‘Door mensenhanden gemaakt en ook de mens voorstellend’

Het platform Elders literair biedt een podium aan schrijvers voor wie op een of andere manier in hun werk het ‘niet hier’ een essentiële rol speelt. Dat podium is breed, want iedere kunstenaar, wellicht met uitzondering van de performancekunstenaar, trekt zich terug uit het ‘hier’ in zijn verbeelding. Hoewel ‘Elders’ misschien ver weg klinkt, is het, volgens het voorwoord in het tweede papieren nummer van 2023, soms ook dichtbij. Dit nummer gaat onder andere over rouw, melancholie, gevangenschap, rondtrekkende dromers, film en beeldende kunst. Het is fraai vormgegeven en laat inderdaad een breed scala aan tekst en beeld zien.

Het begint met het mysterieuze verhaal ‘Eiland’ van Elisa Veini. Leander, die net in de haven terugkomt na zijn tweewekelijkse boodschappen op het vasteland, ontmoet een onbekend meisje dat voor hem vooral wartaal uitslaat. Stukje bij beetje komt er een verbinding tussen beiden tot stand, en niet alleen tussen hen, maar ook met hun beider verleden. Het is prettig dat er zo veel nog in te vullen valt in het verhaal en dat het daarmee een beroep doet op de verbeelding.

In ‘De metafysica van het verlangen’ brengt dichter Jonas Bruyneel de lezer naar een jongen met wangen van marmer, die zittend op het zuiltje tegen de zon in tuurt naar het halfrond van de havenkom: ‘Hij droomt landen waar steden van glas en straten uitgestrekt zijn, gepolijst en helder’. Beschrijft de dichter een marmeren beeld, of heeft hij zelf uit taal een jongen gebeeldhouwd, vol verlangen naar liefde en verbinding met de ander? Het gedicht werpt een bijzonder licht op het woord ‘metafysica’.

De bijzondere collages van Ilona Verhoeven brengen de kijker in werelden van foto’s waarin natuur en mens op raadselachtige wijze in elkaar schuiven, waardoor er verbindingen worden gelegd die vervreemden en aan het denken zetten.

Niet alle teksten zijn even geslaagd. Sommige doen denken aan de schoolkrant van vroeger, waarin de schrijver misschien net iets te veel zijn best doet om een mooi verhaal te schrijven en alles invult voor de lezer, die dan zijn verbeelding niet meer nodig heeft.

Bijzonder is het project van Hanz Mirck met foto’s van Jeroen Taalman, ‘Tussen Binnen en buiten’, waarbij ze doordringen tot in het diepste wezen van de gevangenis. Van het project dat zeer waarschijnlijk binnenkort als geheel zal verschijnen, zijn enkele foto’s en fragmenten in dit nummer opgenomen. De fragmenten roepen een wereld op van gedachten en beelden die niet alleen de wereld van de gevangenen spiegelt, maar ook die van onszelf:

Hier is het bewijs dat ik iets goed deed. Hier staat mijn naam, dezelfde naam, een ander iemand. Door de tralies voor mijn raam zie ik hoe mijn tijd verdergaat zonder mij. Nu nog. Alleen zo kan de wereld ons langzaam vergeven. Iedere nacht wordt de afstand groter tot het moment, straks kan ik het van alle kanten bekijken.

Ook de foto’s zijn kleine werelden tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ waarin vensters, deuren, en de doorkijk tussen twee benen ons een vervreemdende blik op de ruimte geven.

Het mooist van alle verhalen vind ik ‘Het dek’ van Arjen van Meijgaard, dat met een tekst van nog geen bladzijde lang een ruimte aan mogelijkheden in onze verbeelding bouwt door de focus op een ‘bankje zonder mensen’ op het achterdek van een schip. Zo vind ik een verhaal op z’n mooist, als wat er staat een magische verbinding aangaat met wat er niet staat. Daarvoor moet de schrijver een stapje terugdoen en niet alles geven. Misschien wel alles geven, maar dat deels omzetten in stilte, waardoor hij voor de lezer een ruimte creëert die uitnodigt tot verwondering.

Precies dat is waarom ook de ‘koppen van Frank’ van een zo wonderlijke schoonheid zijn, waarvan enkele in dit nummer staan afgedrukt. Je ziet brokken van koppen uit verschillende materialen tegen een zwarte achtergrond. De koppen hebben bijzondere structuren en de lichtval geeft bepaalde delen een accent. Je ziet hier en daar een aanzet tot een gelaatstrek, maar veelal moet je ernaar raden. Diederik Gerlach schreef er een prachtig essay bij: ‘Misschien zou je Franks koppen als meteorieten moeten beschouwen, door mensenhanden gemaakt en ook de mens voorstellend: een eenzame acteur in de tijd, een glinstering in het zwart.’

Al met al biedt dit nummer van Elders literair genoeg om je enkele uren aan te laven. Dat er wat mindere teksten tussen zitten, doet niet per se af aan de kwaliteit, omdat het wonderschone er juist daardoor uitspringt. Bovendien is het tijdschrift op deze manier geen eindstation, maar biedt het een open podium voor nieuwe kunstenaars en schrijvers, die zich nog verder zullen bekwamen in het vak: werk in uitvoering waarbij de lezer en kijker voor even worden meegenomen.

Dietske Geerlings

Elders literair 2023-2. Uitgeverij In de Knipscheer, Haarlem. 68 blz. € 15,00.