De onderstaande recensie van Amsterdam werd voor het eerst gepubliceerd in 1998.

Euthanasie voor een plot

Wanneer een vriend vraagt, mocht de tijd daar zijn, je te helpen met euthanasie, dan moet je zo’n vriend volledig vertrouwen. In Amsterdam van Ian McEwan wordt die vraag gesteld. Alhoewel het boek begint met de dood en ermee eindigt, is euthanasie toch niet zo belangrijk in het boek: het lijkt erbij gesleept te zijn om een plot rond te kunnen maken over vriendschap die eindigt in vijandschap.

Vernon Halliday, hoofdredacteur die zijn krant wat sensationeler probeert te maken, krijgt van de componist Clive Linley het verzoek om hem in de toekomst te helpen met euthanasie. Er bestaat een oude vriendschapsband tussen hen, onder meer omdat ze dezelfde vrouw ooit als minnares hadden. Die vrouw, Molly Lane is na een ziekte overleden. Vernon gaat in op het verzoek van Clive, mits deze hem ook helpt met euthanasie, mocht zijn tijd gekomen zijn.

Maar direct nadat beide heren zo bereidwillig hebben toegestemd in elkaars verzoek, rijst er een conflict tussen hen beiden. Vernon krijgt foto’s in handen die Molly Lane heeft genomen van de minister van buitenlandse zaken in uitdagende vrouwenkleren. Vernon voert een strijd binnen zijn krant om de foto’s gepubliceerd te krijgen. Clive raadt de publicatie af. De ruzie brengt beiden tot razernij. Vernon vraagt steun en krijgt die niet en Clive raakt uit zijn doen door de ruzie, zodat hij nauwelijks de deadline kan halen waarop hij een mooie milleniumsymphonie moet inleveren.

Niet zozeer euthanasie is in dit boek het thema, maar meer de tegenstelling tussen botsende karakters en culturen. Waar de een in wolken loopt door alleen over muziek na te denken, is de ander een gevecht aan het voeren om de oplagecijfers van zijn krant omhoog te krikken met ranzig nieuws. Maar in het gehele boek komt geen enkele verhaallijn echt uit de verf. De strijd op de krant is zo waarachtig als een televisieserie over het maken van nieuws. Redacties zitten vol oude mopperpotten en jonge managerachtige types die je in de rug aanvallen. Van de verhouding die beide mannen met Molly Lane hebben gehad, komen slechts flarden herinneringen terug. De ruzie tussen de mannen speelt zich voornamelijk af in de hoofden van de twee, zonder dat het tot een echt treffen komt.

Totaal ongeloofwaardig is het einde van het boek. Beide mannen weten, dankzij een artikel in de krant van Vernon, dat je in Nederland artsen hebt die voor veel geld medicijnen verkopen om euthanasie te plegen. Clive gaat naar Amsterdam om de repetities van zijn teleurstellende symphonie bij te wonen; Vernon komt ook. En hop: alle draadjes van het plot komen weer bijeen in een einde waar de doorsnee detectiveschrijver zich kapot voor zou schamen.

Ik ben een bewonderaar van McEwan. Hij kan als geen ander binnen een bladzijde een sfeer weergeven die je niet vergeet; ook in dit verhaal zijn er van die bladzijden aan te wijzen. Maar als die sfeerbeelden hangen aan een mager verhaal, dan missen die beelden hun uitwerking. Tot verrassing van velen, ook McEwan zelf, won Amsterdam de Bookerprize 1998. De jury moest een slechte dag hebben gehad.

Coen Peppelenbos

Ian McEwan – Amsterdam. Vertaald door Rien Verhoef. De Harmonie, Amsterdam, 190 blz.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 15 januari 1999.