Sahar ontmaskert de wereld van seks, drugs en rock&rolI

Ruim een jaar na zijn debuut Hoezo bloedmooi publiceert de jonge Haagse schrijver Hans Sahar zijn tweede roman: Zoveel liefde. Even weinig omvangrijk als zijn voorganger (128 bladzijden) is het boek met evenveel onstuimig vaart geschreven.

De zinnen rijgen zich aaneen in een tempo alsof de auteur het levensritme van de jeugd in de Haagse Schilderswijk van het papier wil laten spatten. Op de achtergrond dreunt altijd wel de beat van een Amerikaanse rap, er is altijd wel ergens een feest en er is altijd wel iemand die pillen bij zich heeft.

Hoofdpersoon is Rash, een jongen van Marokkaanse afkomst die het ouderlijk huis heeft verlaten en voor het eerst van zijn leven op kamers woont. In het pand waarin hij zijn kamer huurt, wonen ook een skinhead, een jezus-redt-meisje, een werkloze chemicus van een jaar of dertig (‘de filosoof)) en nóg een Marokkaan. leder van hen heeft zijn eigen geschiedenis die het vooroordeel dat bij hun imago past, verzacht. Zo is Franky helemaal niet de racist die Rash in eerste instantie in hem vermoedt en is het meisje Erica er helemaal niet op uit om Rash tot het christendom te bekeren.

In Zoveel liefde hebben alle personages zich een houding aangemeten die het hen mogelijk moet maken om het getto te overleven. Donderse jongens zijn het, maan Rash verlangt ook wel eens terug naar de couscous van zijn moeder, en als hij haar nu ter begroeting kust, is dat echt gemeend en niet zoals vroeger, toen hij nog thuis woonde, uit gewoonte.

Bevrijd van zijn starre opvoeding stort Rash zich vol overgave in de wereld van seks en drugs en rock&roll. Hij is de macho die elke situatie de baas wil blijven:

Ze ging steeds hoger totdat ze bij de knopen van zijn gulp kwam en het belletje liet rinke-len. Het andere meisje keek en lachte mee. Rash vond dat hij nu iets moest doen, want ze speelden met hem en dat was zijn mannelijke eer te na.

Waar het debuut van Hans Sahar iets te veel een ééndimensionale schelmenroman was, is hier wel degelijk ruimte voor diepgang en bespiegeling. Rash ziet de eenzaamheid van de mensen met wie hij het huis deelt, dwars door hun maskers heen. Hij ziet de discriminatie: ‘[…] we laten ons niet discrimineren, maar we moeten onszelf ook niet discrimineren. […] Vroeger wilde ik zelf ook liever blank worden. Dan discrimineer je jezelf.’ En hij komt tot de conclusie dat orgieën zoals met die drie meiden ook hun beperkingen hebben: ‘Als je er niks voor hoeft te doen, is de spanning er zo af.’

Het is uiteindelijk de moeilijk benaderbare Erica met wie Rash diepgaande gesprekken voert. Haar vertelt hij over Simone, zijn vriendin op het kantoor waar hij stage liep: ‘(…) ik vond het eerst geweldig, omdat het allemaal nieuw voor me was, seksparty’s en alles… […], maar ik heb er helemaal geen behoefte meer aan… [Het] is effe leuk maar wat moet je d’r mee.’

Erica verklaart de ironie achter de titel van deze roman:

Er is zoveel liefde, iedereen heeft dat nodig, we kunnen niet zonder. […] Maar weet je wat ik zo erg vind, je ziet al die liefde die er is, maar het valt allemaal zo tegen, er is zoveel ongeluk, zoveel schuld, verdriet.

Frank van Dijl

Hans Sahar – Zoveel liefde. De Arbeiderspers.

Deze recensie stond eerder in Algemeen Dagblad, 15 november 1996. Hans Sahar (pseudoniem van Farid Boukakar, 1974) debuteerde in 1995 met Hoezo bloedmooi. Na Zoveel liefde (1996) verschenen De heimweekaravaan. Verhalen (2000) en De gebroeders Boetkaboet. Een Berbers familiedrama in de Hofstad (2008) steeds bij De Arbeiderspers.