Lorazepam Prolepha 2,5 mg

Gisteren bleek mijn Sestrel Moore kompas, trouwe koersvaste vriend sedert 25 jaar, gestolen te zijn uit de Argos, the good ship, dat rustig stond te wachten op het nieuwe seizoen, droog geparkeerd in de loods van de werf. Als je vriendin je verlaat voor een andere man en je kort daarna merkt dat je kompas ook nog door een medemens is gestolen, dan dringt een zekere symboliek zich op. Kompas en vrouw in andere handen. Het instrument vijfentwintig jaar betrouwbaar en je vriendin veertien jaar, nog niet eens een slechte score.
         Ik mis haar; heel vervelend, ben eigenlijk radeloos.
         Weet niet hoe ik hier nog uit kan komen.

Wat zou erger zijn dan mijn huidige positie?
        Het antwoord: als een van mijn kinderen een ongeluk zou overkomen, dat zou mijn leven krijsend tot stilstand brengen.
         En daarna?
         Daarna zou ik het waarschijnlijk niet aankunnen als Annalisa ziek zou worden en niet meer kon genezen, zodat ik daardoor zonder haar verder zou moeten.

                                                                *

Met het medicament Lorazepam 2,5 mg moet ik nog meer oppassen dan voor de dief van mijn Sestrel Moore, want onder de invloed van dat vileine spul fietste ik gisteren bijna het Spaarne in.

Het staat eigenlijk al op de bijsluiter, onder het hoofdstuk bijwerkingen:

        – Plotselinge hevige allergische reactie die moeite met ademhaling en/of duizeligheid veroorzaakt
        – Ernstige reactie die zwelling van het gezicht of de lippen en/of (in) de keel veroorzaakt
        – Geel worden van de huid en het oogwit
        – Ademhalingsmoeilijkheden
        – Gedachten over zelfverminking of zelfdoding
        – Veranderingen in uw mentale toestand, zoals onrust, agitatie (opwinding), irritatie, agressie, hallucinaties (waarnemingen van dingen die er niet zijn) ongewoon gedrag en ongewone gedachten

Een gaaf voorbeeld van het middel dat erger is dan de kwaal, mij dunkt.

                                                                *

Ik acht mij vanaf nu Lodewijk Flaubert, de Haarlemse literaire kluizenaar en neem mij voor de Grote Meester na te volgen in zijn tot het laatst volgehouden schrijverschap; al is mijn hoofd op dit moment leger dan mijn pen.

                                                                *

Ik zit op een bankje aan het Spaarne, recht voor het Teylersmuseum en staar over het water. De Melkbrug rechts van mij en de Gravestenen brug links. Aan de overzijde de Academie der Wetenschappen en de mooie oude gevels van mijn geliefde stad. Ik zet het blik bier dat ik bij me heb naast me op de bank en trek het kartonnen doosje met de in aluminium verpakte pillen (dragees) uit de zak van mijn jack. Er zitten nog 2,5 strips in, 25 pillen vergetelheid. Alles is 2,5 vandaag, maar enige symboliek ontgaat me, terwijl ik daar meestal toch goed in ben.
         Eén voor eén druk ik de tabletten met mijn rechterduim vrij en vang ze op in de kom van mijn linkerhand.
         Ik neem een ferme slok bier.
         Mijn linkerhand beweegt zich naar mijn mond.
         Het is genoeg om er in één hap achter te komen of God bestaat.
        Twijfels heersen.
         Ik slik het bier door en neem een nieuwe teug.
         Ja of nee?
        Het hele leven gevat in twee woorden.

L.H. Wiener