstuktitels om de vermeend tegensputterende Ger op zijn praatstoel te krijgen. We moeten geloven dat de uitlatingen van Ger Beukenkamp bij wijze van spreken met hangen en wurgen uit de arme man zijn getrokken.

Achterin mag Ger, wellicht als beloning, toch nog heel wat bladzijden vertellen over zijn loopbaan in de toneel-, film-, en tv-wereld. Eerst passeren zwak chronologisch en met talrijke associaties, uiteenlopende aspecten van zijn leven. Hoe hij als zoon uit een arbeidersmilieu in Amsterdam-Noord opgroeide met de gezinsovertuiging dat iedereen die iets wilde bereiken in het leven een ‘kapsoneslijer’ was, hoe hij zijn diensttijd doorbracht, allerlei kleine baantjes had en wat het betekende om in die tijd homo te zijn. Pas later, toen hij ging werken in een proefdierlaboratorium, en met zijn baas een aantal maanden naar New York kon, ervoer hij voor het eerst pas echt de vrijheid om zijn eigen keuzes te maken.

Een levensverhaal is altijd boeiend, sprak de uitgever al, en ja, Ger’s verhaal is niet doorsnee en vaak ook aansprekend, bovendien doorspekt met persoonlijke levenswijsheden en niet door zelfcensuur ingeperkte standpunten:

Ik ben niet gek op BN’ers die verslavingen, relatieproblemen en hun verkeerde lichaam uitventen. Vraag het de man of de vrouw in de straat en tachtig procent zal bekennen in een verkeerd of in elk geval ongewenst lichaam te zitten.

Beukenkamp gaat ook uitgebreid in op zijn vroegere seksuele avonturen, zijn grote liefde voor Hans, met wie hij nu al weer vele jaren getrouwd is, de vaak onnavolgbare motivaties van zijn moeder Dora, naar wie het boek dus is genoemd en zijn ervaringen als docent. Daarnaast ventileert hij zijn gedachten over onze turbulente tijd:

[…) pandemieën en natuurgeweld generen vitaliteit, creativiteit en duurzame oplossingen, daar doen we ons voordeel mee. Rampen zijn vervelend, maar tegelijkertijd nodig om wetenschap en techniek een schop vooruit te geven. Er waren weliswaar geen hetere vuren dan die waar wij nu voor staan, maar het komt uiteindelijk wel weer goed.

Hij maakt zich heel wat ongeruster over de risico’s van een derde wereldoorlog. Daarmee vergeleken zal de coronacrisis dan een kleinigheid zijn geweest.

Hoewel Beukenkamp veelal als een nuchtere, exact denkende man overkomt, die gelooft in wetenschap en techniek, bespeurt hij bij zichzelf ook sentimentaliteit. Weliswaar niet zo erg als bij zijn vader Klaas, die ten langen leste om vrijwel alles snotterde, maar zijn ‘emotionele pantser’ vertoont wel degelijk ook sporen van erosie, realiseert hij zich. Als rationeel mens wil hij dan echter vooral weten waardóór dat toch komt.

Vormen al deze verhalen bij elkaar nu de Ger Beukenkamp, de ‘allesverpletterende’ held van Nicolien Mizee? En had ik dit willen weten? Eerlijk gezegd vind ik het opheffen van de zwijgzaamheid en daaruit voortvloeiend het ontraadselen van het mysterie Ger, hoe boeiend dit levensverhaal ook is, vooral een verlies voor de faxenboeken van Nicolien Mizee. De geheime code is gekraakt.

André Keikes

Ger Beukenkamp – Dora’s dankbaarheid. Van Oorschot, Amsterdam. 320 blz. €23,50.