Geen paniek

De onderwerpen in de bundel Opgelet. Het materiaal moet ademen van Annet Zaagsma zijn groot en zwaar, maar de toon is luchtig. Dat zorgt voor een combinatie van urgentie en vermaak. Het openingsgedicht gaat over het slopen van de natuur:

Je leeft in een illusie van wildernis
reserveert op een mooie zondag ad hoc
een tijdslot in een bos
in de hoop dat dan alle figuranten klaarstaan
binnen de lijntjes natuurlijk
alles daarbuiten heet onkruid

je tolereert alleen laagfrequente overlast
geen exoten, wolven of wintersterfte
verblijft het liefst in plastic dozen
waar omgaan met modder
een cursus is op het kinderdagverblijf

je wilt veilig de wind op je wangen
leren lachen in drie maanden
pleiten voor meer traagheid
maar het getij en de maan
zijn vreemdelingen voor je
verhuld in sanitaire producten

zoek jezelf een weg naar buiten
proef je eigen bloed
op straat slaat de natuur terug
tussen de tegels
geen paniek als straks konijnen moeten kunnen graven
mos op de auto groeit als hij stilstaat

De natuur wordt gevangen in kapitalistische termen: ‘tijdslot, plastic dozen, veilig, sanitaire producten’. Dat is hoe we met de natuur omgaan, volgens dit gedicht: we maken er een product van, een beleving. Heel nauwkeurig wordt de natuur afgebakend, met lijntjes en figuranten, het tegenhouden van exoten. Wie is de je? Wordt de lezer hier aangesproken, gaat het om alle mensen samen? Wat is precies het verband tussen het getij en de maan en meer traagheid? Ik kan me er iets bij voorstellen, maar ik weet het niet precies. Zijn er sanitaire producten die de maan inzetten in hun marketingcampagne? Waarom hoeven we niet in paniek te schieten als ‘konijnen moeten kunnen graven / mos op de auto groeit’? Wordt hiermee een oordeel gegeven over het kunstmatig aanbieden van de natuur? Moeten we de natuur weer vrijheid geven? De laatste strofe is door ‘bloed’ en ‘slaat’ al wat onheilspellend. Zal het gebeuren dat geen enkele auto meer kan rijden?
De bundel staat vol met begrijpelijke gedichten. Soms worden de gedichten wat persoonlijker en raadselachtiger, bijvoorbeeld:

Blind date

hij maakte veel indruk
met zijn ingetogen aanwezigheid
zag niet goed
met zijn linkeroor
kon hij alleen licht van donker onderscheiden

als kalende man met vochtige
dunne krullen, ik wilde van bovenaf
de lucht van je kruin snuiven
je in verwarring achterlaten
er zou geen ervaring van dufheid op moeten treden
bij gemiddeld minder dan 12000 ppm

bleef het maar bij woorden
als er een spin in het bad zat
moest hij zijn moeder erbij halen

de avond miste een gezicht
ik heb mijn zitschoenen uitgedaan
de vaat kijkt vuil vanaf het aanrecht
de beren zijn uitgedanst

Een teleurstellende date is wel vaker beschreven, maar de beelden zijn hier origineel. Een oor waarmee gekeken kan worden doet denken aan een vleermuis. De frase ‘als kalende man’ doet ook vermoeden dat er hier geen sprake is van een echte man. ‘bleef het maar bij woorden’ doet vermoeden dat er ook iets is gebeurd waar de ik-figuur spijt van heeft. De spijt is te verklaren doordat de ik niet samen wil zijn met een man die bang is voor spinnen, en makkelijk om zijn moeder roept. Het beeld: ‘de avond miste een gezicht’ is precies raak, al is het meer een gevoel dat de woorden oproepen dan dat de woorden precies uitgelegd kunnen worden. Datzelfde geldt voor ‘de beren zijn uitgedanst’: het is voorbij: de ik ploft neer op de bank, heeft geen zin in de afwas, en ook nog niet om naar bed te gaan, maar de vrolijkheid is er ook wel van af. Wat zijn ‘zitschoenen’ trouwens, sloffen?
In het volgende gedicht komt de man er ook niet genadig van af:

Internet kadosuggesties voor zestig-plus (man)

bladblazer houtvochtmeter
roestvrijstalen schroevendraaier draadloze
fietscomputer vetverbrandingsmeter
neushaartrimmer profieltaster

spicy lingerie test-set ontspoorde Congolese elektro-pop
vintage zijspan-motortoer last-minute ayahuasca ceremonie
bungeejump-harnas veertig vlogips voor frequent flyers

reality check
trapliftstoeltje snurkbeugel prostaatpilwekker
onderhoudsherinnering

Dit gedicht kan letterlijk gelezen worden: een man boven de zestig is jarig en je wil hem een cadeau geven, en hier zijn tips. Enigszins gestuurd door het openingsgedicht, is de lijst ook te lezen als producten die bijdragen aan de klimaatcrisis. Waarom zou iemand een bladblazer gebruiken als een hark volstaat? Als je vlogtips nodig hebt als frequent flyer, heb je te weinig vliegschaamte. Ook het lichaam van de man heeft onderhoud nodig, van een ‘neushaartrimmer’ tot een ‘onderhoudsherinnering’. Zou iemand boven de zestig nog bungeejumpen? Is het cadeau ‘reality check’ nodig om de man te laten inzien hoe groot zijn ecologische voetafdruk is? Of als het gedicht ‘Blind date’ invloed heeft op dit gedicht: maken een ‘vintage zijspan-motortoer’ en een ‘last-minute ayahuasca ceremonie’ de man aantrekkelijker? De betekenis van dit gedicht wordt daarmee voor een groot deel bepaald door wat je ervoor hebt gelezen, en misschien ook wel door wie de lezer is. Na de relatieve luchtigheid, eindigt Zaagsma duister. Het slotgedicht, komt uit ‘Drieluik: Duisternis’:

III

Zoek en vind

ik vind mijzelf voorjaarsmoe
in oma’s kelder voor het raampje
een mottige opgezette vos

anoniem in koel
schemerdonker geuren
de pan met gestolde jus
onder de trap
natte aardappels in de kist

de belofte van frambozen-
ijslolly’s in de vriezer
later

een plek om vergeten te worden

De eenzaamheid is bijna aan te raken. Misschien is de ik te lezen als alle mensen. Dan hebben voorouders de huizen gebouwd, en hebben we alleen relikwieën van de natuur, zoals een opgezette vos, en aardappels, een voorbeeld van natuur die tot product gemaakt wordt. Ondertussen verlangen we naar koude temperaturen, die er niet meer zijn. Misschien voert deze interpreatie te ver, maar we zullen niet in paniek raken als het mos over de auto’s groeit.

Erik-Jan Hummel

Annet Zaagsma – Opgelet. Het materiaal moet ademen. Opwenteling, Eindhoven. 64 blz. € 17,50.