‘Dat gehum moet uit zijn!’

Leven is voor Olivier B. Bommel niet heel makkelijk. Met de beste bedoelingen neemt hij doorgaans de foute beslissingen. Dat gebeurt ook in De Hopsa’s waar heer Bommel en zijn jonge vriend Tom Poes een nieuw land ontdekken als ze door een gat in de grond kruipen. Dat land is een soort Hof van Eden: wie het water uit de rivier drinkt, is direct optimistischer en vrolijker gestemd. De inwoners, kleine wezentjes die zichzelf Hopsa’s noemen, hebben een vrij eenvoudig levensmotto: ‘Eten, drinken en vrolijk zijn!’ Wat wil je nog meer? Heer Bommel wil graag dat anderen er ook van kunnen genieten en daar begint natuurlijk alle ellende.

De Hopsa’s verscheen voor het eerst in NRC Handelsblad in 1974 en kent de gebruikelijke Bommelelementen. We komen natuurlijk de bekende bijfiguren tegen: bediende Joost, commissaris Bulle Bas, Burgemeester Dickerdack, professor Prlwytzkofsky, Pieps assistent van de professor, ambtenaar Dorknoper, journalist Argus en crimineel Bulle Bas. En iedereen heeft de maniertjes en uitdrukkingen die bij het desbetreffende typetje horen. Zo zegt Tom Poes regelmatig nadenkend ‘Hm’ wat niet alleen de lezer, maar ook heer Bommel tergt: ‘Dat gehum moet uit zijn!’ Toonderfans zijn altijd heel blij met die eeuwige herhaling van zetten, voor andere lezers is het een vervelende invulling van een sjabloon.

In De Hopsa’s worden maatschappelijke thema’s aangesneden. Het paradijsje wordt namelijk dankzij heer Bommel bedreigd door een oliemaatschappij die direct profijt in het bijzondere water ziet en het als eigendom opeist, en de burgemeester onder druk zet. Als die poging in eerste instantie verijdeld is, dreigt het gevaar van massatoerisme, op poten gezet door Bulle Bas. Binnen de kortste keren worden de Hopsa’s overlopen door hordes mensen die allemaal troep achterlaten. Voordat de ordediensten van de oliemaatschappij de orde komen herstellen en een schrikbewind kunnen uitoefenen is het Bommel zelf, en niet de immer hummende Tom Poes, die met een oplossing komt. Zijns ondanks, maar toch.

Deze heruitgave van De Hopsa’s wordt een klimaateditie genoemd door de uitgever (al staat op de eigen site nog ‘reiseditie’). Het verhaal wordt voorafgegaan door een voorwoord van Marjan Minnesma, directeur van Urgenda, die het stripverhaal vergelijkt met de aardbevingsschade in Groningen en de vervuiling van Tata Steel rond Wijk aan Zee en de rol van de politiek en het grootkapitaal in beide zaken. Het toch al vrij eendimensionale Bommelverhaal wordt daardoor nog platter gemaakt door het geheel zo te politiseren. De aanwezige humor van Toonder verdampt totaal met deze actualisering. Daarnaast is het boekje zo klein dat de tekeningen wel heel ieletjes op de pagina staan. De liefhebber van de tekeningen komen zo niet echt aan hun trekken, maar misschien was dat met deze klimaateditie niet echt de bedoeling.

Coen Peppelenbos

Marten Toonder – De Hopsa’s. De Bezige Bij, Amsterdam. 88 blz. € 12,50.