Olijke spookjes in de victoriaanse villa

De sober vormgegeven cover van Het spookt in dit huis integreert een knappe contrastwerking: enerzijds domineren zwart- en grijstinten de gehele omslag, wat correleert met de afbeelding van een statig Victoriaans pand; anderzijds vormt een grappig detail meteen een blikvanger van formaat: vanuit de torenkamer kijkt een spookje de lezer frontaal aan.

De gastvrouw, overigens van kop tot teen groengekleurd, heet de lezers hartelijk welkom in haar fraaie stulpje. Meteen doet ze een beroep op haar argeloze bezoekers: ze heeft namelijk vernomen heeft dat het ‘spookt’ in haar woning. Terwijl de lezer zich een weg bladert door dit buitenformaat prentenboek, wordt de functie van de transparante pagina’s tussen de dubbele bladzijden al snel duidelijk. Na het omslaan van zo’n doorschijnende pagina contrasteren de witte spookfiguurtjes met de donkere foto’s van de verschillende kamers in het huis. Terwijl de protagoniste vertwijfeld moet vaststellen dat ze nog nooit een spook kon aanschouwen, ontwaart de oplettende lezer de schattig vormgegeven wezentjes onder de tafel. Ze beleven er oprecht plezier aan een spelletje ‘verstoppertje’ en vragen de lezer expliciet om het stilzwijgen te bewaren. Vervolgens ontwikkelt zich een herkenbaar stramien: terwijl de gastvrouw haar villa doorzoekt, duiken in alle kamers olijke spookjes op: ze drinken op deftige wijze thee in de woonkamer, studeren vlijtig in de bibliotheek en fitnessen zowaar op zolder. Opvallend is daarbij hun trefzeker uitgewerkte mimiek: zelfs met weinig middelen weet Oliver Jeffers veel te bewerkstelligen. De veelbekroonde Britse illustrator blijft dan ook experimenteren en grenzen verleggen, en dat is in Het spookt in dit huis niet anders: een bont amalgaam van illustraties en veelal oude foto’s verleent het boek onmiskenbaar een vintagelook.

De cyclisch uitgewerkte rondgang door het huis, vergezeld van de weerkerende vraag waar de spoken zich toch kunnen bevinden, werkt na verloop van tijd wat repetitief, ondanks de vele grappen en grollen van de ontwapenende spookjes. Een nieuwe handigheid om de aandacht blijvend vast te houden, was welkom geweest. Aan het einde van het verhaal merkt de protagoniste ontsteld op dat ze misschien wel nooit spoken in levende lijve zal zien. De foto’s tonen een geheel ander verhaal en zo bouwt Jeffers trefzeker spanning op: zal de grote droom van onze gastvrouw dan toch in vervulling gaan? Hoewel de illustrator voor een open einde lijkt te kiezen, vertellen de schutbladen zo hun eigen verhaal.

Behalve de gastvrouw duikt nog een andere vertelinstantie op: een goed geïnformeerde auctoriële verteller lijkt het huis op waarde te schatten en geeft sporadisch een woordje uitleg bij enkele kamers en hun specifieke bezienswaardigheden. Dat is een interessante aanvulling op een geheel ander verhaalniveau, maar het ontbreekt aan een systematische uitwerking, waardoor de precieze meerwaarde ervan me ontgaat.

Het spookt in dit huis overtuigt als een vernieuwend totaalconcept, waarbij Jeffers letterlijk de grenzen van ‘ver-beeld-ing’ aftast en verlegt. Dat wordt internationaal sterk gewaardeerd: zijn werk wordt in meer dan dertig talen vertaald en verschillende boeken – waaronder de reeks over de ‘Krijtjes’ – haalden de ‘New York Times Best Seller List.’ Het metier van auteur is echter minder aan hem besteed: de spaarzaam uitgewerkte tekst wordt per dubbele bladzijde tot een minimum herleid. Waar Jeffers als illustrator met beperkte middelen een geheel eigen universum weet te creëren, pakt dat tekstueel minder goed uit. Zeker de wat obscure sfeer van het victoriaanse landhuis – in schril contrast met de vrolijke spookjes – komt minder tot z’n recht. Het spookt in dit huis is dan ook voornamelijk geslaagd als sterk uitgewerkt kijkboek waarin de lezer zich een tijdlang zal laten verrassen door de ingenieuze opbouw.

Jürgen Peeters

Oliver Jeffers – Het spookt in dit huis. Vertaald door Mirjam Hoekstra. De Fontein, Utrecht. 44 blz. € 18.99.