Een monument voor alledaagse mensen

In deze tijden van oorlog is Oekraïne een dankbaar onderwerp voor een roman. Ook in de Nederlandse literatuur. Ruim twee jaar geleden imponeerde Lisa Weeda met haar debuutroman Aleksandra over haar Oekraïense familie en eind vorig jaar verscheen De onzichtbaren, de tweede roman van Frank Nellen. Schijnbaar niet zo autobiografisch als het boek van Lisa Weeda, maar vol van verhalen over alledaagse Oekraïners die de loop van de geschiedenis misschien niet hebben bepaald, maar wel de echte mens en zijn bestaan tonen, aldus de protagonisten. Een van hen – een man genaamd Dani – zit aan het begin van de roman nachtenlang aan zijn radio gekluisterd in zijn appartement in Kiev. Het is 1994 en tijdens een van die nachten hoort hij ineens de stem van zijn jeugdvriend Pavel Oleksandrovitsj Dorosjenko.

De stem van Pavel brengt Dani niet alleen terug naar de laatste keer dat hij hem zag, vijf jaar geleden bij een indrukwekkende toespraak in de universiteitsbibliotheek van Kiev, maar ook naar zijn jeugd. Hij groeide op in Taranivka, een klein dorp ten noorden van Kiev. Later zal blijken dat dit dorp dichtbij Tsjernobyl ligt, maar als Dani op de basisschool zit, is de kernramp nog ver weg. En het is aan het eind van de basisschool, in 1971, dat Pavel op een ‘kille dag in september’ verschijnt. Omdat zijn vader, zijn moeder en zijn oom vroeg zijn overleden, trok hij in bij mevrouw Janovitsj, zijn oudtante die tegenover Dani en zijn ouders woont.

De dag van zijn aankomst liep ik voorbij op straat. Door het openstaande raam zag ik hem op zijn nieuwe bed liggen, lezend in een boek. Hij had iets ongrijpbaars over zich. Het viel me meteen op, tijdens die paar tellen dat ik langs zijn raam liep en hem voor het eerst zag. Ik kon het niet benoemen, en toch was het daar.

Vanaf dat moment is Dani gefascineerd door Pavel, die een ooglapje over zijn linkeroog draagt en met zijn helblauwe rechteroog anderen indringend aankijkt. Op school ontwikkelt hij zich al snel tot een lichtend voorbeeld voor de andere jongens. En een lieveling van de strenge, barse juf. Ontroerend en hilarisch is de scène waarin hij klasgenoot Igor redt door met uitgestreken gezicht een fout antwoord op een som te herhalen. Hij vertelt de jongens uit de klas verhalen uit de vele boeken die hij leest. Verhalen over ‘gebeurtenissen en personen ver buiten onze streek, over werelden die fonkelden van avontuurlijkheid’, maar wel steeds over heldhaftige Sovjetburgers. Iedereen luistert naar hem, met zijn stem en zijn ene oog het klassieke voorbeeld van een charismatisch mens.

Als Pavel Igor en Dani meeneemt op een wandeltocht door de natuur, ontdekken ze de ruige schoonheid van de omgeving en de loutering van een hele dag bewegen in de buitenlucht. Later vangen ze ook een grote meerval uit een volgelopen afgraving waar volgens dorpsgenoten een monster huist, een gedetailleerd en heroïsch beschreven scène die leest als een jongensboek. Zo bezorgt Pavel Dani’s jeugd een glans die hij zich nog lang heugt en beseft hij wat Pavel met zijn verhalen wilde overbrengen:

De verhalen waren geen feitelijke verslagen. Verstopt achter zijn woorden lag een overtuiging, samengesteld uit opvattingen die niet zozeer gingen over hoe de dingen waren, maar over hoe ze moesten zijn. Het waren waarden die hij had uitgedragen. Anti-imperialisme, heldhaftigheid, de onvermoeibaarheid van het proletariaat – dat soort dingen. (…) Hij had ons in een richting bewogen. Tussen zijn woorden door was het socialisme onze oren binnengeglipt. Hij was een viroejoetsji, een aanhanger. Een gelover.

Jaren later, als Dani inmiddels in de twintig is, getrouwd en de technische beroepsschool heeft afgerond, werkt hij samen met Igor in een lampenfabriek. Een typische communistische setting waarin de arbeiders af en toe geen idee hebben voor wie en waarom ze precies werken, veel wodka drinken om de troosteloosheid en de winterkou door te komen en de boel alleen compleet wordt opgeruimd wanneer er een partijbons op bezoek komt. Wrang en geestig beschreven door Nellen. Ook hier duikt Pavel op: in de vorm van een model van een vieve sovjetarbeider op een grote vlag. Als het vervolgens 1986 wordt, is dan toch de tijd aangebroken dat het noodlot toeslaat:

Sovjetburgers! Een ernstige natuurramp heeft zich voorgedaan nabij Pripjat! De Communistische Partij en het leger hebben besloten tot tijdelijke evacuatie! (…) Sluit deuren en ramen! (…) U zult spoedig terugkeren!

Dat gebeurt nooit, want we weten natuurlijk dondersgoed wat voor ‘natuurramp’ er plaatsvond. Dani belandt in Kiev. En eigenlijk begint dan het verhaal pas echt. Want Dani wil Pavel weer spreken. Er was in Kiev namelijk iets opmerkelijks gebeurd: Pavel hield in de universiteitsbibliotheek een vlammende verhandeling waarin hij de Sovjet Unie en het socialisme met de grond gelijk maakte: ‘Moskou werd aan het spit geregen en  niemand maakte bezwaar’. Daarna verdwijnt hij van de radar. En als Dani tijdens zijn nachtbrakende luistersessies ineens Pavels stem hoort, opnieuw verhalen vertellend, maar nu van gewone, alledaagse Oekraïners, weet hij wat hem te doen staat.

De zoektocht naar Pavel vormt het spannende laatste deel van de roman en is tegelijkertijd een zoektocht naar de ommekeer in Pavels denkbeelden als een ontdekking naar hoe het mis ging met de Sovjet Unie. De onzichtbaren is doordrenkt van tot de verbeelding sprekende verhalen, spannende avonturen en levendige taferelen, geschreven in een sterke, soepele stijl vol vaart, vertelplezier en humor. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat de schrijver van dit alles zelf een soort Pavel is, naar wiens verhalen je met grote graagte luistert. En die een van de betere romans van 2023 schreef.

Martijn Nicolaas

Frank Nellen – De onzichtbaren. Hollands Diep, Amsterdam. 256 blz. € 22,99.