Een confronterend vraagstuk

Schrijfster Amy Bloom neemt de lezer mee in de laatste levensfase van haar man Brian die aan Alzheimer lijdt. Hij wil niet wachten tot deze ziekte hem fataal wordt, liever sterft hij bij zijn volle bewustzijn. Het probleem is dat in Amerika in veel staten euthanasie onmogelijk is en in sommige staten alleen toegestaan wanneer je binnen 6 weken toch al zou komen te overlijden. Dat is te laat voor Brian. Alternatieve oplossingen zoals verstikking, vergif of middeltjes van kwakzalvers bieden geen soelaas. En Amy of iemand anders mag in geen geval helpen, want dat komt neer op moord.

Het is een tragische verslag over een confronterend vraagstuk. Help je de persoon die je liefhebt bij zijn wens om te sterven of wil je diegene zolang mogelijk bij je houden? We zien de aftakeling van haar man door de ogen van Amy. De vergeetachtigheid, het onderzoek in het ziekenhuis, de prognose. Het zijn stappen in een richting waar geen weg meer terug is. Dat besef dringt bij Brian sneller door dan bij Amy. Hij weet zeker dat hij niet nog meer wil afdrijven van de wereld om geïsoleerd in een onbekende eenzaamheid op zijn einde te moeten wachten.

Het boek begint in Zwitserland, een paar dagen voor de afspraak bij de enige kliniek die ook voor niet Zwitsers euthanasie uitvoert. Het contrast met de receptionist van het hotel die denkt met toeristen te maken te hebben en het echtpaar een plattegrondje van Zürich overhandigt, relativeert het treurige doel van het verblijf. Amy Bloom slaagt er gelukkig in de toon vaker luchtig te houden, waardoor het geen klaagzang is, ook al wordt er veel gehuild. Maar dat vermeldt ze bijna en passant, om daarna weer verslag te doen van het papierwerk om de dood van haar man geregeld te krijgen of de mooie momenten die ze samen nog hebben. Ze de eerste ontmoeting tussen haar en Brian, de overgang van hun ‘normale’ leven naar deze heftige laatste fase en de uiteindelijke zoektocht naar een oplossing.

Brian blijft tot het laatste toe vissen en naar zijn cursus brandschilderen gaan.

Die ene keer ging Brian weg om aan zijn laatste brandschilderproject te werken (een zonsondergang of zonsopgang) en was binnen drie minuten terug. Ik vergat hoe ik moest gaan, zei hij en het is zijn dapperheid, omdat hij dit zo zegt, omdat hij mijn instructies aanhoort en weer naar buiten gaat, die me vloert. Deze man? Moet híj dit aardse tranendal verlaten? Elke ochtend denk ik serieus aan iedereen, niet eens per se slechte mensen, gewoon mensen die ik ken –  die in plaats van hem zouden moeten sterven.

Los van de morele vraag over een zelfgekozen levenseinde en de vraag hoe en wanneer je je familie en vrienden op de hoogte stelt, blijkt uit Amy’s verslag ook hoe lastig het is om het überhaupt te organiseren. Voor de kliniek in Zwitserland moet een psychologisch rapport worden opgesteld waaruit onder andere blijkt dat Brian niet depressief is, en een psycholoog of psychiater die zich daarvoor wil inzetten, is niet zomaar te vinden. Amy zoekt naar andere oplossingen, morfine, fentanyl en hoe ze daaraan kan komen. Maar ze zoekt in de openbare bibliotheek, niet op haar telefoon of eigen computer. Ze moet namelijk vermijden dat haar zoekgeschiedenis ooit gevonden kan worden, mocht er een onderzoek komen. Uiteindelijk is alles geregeld en kunnen ze afreizen naar Zürich. Om voor het laatst van elkaar te genieten, om zo normaal mogelijk het einde van Brians leven tegemoet te treden.

In liefde is indringend en meeslepend maar laat vooral zien hoe paradoxaal euthanasie kan zijn. Je wilt je geliefde niet verliezen aan Alzheimer en niet aan een zelfgekozen dood. Je wilt je geliefde helemaal niet verliezen, maar hem ook geen pijn zien lijden.

Arjen van Meijgaard

Amy Bloom – In liefde. Vertaald door Janine van der Kooij. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 208 blz. € 20.