Domweg gelukkig door nieuwe jeugdpoëzie

Onlangs besprak ik het gedicht ‘Brief voor mijn ouders’ van Ellen Deckwitz in een eerste klas van het voortgezet onderwijs, waarin de dichter vanuit het perspectief van een kind vertelt te gaan scheiden van de ouders, met rake regels als ‘Ik ga wonen in de McDonald’s’ en ‘PS: Mijn zusje mogen jullie houden’. Het gedicht maakte veel los bij de leerlingen, die elk weer andere favoriete regels kozen en de boodschap zowel tragisch als komisch vonden. Ik werd door dit gesprek bevestigd in mijn overtuiging dat kinderen/leerlingen heel wat kunnen met het lezen en analyseren van poëzie, mits je niet te veel narratologische of technische vragen stelt (‘Welk stijlfiguur zie je in regel 8?’) en vooral een goed gedicht kiest dat aansluit bij de turbulente belevingswereld van de opgroeiende jongeren.

Helaas ontbreekt het gedicht van Deckwitz in de fantastische bloemlezing van jeugdpoëzie die Jaap Robben samenstelde met gedichten van 1990 tot nu, maar dat is dan ook een van de weinig kritiekpunten die ik kan bedenken na het grasduinen door dit monumentale boek. Alleen al het concept verdient lof: een verzameling kindergedichten waarin eens niet Annie M.G. Schmidt of Willem Wilmink (hoe geweldige schrijvers ook) centraal staat, maar diverse dichters uit het hier en nu. Over die dichters gesproken, we vinden uiteraard usual suspects als Hans & Monique Hagen, Sjoerd Kuyper, Ted van Lieshout, Kees Spiering, Edward van de Vendel en Bette Westera, die elk met meerdere gedichten vertegenwoordigd zijn. Daarnaast bevat de bloemlezing echter ook heel wat auteurs die niet specifiek voor kinderen schrijven, maar weleens een gedicht hebben gepubliceerd over de belevingswereld van het kind, en op die manier vinden we ook dichters terug als Akwasi, Wim Brands, Andy Fierens, Rodaan Al Galidi, Ingmar Heytze, Tjitske Jansen, Rudy Kousbroek, K. Michel, Tonnus Oosterhoff, Ester Naomi Perquin, K. Schippers, Mustafa Stitou en Maud Vanhauwaert, waarmee de bundel bijna leest als een dwarsdoorsnede uit de poëzie voor volwassenen sinds 1990.

De manier waarop bloemlezer Robben (die zelf ook met enkele gedichten vertegenwoordigd is) de verzen over de bundel heeft verdeeld is ook zeer goed gekozen. Allereerst zijn er vier afdelingen, die gelukkig niet per leeftijd geclassificeerd zijn, maar wel qua ‘moeilijkheid’ of toegankelijkheid, waarbij Robben de jeugdige lezer in zijn enthousiasmerende voorwoord aanmoedigt om steeds een stapje verder te gaan en te zien hoeveel je uit een gedicht kunt halen, met de belofte dat veel lezen je zal helpen om de gedichten op de laatste pagina’s ten volle te waarderen. De afdelingen zelf hebben aanlokkelijke titels gekregen als ‘De woorden vinden jou’ en ‘Lees nu eens enkel het wit’: prikkelende citaten die je als oplettende lezer weer aantreft in een de gedichten in dat gedeelte.

Nog knapper is echter de volgorde waarin de 333 gedichten gerangschikt zijn. Robben heeft gekozen voor een zekere thematische indeling, zonder dat al te duidelijk te laten blijken. De gedichten die elkaar opvolgen gaan bijvoorbeeld over dieren of de natuur, waarna een vers over een boswandeling met een grootouder de overgang vormt naar gedichten over familie. Zodoende vormt het een organisch geheel en worden verzen van heel verschillende dichters met elkaar in verband gebracht. Dit wordt nog versterkt door de prachtige illustraties van de Vlaming Sebastiaan Van Doninck, die zijn aquarelachtige creaties breeduit over de pagina’s laat lopen en vaak specifieke beelden uit de gedichten als uitgangspunt neemt, die ook weer met elkaar gecombineerd worden. Zo zien we bijvoorbeeld op de linker pagina een kat jagen op muizen die op de rechter pagina wegvluchten onder een lege stoel; beide zijn beelden die in de gedichten staan voor de dood, en op deze speelse en mooie manier verenigd worden.

Wat al bladerend door het boek opvalt is dat de vorm van de gedichten verandert naarmate je verder richting het einde belandt. Aan het begin worden kortere, vormvaste en gedichten vol eindrijm niet geschuwd, maar in de laatste twee gedeeltes zijn de teksten langer, losser van opzet en zit het rijm vooral in de regels zelf. Op die manier kun je met deze bundel ook echt de ontwikkeling van poëzie ophangen aan formele kenmerken, naast de thematiek die in elke afdeling een stapje serieuzer en abstracter wordt, of moeilijker snel te doorgronden.

Iets anders wat mij opviel is dat de boodschap van sommige gedichten, mede door het feit dat veel teksten relatief recent zijn, naadloos aansluit bij actuele thema’s in de maatschappij. Van klimaatverandering (Rodaan Al Galidi’s ‘Zorro zingt voor de regen’) of geaardheid (Bas Rompa, Edward van de Vendel) tot cultureel erfgoed (Gershwin Bonevacia’s ‘Dief’). Zo’n complex onderwerp wordt door die laatste dichter voor kinderen toegankelijk gemaakt, met trefzekere regels als ‘Laten we al dat wat / gestolen is voor eens / en altijd teruggeven, / zodat we de oorlogen / die daaruit voortkwamen / niet in staat zijn te herinneren.’ Een tekst als deze kan de basis vormen voor een gesprek over dit thema, waarbij de illustratie van een louche man die met een oriëntaals artefact over straat loopt het een zekere lichtheid geeft. De diversiteit is sowieso terug te zien in veel van de illustraties, omdat de getekende figuren verschillende huidskleuren hebben zonder dat hier in de gedichten expliciet sprake van is, of dat een willekeurig liefdesgedicht ook eens twee gelijke (en zelfs onbestemde) geslachten verenigt in de tekeningen, zonder dat hier elke keer voor is gekozen en het programmatisch overkomt (waarschijnlijk valt het veel kinderen niet eens op).

Het moge duidelijk zijn dat Heel de wereld wordt wakker een fantastisch boek is, hetzij om kennis te maken met de rijke en diverse jeugdpoëzie die Nederlands rijk is, dan wel als must voor (jeugd)poëzieliefhebbers om de beste gedichten in één boek te hebben, bovendien op een creatieve manier gerangschikt en van bijzonder mooie illustraties voorzien. Eigenlijk zou elke ouder en/of docent in het basisonderwijs dit majestueuze boek cadeau moeten krijgen met de feestdagen, zodat alle schitterende gedichten komend jaar rijkelijk kunnen vloeien in de slaapkamers en klaslokalen. En wie zoals ondergetekende een specifiek gedicht mist bij deze 333 kunstwerken: print je persoonlijke favorieten en voeg deze vooral toe aan het slot, want van mooie gedichten krijg je nooit genoeg.

Willem Goedhart

Jaap Robben (samensteller) en Sebastiaan Van Doninck (illustrator) – Heel de wereld wordt wakker. Gottmer, Haarlem. 368 blz. € 34,99.