Afstammelingen van Ivan de Verschrikkelijke

De Italiaans-Zwitserse politicoloog Giuliano da Empoli (49) schreef talloze non-fictieboeken over internationale politiek. De Kremlinfluisteraar, dat in Frankrijk een ongekend succes is, is zijn debuut als romancier. Een roman geeft hem de vrijheid het leven van echt bestaande politici met zijn verbeelding in te vullen. Zoals hij onlangs in een interview met de Volkskrant zei: ‘Fictie heeft me geholpen dichter bij de essentie van deze personages te komen en om dieper de werkelijkheid in te gaan. Macht gaat over irrationele, gekke, gepassioneerde dingen die volledig buiten de rationaliteit vallen. Dat verhaal wilde ik ook met deze roman vertellen.’ Het boek, waarvan er in Frankrijk inmiddels zo’n 250.000 exemplaren zijn verkocht, werd onlangs bekroond met de Grand Prix de l’Académie Française en miste met één stem verschil de prestigieuze Prix Goncourt.

In De Kremlinfluisteraar vertelt Giuliano da Empoli over een literatuurliefhebber die via Twitter zijn bewondering deelt voor de Russische schrijver Jevgeni Zamjatin, bekend van de dystopische roman Wij. Op een dag wordt hij bij zijn nieuwe Twitter-vriend thuis uitgenodigd om over Zamjatin verder te praten. De man blijkt niemand minder te zijn dan Vadim Baranov, een voormalig spindokter van de Russische leider Vladimir Poetin. Baranov neemt de moeite om in een lange dialoog, die de rest van het boek omvat, zijn levensverhaal als Kremlinfluisteraar aan zijn onbekende toehoorder uit de doeken te doen.

Baranov vertelt hoe hij ooit begon als theatermaker in het artistieke wereldje van Moskou. Maar dat werd hem te benauwd, hij wilde leven in de verlokkelijke wereld van het geld die halverwege de jaren negentig in Moskou bloeide. ‘Ik wilde deel uitmaken van mijn tijd, er niet de commentator van zijn.’ Hij werd televisieproducent  en maakte de ‘barbaarse en vulgairste televisie ooit.’ Via dit werk kwam hij in contact met Boris Berezovski, een van de vele oligarchen die in de Jeltsinjaren na de val van het communisme puissant rijk waren geworden. Deze vroeg hem zich vanwege zijn theatrale kwaliteiten in te zetten voor de herverkiezing van Boris Jeltsin, die in die periode door zijn gulzige drankconsumptie geen coherente zin meer kon uitspreken. Berezovski was ook een van de mensen die Vladimir Poetin, de baas van de Russische geheime dienst FSB, de opvolger van de KGB, naar voren schoof als de nieuwe leider van het in crisis verkerende Rusland. Baranov behoorde tot de entourage van de nieuwe ‘tsaar’ die Rusland weer aanzien in de wereld moest geven. Hij ontpopte zich tot een van Poetins invloedrijke adviseurs, altijd op de achtergrond, in de coulissen van de macht. Hij moest als spindokter ‘spiegels in een cirkel opstellen om van een aarzelend vlammetje een betoverend spektakel te maken.’

Baranov  is gemodelleerd naar de echt bestaande Vladislav Soerkov, de man die twintig jaar Poetin diende en begin 2020 plotseling van het politieke toneel verdween. Soerkov, bijgenaamd ‘de grijze kardinaal’, was lange tijd een van de weinige vertrouwelingen van Poetin. Hij was betrokken bij de koele machtspolitiek van de Russische leider en muntte begrippen als ‘verticale macht’ en ‘soevereine democratie’, mooie termen om het autocratisch karakter van het Russische regime een glans van democratische legitimiteit te geven.

De fictieve Baranov geeft een cynische inkijk in de machtspolitiek van het Kremlin. ‘Aan je lot ontkom je niet,’ zegt hij tegen zijn gast, ‘en het lot van de Russen is dat ze geregeerd worden door afstammelingen van Ivan de Verschrikkelijke. Je kunt bedenken wat je wilt ­– de proletarische revolutie, tomeloos liberalisme – maar het resultaat is altijd hetzelfde: aan de top staan de opritsjniks, de waakhonden van de tsaar.’ Tegen een commandant in de Donbas-regio, die gelooft in de hereniging van het gebied met het Russische moederland, zegt hij wat laatdunkend: ‘We hebben de Krim heroverd omdat het van ons is, maar hier streven we een ander doel na. Hier beogen we geen verovering, maar chaos. Iedereen moet zien dat Oekraïne in anarchie is gestort.’ (Het boek is geschreven voordat de Oekraïne-oorlog uitbrak.) Dat is de politiek van het Kremlin. De vijand verzwakken door wanorde te stichten. Zo steunt Rusland extremistische clubs van rechts en links in Europa en probeert het via de trollenfabriek in Sint-Petersburg de sociale media te vergiftigen met nepnieuws en leugens.

De Kremlinfluisteraar is een fascinerend boek dat een onthullend beeld geeft van de Russische politiek, maar is het als roman geslaagd? De manier waarop de verteller in contact komt met Baranov is kunstmatig en geforceerd, de liefdesrelatie tussen Baranov en zijn vriendin blijft plat en wil niet sprankelen. Het boek is uiteindelijk niet meer dan een lange monoloog van Baranov die zijn verhaal over zijn leven in het Kremlin aan een onbekende bezoeker vertelt. Hij doet dat welbespraakt en met prachtige aforismen, heerlijk om te lezen. Maar naar wie heb ik nu geluisterd? Naar de auteur, de politieke wetenschapper Giuliano da Empoli, of naar Baranov alias Soekov? Is het een analyse van buitenaf of een stem vanuit het centrum van de macht. Het blijft voor de lezer onduidelijk.

Aart Aarsbergen

Giuliano da Empoli – De Kremlinfluisteraar. Vertaald door Hans E. van Riemsdijk. Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen. 256 blz. € 22,99