Kans op cancelling leidt tot krampcultuur

De nieuwste pandemie in onze samenleving is het virus van cancelling. Trial bij media als een groep of individu iets vertelt, vindt of schrijft wat een andere groep of individu niet aanstaat. Het is niet langer de rede en de dialoog die hier regeert, maar de Twittercultuur van snelle, vileine, agressieve, ongenuanceerde en vaak ook anonieme meningen, inclusief (doods)bedreigingen.

Ik reageer hiermee natuurlijk op de doodsbedreigingen die Pim Lammers ontving, nadat het CPNB hem had gevraagd het Kinderboekenweekgedicht te schrijven bij het Kinderboekenweekthema ‘Bij mij thuis’. Hoewel het volstrekt begrijpelijk en legitiem is dat Lammers zich terugtrekt, heb ik het bericht met afgrijzen gelezen. Voor het grotere plaatje van een gezonde democratie schuilt er een gevaar in als kunstenaars handelen vanuit angst. Want wat raken we kwijt als kunst – ik heb het hier over kunst in het algemeen, waarvan literatuur een belangrijk deel is – niet meer in vrijheid kan worden gemaakt?

De wereld is groter dan ons hoofd. En juist dat is wat de kunst ons brengt. Die neemt ons mee naar plekken waar we anders niet zomaar zouden komen, donkere en onaangename plekken even goed als romantische en lieve werelden. Die geeft ons woorden aan emoties waar we zelf de woorden nog niet voor hebben gevonden. Die maakt onze empathischer. Die biedt ons troost.

Het is te gemakkelijk om te denken dat kunst een aardige extra in het leven is. Kunst is een intrinsiek deel van ons wezen en verbindt ons met de wereld, met anderen, met de geschiedenis en reflecteert op ons bestaan. Het is dan ook volkomen onacceptabel dat schrijvers in hun veiligheid en vrijheid worden bedreigd. Een vreedzame samenleving is onmogelijk zonder literaire vrijheid.

In het licht van alle voordelen die kunst en lezen met zich meebrengt, is het heel verontrustend dat er sprake is van ontlezing en afnemende taalvaardigheid van leerlingen op de basisschool, in het voortgezet onderwijs en op pabo’s, en het zware weer waarin de kunstsector zich bevindt als gevolg van de coronapandemie en bezuinigingen door de politiek. De onmisbare functie van kunst in het leven komt hiermee in de knel. Niet goed begrijpend kunnen lezen, betekent ook gelaagdheid in literatuur niet kunnen zien.

Natuurlijk zijn doodsbedreigingen aan het adres van schrijvers niet nieuw, denk aan de fatwa die Salman Rushdie over zich heen kreeg na het schrijven van zijn boek Duivelsverzen. Wat wel anders is, is het ingrediënt social media in het debat. Kanalen waar mensen snel, zonder nuance, anoniem hun mening kunnen geven. Naast Lammers is Marieke Lucas Rijneveld een actueel voorbeeld hiervan, hij trok zich terug van het vertalen van het Amerikaanse gedicht ‘The hill we climb’ na kritiek en bedreigingen.

Alleen als er ruimte is, kun je bewegen. Die ruimte wordt nu ingeperkt door het angstbeeld van trial bij media. De cancelcultuur leidt kort gezegd tot een krampcultuur, want de externe criticus van trial bij media wordt al snel een interne criticus die ons uit angst ervan weerhoudt ons te uiten zoals wij willen. Maar wat is kunst nog waard als er een auto-correctie komt voordat je gaat zitten schrijven, schilderen of filmen? Wat is kunst nog waard als je het niet wereldkundig durft te maken?

Laat het veroordelen van mensen over aan het rechtssysteem. Steun kunst en vrijheid nu het nodig is, koop zo’n mooi kunstwerk voor in de kast. Bij de lokale boekhandel natuurlijk.

Tialda Hoogeveen

Berneboeke-ambassadeur en eindredacteur van de Moanne