De haken doen het nog steeds

Zeg Villa Achterwerk of Een van de acht en iedereen roept meteen de namen van de tv-coryfeeën. Maar zo’n programma staat of valt juist met de vindingrijke mensen op de achtergrond. Frans Lasès (1949) was in de Nederlandse omroepwereld jarenlang een man die van vele markten thuis was, zo blijkt uit het nu verschenen boekje Het is gezien, met de nader verklarende ondertitel Observaringen. Hij ging er om met onder anderen Gerrit Komrij, Annie M. G. Schmidt, Willem Wilmink, A. L. Snijders en Mies Bouwman.

Creativiteit is door de gierende inflatie van deze term in onze jaren niet meer iets waar je graag mee te koop loopt. Maar hoe moet je dan iemand omschrijven die geen artistiek dilemma schuwt en plezier beleeft aan het oplossen ervan? Frans Lasès was jarenlang televisievormgever bij de NOS en bedacht en regisseerde tal van programma’s voor VPRO en KRO. Ook de bij oudere Nederlanders bekende vormgeving van kijkcijferhit Een van de acht was van zijn hand. In die tijd, begin jaren tachtig, nam hij zelfs de hele VARA-huisstijl onder handen:

Gespannen open ik de doos. Wij blijken als dank voor de nieuwe visuele identiteit een slagroomtaart cadeau te krijgen. (…) Ik ben er verlegen mee. Zo’n geschenk kun je natuurlijk onmogelijk aannemen. (…) De chauffeur kan de taart gelijk weer meenemen.

Lasès schrijft ook, waaronder twaalf kinderboeken, en maakte documentaires. Geen slecht uitgangspunt voor korte verhalen over wie en wat hij zag en meemaakte, observaringen dus. Die zijn er nu in gebundelde vorm, fris en fruitig geïllustreerd door leeftijd- en schoolgenoot Peter van Hugten, jarenlang illustrator voor onder meer de Volkskrant. Niet alle bijdragen van Lasès zijn even sterk, sommige blijven wel erg hangen in de gangbare persoonlijke belevenisjes in de huiselijke kring, maar er zitten beslist ook aardige tussen. Wat ze gemeen hebben is dat ze al eerder werden gepubliceerd in Articula, het online magazine van Arti et Amicitiae.

Wat er zoal voorbij komt: Lasès’ (katholieke) jeugd en de (lichte) frustraties daarover, zijn docentenwerk op kunstacademies, een afgewaaide hoed in de drukke hoofdstedelijke Wibautstraat en een nogal mislukte Sinterklaasvermomming. Niet zelden herkenbaar, misschien soms wel eens wat te alledaags om in zo’n boek genoemd te worden. Afgewaaide hoeden, slecht uitpakkende Sinterklazen, wie kent ze niet?

Over zijn omgang met wat wel BN’ers worden genoemd, schrijft Lasès met ingehouden trots, eerbied haast, al hebben die ontmoetingen ook wel eens erg weinig om het lijf: Herman Brood die zich niet aan de afgesproken tijd houdt – hoe bijzonder is dat? – of A. L. Snijders (Peter Muller), die een paar boekjes bij Lasès thuis komt afhalen. De toon in de korte verhalen, cursiefjes meer, is vooral die van de man op leeftijd die het allemaal heeft meegemaakt. Al was het vaak maar in de kantlijn.

Kijk, dat geveldoek boven de fietsdoorgang van het Rijksmuseum, dat had er zonder Lasès toch maar mooi niet gehangen. Hij kreeg het in 1990 voor elkaar de verantwoordelijken ervan te overtuigen dat zoiets goed zou uitpakken voor een tentoonstelling met Venetiaanse stadsgezichten. Een doorbraak, laat hij doorschemeren:

Wanneer ik vanaf het Museumplein richting Rijksmuseum loop, werp ik een blik op het geveldoek boven de fietsdoorgang. De haken die ik destijds ten behoeve ervan in de muur heb laten slaan, doen tot mijn genoegen nog altijd dienst.

Lasès ging ook een keer op bezoek bij Gerrit Komrij in diens Portugese Vila Pouca da Beira, om hem de resultaten te brengen van een boek waaraan Komrij had meegewerkt. Uitgebreide rondleiding natuurlijk, flesje wijn erbij, levendige kout, Lasès’ dochter mocht even zwemmen in Komrij’s zwembad, maar de gesuggereerde echte vriendschap kwam er helaas niet van, want Komrij overleed kort daarna. Bij Mies Bouwman thuis sneed en belegde de tv-coryfee zelfs eigenhandig twee boterhammen met pittig belegen kaas speciaal voor Lasès. Nou, dan ben je wel iemand.

André Keikes

Frans Lasès – Het is gezien. Hoogland & Van Klaveren, Hoorn. 224 blz. €29,90.