Het meisje, de nimf, de egel en het zwaard

In haar tweede roman, Hine, gooit de zesentwintigjarige Lotte Kok het over de magische boeg. Haar veertienjarige hoofdpersonage komt muntgeld etende nimfen, pratende egels en gouden nevelslierten tegen, terwijl ze dwaalt door een mysterieus bos. Dat maakt het nog geen luchtige roman. In de traditie van de oudste sprookjes is Hine zeer duister.

‘Een waarachtig en zeer wonderlijk verhaal gebaseerd op Mariken van Nimwegen’ is de ondertitel van het boek. En net als in het middeleeuwse mirakelspel volgen we een onschuldig, door iedereen verlaten meisje. Hine groeit de eerste acht jaar van haar leven op bij haar moeder, Johanna Bodeliere. Johanna is zeer geëmancipeerd. Ze is het nichtje van de koning, maar breekt op jonge leeftijd met haar familie door hun conservatisme. Ze moet en zal het alleen rooien, zonder de maatschappelijke ketenen die aan vrouwen worden opgelegd. Vanuit haar plaggenhutje geneest ze vrouwen en mannen met kruiden. Voor de rest wil Johanna absoluut niets met mannen te maken hebben. Dat zijn over het algemeen kleinerende, onderdrukkende beesten. Als lezer ga je daar helemaal in mee: Kok weet dit onveilige klimaat voor vrouwen goed neer te zetten.

Eenmalig staat Johanna een man toe met haar naar bed te gaan, want ze wil een kind. Gelukkig lukt dit meteen (de middeleeuwen zijn heel vruchtbaar). Hine wordt geboren en moeder en dochter beleven de mooiste tijd van hun leven. Na acht jaar komt hier abrupt een einde aan. Om voor Hine onduidelijke redenen wordt ze ondergebracht bij Johanna’s familie, omdat Johanna zelf weg moet. Tijdelijk. Maar Hine’s moeder komt nooit terug. Nu zit Hine opgesloten in diezelfde conservatieve, vrouwenminachtende omgeving waar haar moeder voor vluchtte. Op veertienjarige leeftijd doet Hine dan ook hetzelfde. Ze vertrekt naar een mysterieus bos, waar mensen wel in gaan, maar nooit meer uit komen.

Vanaf daar wordt het magisch. Na een aanval door zwijnen wordt Hine gered door Charon. Hij ontfermt zich over haar, en de lezer van Mariken van Nimwegen begrijpt wel wat voor figuur hij is. De ‘onbevlekte’ Hine doet alles wat God verboden heeft met Charon en ze vindt het lekker. Tot ze niet meer klakkeloos instemt met Charons wensen en zijn ware aard boven komt drijven. Als Charon overdag weg is, vlucht Hine stiekem het bos in, waar ze dode mensen ziet liggen – of hangen. Dit blijkt het bos waar mensen heengaan om zelfmoord te plegen. Wat heeft Charon hiermee te maken? Kan Hine de sympathieke, suïcidale ridder Willem overtuigen niet de hand aan zichzelf te slaan met zijn zwaard? En is Hine’s moeder toevallig ook in het bos? Met die vragen worden we door het verhaal geleid en ondertussen kruist Hine het pad van een alwetende pratende egel en een door mannenfantasieën betoverde nimf.

Wanneer Hine eenmaal in het bos begint rond te dwalen, is de roman nog het best te omschrijven als een eenzijdig ongeval. Het verhaal glipt Kok totaal door de vingers. Ze heeft duidelijk twee thema’s waarover ze wil schrijven: vrouwenrechten en depressies. Doordat het verhaal zich in de middeleeuwen afspeelt doen de feministische statements echter nogal voor de hand liggend aan (vrouwen met lust zijn nog geen sletten; vrouwen zijn minstens net zo sterk als mannen) en is het eindeloos herhalen hiervan een overbodigheid. Over depressies weet Kok in de onthutsend theatrale dialogen geen originele bewoordingen te vinden:

Die stem, het gevoel, zal weer wegebben. Stel je het voor als de wolken, waardoor het soms lijkt alsof de zon niet meer bestaat. Of als een donkere winter, waarin je je niet kunt voorstellen dat het óóit weer lente wordt. Maar dat wordt het wel. Het licht is sterker, Hine.

Aldus egel Giacomo. Ook de semi-filosofische mijmeringen over goed en kwaad blijven gespeend van originaliteit of diep-menselijk inzicht. Bij een jonge doelgroep kom je hier nog mee weg, aangezien zij met een beetje geluk nog niet voldoende beseffen dat buien maar tijdelijk zijn en dat ‘je bergen kan verzetten, maar niet alle bergen tegelijk’. Daarnaast hebben onzekere pubers over het algemeen meer behoefte aan een duistere roman die desondanks leest als een arm om je schouder. Het is dan ook een miskleun dit boek niet als young adult op de markt te brengen.

Tot slot een ontwikkeling waar we niet aan voorbij mogen gaan. De om zich heen grijpende trigger warning, die uit al het wetenschappelijke onderzoek tot nu toe hoogstens averechts blijkt te werken, is de wereld van het boek binnengedrongen. Aan Hine gaat een waarschuwing vooraf: ‘In dit boek komen beschrijvingen van zelfdoding en depressieve gedachten voor’. Dat sommige lezers het einde van deze roman niet halen staat buiten kijf, maar dat zal om andere redenen zijn.

Martijn van Bruggen

Lotte Kok – Hine. Lebowski, Amsterdam. 304 blz. €22,99.