Addendum bij de biografie van Hella Haasse

‘Voor het eerst gepubliceerd: de bewaard gebleven brieven van de jonge Hella S. Haasse aan haar ouders en schoonouders’ meldt de achterflap van Ik stuur deze brief maar op goed geluk weg. Daarin zijn ‘vierendertig brieven, kaartjes en telegrammen, door Haasse geschreven tussen 1939 en 1950’ verzameld, lezen we in het voorwoord. Wie echter even vergelijkt met de brieven uit dezelfde periode waarin Aleid Truijens inzage had voor haar biografie Leven in verbeelding. Hella S. Haasse 1918-2011 merkt vrij snel dat zij refereert aan brieven die niet in het nieuwe boek zijn opgenomen (overigens verwijst zij nu eens naar het privéarchief Haasse dan weer naar het archief Literatuurmuseum, hoewel het om dezelfde brieven gaat…). Haar noot 15 in hoofdstuk 4 vermeldt een ansichtkaart van 20-8-1939. Die is er in de brievenbundel niet, wel eentje van 25 juli 1939 waarin de info die Truijens vermeldt overigens wel te vinden is. Hier zou het dus om een onnauwkeurige verwijzing van de biografe kunnen gaan, en dat is zeker het geval waar Truijens refereert aan een brief van 2-8-1945 (noot 4 hoofdstuk 6). Die is in de bundel gedateerd op 2 september 1945… In het volgende voorbeeld gaat het ook om een vergissing. Op pagina 110 van haar boek citeert Truijens uit een brief van 28 maart 1940… die niet terug te vinden is in Ik stuur deze brief maar op goed geluk weg. Dat blijkt een brief van 8 maart 1940. Dat het hier zeker om een foute verwijzing gaat waarbij de geciteerde passage eventueel uit de wel opgenomen brief van 29 maart 1940 komt, blijkt uit het feit dat na het brieffragment de bio vervolgt met een referentie aan die tweede brief: ‘Eén dag later, op 29 maart 1940, schrijft Hella weer een brief’. Die bewering klopt dus niet. Zoals de brieven nu gepubliceerd worden zijn ze anders gedateerd en dat verklaart de verschillen met de verwijzingen in de biografie. Dat wordt helaas niet vermeld en al helemaal niet verantwoord. Dat is jammer.

Niettemin is de bundel een mooie aanvulling bij de biografie – hoewel die voor dezelfde periode de feiten die we hier te lezen krijgen geschetst had en er dus weinig nieuwe informatie te vinden is – maar vooral voor de Haasse-fan. Dit boek is, ook mede dankzij de korte verantwoordingen van bezorgster Patricia de Groot, een soort biografie in vogelvlucht van de jonge jaren, met name vanaf het moment wanneer Haasse naar Amsterdam komt om er Scandinavistiek te studeren. Ze wil haar ouders die in Nederlands-Indië gebleven zijn op de hoogte houden en schrijft vooral hen over haar leven en belevenissen in Nederland. Wanneer de oorlog uitbreekt, geeft ze haar studie op en gaat ze naar de toneelschool, haar relatie met jeugdliefde Douwe en haar huwelijk met Jan van Lelyveld spelen een rol, en haar succesvolle carrière als actrice en tekstschrijfster voor het cabaret van Wim Sonneveld, maar ook de dood van haar eerste dochtertje Chrisje en uiteindelijk Oeroeg en dochter Ellen. Enigszins fragmentarisch omdat er dus veel briefwisseling verloren is gegaan, zeker in de oorlogsperiode – daar duidt de titel op: je schreef een brief, maar wist niet of die überhaupt aankwam – en tegelijk redundant, want om dezelfde reden herhaalt Haasse veel feiten. Ze is immers niet zeker of de informatie uit de vorige brief de bestemmeling bereikt heeft. Wat heel goed naar voren komt, is de grote achting die ze heeft voor haar ouders, maar ook de moeilijke verhouding met Jan. Daarbij is de brief van 5 februari 1946 een sleutelbrief omdat ze daarin een genadeloze psychologische schets van haar echtgenoot geeft, maar daarnaast ook haar feminisme krachtig verwoordt. Een prachtig, belangrijk document, en alleen al omwille van deze ene brief is dit boek de onontbeerlijk. Maar ook voor de Haasse-liefhebber is dit toch een cadeautje, want ook al gaat het soms om gebabbel, Haasse schrijft steeds beeldrijk, met schwung, veel (zelf)inzicht, vaak ook met humor en ironie. En blijkbaar ging dat vanzelf, want de aantekeningen van de editie vermelden dat ze nauwelijks doorhalingen maakte (wat ook te zien is in het fotokatern waarin een aantal brieven fotografisch gereproduceerd zijn).

De Haasse-lezer in mij jubelt, want van je lievelingsschrijvers wil je elke snipper lezen en dit zijn meer dan snippers. De filoloog in mij dan weer is doordat een en ander niet geëxpliciteerd werd toch wat in de war door deze uitgave.

Carl De Strycker

Hella S. Haasse – Ik stuur deze brief maar op goed geluk weg. Brieven 1939-1950. Samengesteld en bezorgd door Patricia de Groot. Querido, Amsterdam, 176 blz. € 22,99.