Meer binding dan gedacht

Je bent 23 jaar en loopt tijdens een skivakantie een dwarslaesie op, waardoor je onderlichaam verlamd raakt. In de eerste plaats natuurlijk een menselijk drama, maar in onze gehaaide tijden ook een niet te onderschatten verzekeringskwestie. Vonne van der Meer volgt een jonge vrouw en haar verzekeringsadvocaat in Letselschade nauwgezet en menselijk, waardoor het te verwachten schadegeld van de aan te klagen skifabrikant opeens in een bijrol gemanoeuvreerd wordt.

Niet meer voluit aan het leven deel kunnen nemen is voor iemand van 23 nog wel even wat anders dan voor een oudere. De jonge Lucia Terbrugge verblijft in een duur, maar desolaat revalidatieoord aan zee. Haar vakantie in Zwitserland werd abrupt afgebroken nadat een binding van een ski was losgeschoten en zij op een steen of rots terecht kwam en op haar rug langs een beijzelde bergflank naar beneden gleed. Eerst riep ze nog steeds ‘komt goed’ tegen zichzelf, maar al snel wordt duidelijk dat het nooit meer goed komt. Naar beneden rollen is niet voor iedereen hetzelfde:

[…] Daar was ie dan, eindelijk, de beloofde zon, zij het wat bleekjes. In het duin pootten twee mannen plukjes helmgras in het zand. De kinderen die hier in het weekend met hun ouders op bezoek komen, vervelen zich te pletter en worden naar buiten gestuurd, ‘niet schreeuwen want de mensen hier zijn ziek’. Gammel en oud, ik ben verreweg de jongste. Al snel ontdekken ze dit steile duin en laten zich er joelend vanaf rollen.

Anton Palthe is de letselschadeadvocaat, die met haar ski-ongeluk aan zijn laatste zaak bezig is voor hij met pensioen gaat. Dat doet wat denken aan de vaak ook bijna gepensioneerde, gefrustreerde rechercheurs in thrillers, die nog even willen bewijzen wat ze waard zijn. Zo ook Palthe, die niets nalaat om Lucia’s nu gefnuikte toekomst in zijn dossier zo mooi mogelijk af te schilderen, om op die manier de skifabrikant optimaal het vel over de oren te kunnen halen.

In thematiek doet Letselschade wat denken aan Marjolein Vissers debuutroman Restmens uit 2020, waarin naast een jongen met een verstandelijke beperking ook een veelbelovende jonge wetenschapper wordt opgevoerd, die na een ernstig ongeluk ook zijn toekomst kan vergeten en door de weinigen die nog enige aandacht voor hem kunnen opbrengen meewarig behandeld wordt.

Lucia krijgt eveneens te maken met mensen die het waarschijnlijk goed menen, maar toch de juiste benadering niet weten te vinden, onder wie vriendin Daniëlle:

Daan lachte luider en langer dan nodig, bruusk kapte ik haar af, zo geestig was het nu ook weer niet.

Uitzondering is lotgenoot Ferry, met wie ze haar wanhoop kan delen. Met Palthe draait het aanvankelijk alleen maar om de meest indrukwekkende toekomstvisioenen die nodig zijn voor het incasseren van vermoedelijk miljoenen. Maar Van der Meer weet in de toch beperkte omvang van deze roman al snel talrijke laagjes aan te brengen. Kleine, maar veelzeggende verwijzingen, associatieve verbanden, trefzekere karakteriseringen.

Palthe was eerder zijn vrouw verloren, waardoor op een bepaalde manier ook zijn toekomst van kleur verschoot, Lucia’s moeder blijkt een aan drank verslaafde vrouw te zijn, die voor haar dochter eerder een last dan een lust is geweest en haar vader is een zakelijk denkende man, die, zoals dat vaak het geval is met zulke types, alleen maar kan ‘denken in oplossingen’. Als Lucia’s verlamming onomkeerbaar blijkt te zijn, verliest hij dan ook snel zijn interesse.

Omdat Van der Meer afwisselend het perspectief van Lucia en Palthe kiest, dringen ook hun twijfels en angsten door tot het verhaal, dat zich allengs meer wegbeweegt van het geld. Ook het contact tussen Ferry en Lucia speelt een verbindende rol in de impliciete, maar niet mis te verstane strekking van deze verfijnde en tot nadenken stemmende novelle: tel uw zegeningen.

André Keikes

Vonne van der Meer – Letselschade. Atlas Contact, Amsterdam. 112 blz. €17,50.