Zaterdagmiddag. Ik parkeer mijn fiets, als een buurtgenoot op mij afgebeend komt. ‘Heb jij een probleem met mij,’ vraagt hij, de mondhoeken naar beneden. Een vraag als een natte krant. Het simpele antwoord is nee. Maar ik begrijp de vraag niet en verlaat het defensief waarin ik ben geduwd met een wedervraag. Het blijkt mijn vaak norse gelaatsuitdrukking te zijn. Ik nodig de man uit voor een kop koffie en besluit tijdens het fietsen minder naar het nieuws te luisteren.