weer een onhoorbare doodsrochel
van een vlinder, de vorige vloog niet
weg toen ik hem vanaf een krant
naar buiten blies, hij kroop maar

op een muur en verwaaide en nu
fladderen nieuwe vleugels meer
door de deur dan het mij lukt hem
te raken, ik zou er haast –

of anders in de muis die het zout at
dat rode wijnvlekken bestreed en ik
in een bakje onder de kraan onwetend
het leven redde, barmhartig verzoop

Erik-Jan Hummel