Geloofwaardig adoptiedrama

Na het lezen van Tabita van de Deense schrijfster Iben Mondrup zal een lezer weer even op adem moeten komen. Het verhaal in de roman is heftig en wordt in volle vaart verteld. In een dag zijn de 352 pagina’s wel te lezen, vooral door de korte zinnen en de vele dialogen waarin al even korte zinnen worden gebruikt. De achterflap geeft al veel weg, namelijk dat een Deens echtpaar twee kinderen adopteert uit Groenland. De moeder van die kinderen leeft nog en ‘werd door omstandigheden gedwongen haar twee jongste kinderen met het nieuwe gezin naar Denemarken te laten gaan.’

Ergens is het zonde om dat al te weten als lezer, want hoewel je als lezer aanvoelt dat het hierop zal uitlopen, is het pas rond pagina 100 duidelijk dat dit echt zal gebeuren. De roman is opgebouwd uit drie delen (als het eerste deeltje niet meetelt). Het eerste volgt vooral Abelone, de moeder van Angaju, Tabita en Vitus. Ze woont met haar kinderen bij haar vader en moeder. Al vrij snel overlijdt de vader, Vitus. Vlak daarna wordt Vitus, de zoon van Abelone, dus vernoemd naar zijn opa, geboren. Dat gebeurt op de vloer van het huis van het Deense echtpaar Eva en Berthel, waar Abelone in de huishouding werkt. Als Eva en Bethel dit zien, reageert Abelone als volgt:

‘Het was niet de bedoeling,’ zegt Abelone duizelig. ‘Sorry.’

Een belangrijk thema is dan ook de verhouding tussen Groenlanders en Denen. De Denen vinden de Groenlanders maar primitief en vies. Abelone denkt soms dat het goed is als Tabita, haar dochter, Deens leert. Wat ook opvalt is dat het steeds onduidelijk is wie de vader is (of vaders zijn) van Angaju, Tabita en Vitus. Eva en Berthel vragen steeds vaker of Abelone of ze Tabita en Vitus meeneemt, en je ziet als lezer langzaamaan dat het echtpaar steeds meer beslag legt op de kinderen.

In het tweede deel volgen we vooral Eva. Dit deel begint ermee dat Eva alvast de spullen inpakt voor de terugreis naar Denemarken, en kinderkamers inricht voor Tabita en Vitus. De adoptie lijkt rond, en wat precíes de ‘omstandigheden’ van de achterflap waren wordt niet helemaal duidelijk. Zeker niet als Abelone nog een langsgaat bij het stel en om Tabita schreeuwt. Het gezin, Eva, Berthel, Tabita en Vitus vinden een huis in Denemarken. Tabita aardt slecht.

Het laatste deel is dan ook voor haar. Haar verleden in Groenland laat haar niet los. Ze maakt lastig vrienden. Ze heeft een pop, die haar haast magisch-realistisch aanzet tot het maken van eigen keuzes. Allerlei geheimen komen naar boven, en vooral laten bepaalde hoofdpersonages zich erg van hun slechte kanten kennen.

Dit boek is vooral goed, doordat de personages geloofwaardig zijn. Hoewel sommigen verschrikkelijke dingen doen, worden ze vooral getoond in hun alledaagse leven waarin ze heel normaal zijn. In die gedragingen ligt vaak al het zaadje voor wat komen gaat; de hele bloem krijgt al zijn vooraankondiging. Dat is voor een literatuurstudent interessant: lees het boek nog eens en spoor de aanwijzingen op. Voor de lezer die het voor de eerste keer leest geldt: ik ben verrast door wat het personage doet, maar ook niet heel erg verrast. Dat is prettig. De aanwijzingen, de zaadjes, zijn ook niet te nadrukkelijk aanwezig (behalve op het einde, maar laten we iets geheim houden). Wat ook knap is aan dit boek is de snelle en registrerende stijl. Ellende gebeurt in dezelfde snelheid als waarin normale dingen gebeuren. Lees je ongeconcentreerd, dan lees je eroverheen dat Angaju verdrinkt (ja, lezer, Abelone had drie kinderen). Het geeft de lezer de vrijheid om zelf te bepalen dat hij van het gedrag van de personages vindt, en welke handelingen de doorslag gaven, en het nodigt uit tot een gesprek in een boekenleesclubje.

Erik-Jan Hummel

Iben Mondrup – Tabita. Vertaald door Bart Kraamer. Querido, Amsterdam. 352 blz. € 23,99.