Een manier om het onzegbare te zeggen

Dat tweede- en derde generaties oorlogsslachtoffers de trauma’s van hun (groot-)ouders nog steeds kunnen meedragen is waarschijnlijk genoegzaam bekend. Ook in de literatuur spelen erfenissen van ellende een rol. Heel poëtisch zagen we dat bijvoorbeeld in de bijzondere dichtbundel Hogere natuurkunde van Ellen Deckwitz. Maar dat die derde generatie ook de toekomst van overlevende slachtoffers kan voorvoelen, beleven we mee in de korte, ruim honderd bladzijden tellende roman Shtetl City van de jonge Franse auteur Joachim Schnerf (1987).

Samuel is nog een kind als hij met zijn iets oudere zus Tania en hun neef Michaël op vakantie in de Vogezen zogenaamd op zoek gaat naar oudtante Rosa, die in de woestijn van Texas haar cabaret Camp Camp drijft. Ze hebben haast want ze willen nog vóór de laatste voorstelling bij Rosa zijn, die ze alleen kennen uit de verhalen van haar jongere broer, hun grootvader. Het is natuurlijk een fantasiespel; zij zijn in Frankrijk en tante woont in Amerika. Maar het spel beslaat wel een goed deel van de roman.


In een andere fase van zijn leven, meer in het heden, treffen we Samuel ’s nachts alleen thuis. Hij kan nauwelijks slapen, want de volgende dag mag hij zijn vrouw Léna met hun net geboren kind ophalen uit de kraamkliniek. Hij bereidt zich voor hoe hij zijn zoontje van meet af aan zal voeden met de verhalen die niet vergeten mogen worden.

En nog wat later in de chronologie is Rosa zich inderdaad aan het voorbereiden op haar allerlaatste voorstelling in het cabaret in Shtetl City.

Shtetl City is het plaatsje in Texas waar Rosa na de Tweede Wereldoorlog haar eerste houten huis bouwde, in de jaren vijftig uitgebreid met een zaaltje voor Cabaret Camp Camp. Pas daarna kwam de rest van de stad: een saloon met hotel, winkels, huizen. Toch draait het verhaal niet in de eerste plaats om dat vreemde stadje. Het gaat vooral over Samuel en Rosa, en over onuitgesproken herinneringen. De Franse titel Le cabaret des mémoires dekt de titel beter. De indirecte confrontatie met het verleden kondigt zich al in de eerste regels aan:

De gang die leidt naar de kleedkamer hangt vol krantenknipsels en vergeelde foto’s. Portretten van beroemdheden die in het cabaret kwamen optreden, Poolse landschappen, de besneeuwde Klaagmuur, oude vrouwen in Haifa die meedingen naar de titel van Miss overlevende van de Holocaust. Deze plaatjes, sommige ingelijst, andere niet, zijn een voorbode van de rariteitenverzameling, verscholen achter Rosa’s kleedkamer, die ze voor en na elke voorstelling in zich opneemt via de spiegel van haar kaptafel – zelden kijkt ze deze herinneringen rechtstreeks aan.

Rosa is de laatste overlevende van vernietigingskamp Auschwitz. Na de oorlog is ze in haar eentje naar Texas vertrokken met achterlating van haar jongere broer en van het schuldige continent Europa. In haar cabaret vertelt ze avond aan avond, na het voorprogramma, het verhaal van haar jeugd, zonder expliciet op de gebeurtenissen in het kamp in te gaan. Ze beperkt zich tot een eenvoudige opsomming, die aan het eind van haar monoloog indrukwekkend genoeg is.

De drie levens: de jongere en de oudere Samuel, en Rosa draaien om en langs elkaar als planeten rond een onnoembare zon. Het levert een kleine, verdrietige, maar tegelijkertijd schitterende roman op. De vlekkeloze en warm invoelende vertaling is van Liesbeth van Nes.

Jan de Jong

Joachim Schnerf – Shtetl City. Vertaald door Liesbeth van Nes. Cossee, Amsterdam. 112 blz. € 21,99.