Mensen hadden de keus

Principiële hooglopende ruzie over een puntdak. Het gebeurde in de rumoerige jaren van het interbellum, toen nieuwe inzichten en opvattingen hard botsten met traditionele overtuigingen. Harald Jähner schreef met Hoogteroes een tweede zeer gedegen hedendaagse kijk op Duitsland en de Duitsers, nu over de jaren tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Niet alleen het dramatische wapengekletter en alles wat daar uit voortkwam tekenden die jaren, maar ook de drang om een nieuwe tijd te omarmen.

Geschiedenis is geen statische dode letter, wat geweest is beweegt mee met wat we later zijn gaan zien en vinden. Hoogteroes is er een mooi voorbeeld van. Harald Jähner, die eerder kritiek en publiek overtuigde met Wolfstijd, over Duitsland en de Duitsers in de tijd vlak na de Tweede Wereldoorlog, kun je wel de Duitse Geert Mak noemen, een onderzoeker met een duidelijke vertelstem. Anders dan in het verleden, toen geschiedenis nog vaak een kwestie was van objectief geachte feiten en gebeurtenissen ordenen, analyseert en interpreteert Jähner en zoekt hij naar verbindingen tussen ontwikkelingen, ook kleine, om die als nieuw gegeven te laten spreken en er destijdse namen aan te verbinden, zoals in dit geval onder anderen Erika Mann:

In de lifestylebladen werd de magische combinatie van vrouw en auto steeds opnieuw voor het voetlicht gebracht. Die was hét signaal dat de geschiedenis kantelde. De nieuwe tijd kwam aanscheuren met een vrouw achter het stuur. […] Vrouwen als Erika Mann vonden het heerlijk om hard te rijden. De auto zorgde voor kansengelijkheid voor de geslachten; de moderne vrouw kon ermee aan haar klassieke rol ontsnappen.

En uiteraard zijn er talrijke paralellen met onze tijd voor wie het wil zien. En zich er door kan laten verontrusten, want de periode van Hoogteroes eindigde zoals bekend in een van de verschrikkelijkste die Duitsland en de wereld ooit doormaakten. Bij woedende discussies over wel of niet een puntdak schiet je als eenentwintigste-eeuwer in eerste instantie in de lach, tot je je realiseert dat het daar uiteraard niet om ging.

Alles draaide om diametraal tegengestelde maatschappijopvattingen en die werden destijds tot het uiterste op de spits gedreven. Toen Walter Gropius, de sociaaldemocratische directeur van het Bauhaus, pleitte voor nieuwe vormen en materialen, stikte de rechts-radicale architect Paul Schultze-Naumburg bijna van woede, want hij zag zulke vernieuwing als ongewenste overwoekering van het ‘historisch erfgoed’ van het noordse cultuurgebied door internationaal modernisme. Heimat eiste hij, geen ‘vreemde smetten’.

Toch wil Jähner, oud-journalist en tegenwoordig bijzonder hoogleraar culturele journalistiek aan de Universität der Künste in Berlijn, graag ook benadrukken dat de twee het over andere zaken best eens konden zijn, bijvoorbeeld aangaande hun beider afkeer van smakeloze protserigheid. Maar de maatschappelijke sfeer was zo ‘verpolitiekt’ dat steeds de verschillen werden opgezocht.

Het is maar één aspect van Jähners omvangrijke cultuur- en mentaliteitsonderzoek, met meer dan honderd bladzijden aan noten, bibliografie, verantwoording en personenregister, waarbij je onwillekeurig aan onze eigen tijd moet denken. De namen en thema’s zijn anders, maar de verbetenheid en onwil om ook andermans argumenten mee te wegen, uitmondend in vaak niet meer te overbruggen tegenstellingen, komen griezelig bekend voor. Net als de daar misschien wel mee samenhangende zoektocht naar een vorm van houvast en troost door ‘zingeving’:

De inflatie had in de bestaanservaring van de mensen een leeg, onveilig terrein achtergelaten dat moest worden verkend, in kaart gebracht en ‘veroverd’. Dat gevoel werd breed gedeeld, maar verschillend beleefd. Waarmee kon dit vacuüm gevuld worden? Evangelisten kregen de wind in de zeilen. Obscure beweringen en samenzweringstheorieën raakten steeds verder verbreid. Waarzeggerij, psychokinese en esoterie werden enorm populair. Er ontstonden steeds weer nieuwe rages, die grote wonderen beloofden van kleine dingen.

Het is altijd oppassen om niet te vervallen in ‘de geschiedenis herhaalt zich’, want die benadering vergeet de talloze tijdspecifieke aspecten die tot een heel andere uitkomst kunnen leiden, maar de grote lijnen zijn niettemin herkenbaar. Zoals de hang naar rumoer en spektakel, het bewust zoeken van de harde confrontatie, de steeds luidere roep om radicale verandering, de buitensporige rol van de amusementsindustrie, de politiek geëxploiteerde tegenstellingen tussen stad en regio, ook de aandacht voor emancipatie van vrouwen, minderheden, alsmede genderkwesties en de daar weer op volgende conservatieve reactie. Waarbij dus niet vergeten mag worden dat Jähner schrijft vanuit onze tijd. Ook zijn blik is onvermijdelijk subjectief.

Hij staat uitgebreid stil bij de uiteenlopende opvattingen in die tijd van de verschillende bevolkingsgroepen, die zich allengs meer bewust werden van hun eigen specifieke rol en betekenis in de samenleving. Vaak met grote aandacht voor het uiterlijk, denk aan het gilet:

Zelfs de kolensjouwer sleept zijn vuile last in een driedelig pak door de stad en draagt een wit overhemd onder zijn gilet. Alleen in gevallen waar dienstkleding, klederdracht of een overall zijn voorgeschreven, is er geen gilet te zien, zoals bij de douanier, de postbode, de predikant, de soldaat, de corpsstudent en de meester-banketbakker. De rest draagt het uniform van burgerlijke gelijkheid – bankiers, burgers en boeren. Al verraden hun gezichten, hun lichaamshouding en hun handen de soms extreme verschillen in maatschappelijke positie […].

Hoogteroes, de titel verwijst naar de als bijna oneindig ervaren nieuwe mogelijkheden, manifesteerde zich in vrijwel alles, niet zelden in exuberante stijl, wat uiteindelijk tot munitie kon dienen voor de nationaal-socialisten. Jähner volgt de jaren van het interbellum, geïllustreerd met veel informatieve en fraaie foto’s, chronologisch per thema. Van de uit de Eerste Wereldoorlog teruggekeerde, verslagen soldaten, de giga-inflatie en de charlestonjaren tot de crisistijd, uitmondend in de komst van Hitler als rijkskanselier. Steeds met de maatschappelijke thermometer in de aanslag, want fluctuerende fenomenen als onbehagen, zelfvertrouwen of angst kunnen ontwikkelingen veroorzaken, waar geen bestuurder of machthebber nog iets tegen kan uitrichten.

Dergelijke ongrijpbare stemmingen manipuleren voor het eigenbelang is dus ook een sinister spel met vuur, valt daaruit te leren. Je ervan bewust zijn dat dit veelvuldig gebeurt aan beide kanten van het politieke spectrum, is al een goed begin om het ergste te voorkomen. ‘Mensen hadden de keus,’ schrijft Jähner, ‘ieder voor zich, niet in de laatste plaats in het stemhokje’.

André Keikes

Harald Jähner – Hoogteroes. Vertaald door Anne Folkertsma en Ralph Aarnout. De Arbeiderspers, Amsterdam. 624 blz. €37,50.