Op bedevaart naar Madonna

Elke avond ga ik wandelen, maar als het weer het toelaat, maak ik ook een paar keer week een fietstocht. Zondag kwam ik een bord tegen waarop de plaatsnaam ‘Belgiek’ stond geschreven. Instant glimlach op mijn gezicht: ik was dus aangekomen in België. Ik googelde ‘Belgiek’ en kwam te weten dat de naam zelfs ouder is dan België: ‘Den Belgiek’, de bakkerij met herberg en winkel erbij, opende al in 1816 – toen België nog deel van de Nederlanden was en de plaatselijke bakker al blijk gaf van zijn Belgisch-nationalistische gevoelens. De wijk die er later ontstond, kreeg dezelfde naam.

Thuis ging ik op zoek naar nog meer mooie of opmerkelijke plaatsnamen. Dit zijn mijn drie favorieten (bron: HLN.be)

1. Madonna. Een gehucht in Langemark-Poelkapelle. Tot 1936 heette het nog gewoon Boskanter, maar in 1938 vond de pastoor dat de parochie een nieuwe naam moest krijgen. Die pastoor is toen aan cafébazin Maria Vuylsteke-Vanlerberghe gaan vragen of ze het dorp naar haar café ‘Madonna’ mochten noemen.

2. Bekaf in Aarschot. Volgens de overlevering zou de stad Aarschot genoemd zijn naar de plek waar de Romeinse keizer Aurelianus een arend schoot – Arendschot is dus Aarschot geworden. Precies waar de snavel van de gevelde arend de grond raakte, ontstond de wijk Bekaf.

3. De Ondank in ‘mijn’ eigen Tielt
Ondank is een plaatsje tussen Tielt en Ruiselede en verwijst naar de naam van een voormalig café dat op het kruispunt gevestigd was. Die naam verwijst dan weer naar een oude West-Vlaamse uitdrukking ‘nen ondank halen’ – de mogelijke repercussies als je iets verkeerd doet. Vandaar ook de naam van het café: na het werk gingen de mannen er hun laatste centen opdrinken, ook al was de kans groot dat ze zich daarmee ‘nen ondank’ of – concreter – een mep van de deegrol op de hals haalden als ze thuis kwamen.

Het lijken fictieve plaatsnamen, en ze deden me denken aan mijn favoriete fictieve plaatsnamen uit de literatuur. Er is natuurlijk Zweinsveld in Harry Potter, maar ik hou ook van Nooitgedachtland uit Peter Pan en zou weleens naar Katoren willen reizen in de jeugdboeken van Jan Terlouw.

Drie van de vier romans die ik schreef spelen zich af in mijn eigen woonplaats Tielt. Dat leverde me van een Vlaamse recensent een paar keer de kritiek op dat het Heimatliteratuur is, terwijl geen enkele Nederlandse recensent daar met een woord over repte. Sommigen leven nog blijkbaar altijd met de idee dat wanneer iets niet fictief is, het geen literatuur kan zijn. Die mogen wat mij betreft op bedevaart naar Madonna, waar hun zonden hen zullen vergeven worden.

Ann De Craemer