Leven is het zaad van de zonde

Na een inzinking in 2012 probeert schrijver Yiyun Li een einde aan haar leven te maken. Dat mislukt. Tot tweemaal toe. In haar prachtige essaybundel Dear Friend, from My Life I Write to You in Your Life uit 2017, waarin zelfmoord een belangrijk onderwerp is, schrijft ze: ‘Death, except for someone entirely isolated, is always a personal moment made public. Suicide, among the most private decisions one can make, is often taken over by the public.’

Dat laatste is het geval bij schrijvers die zelfmoord begingen, zoals Anne Sexton, Sylvia Plath en Édouard Levé. Hun werk en hun levenseinde zijn met elkaar verbonden. Tien dagen nadat Levé het manuscript van zijn boek Zelfmoord heeft ingeleverd bij zijn uitgever, maakt hij een einde aan zijn leven. Soms klinkt zijn boek als een vooraankondiging van zijn vrijwillige dood: ‘In je voorkeur voor kort en bondig heb je in plaats van een eind te maken aan alle begonnen werk, een eind gemaakt aan jezelf.’

In haar roman The Bell Jar schreef Plath over haar mislukte zelfmoordpoging en ook ‘Wanting to Die’, misschien wel Sextons bekendste gedicht, gaat over suïcide. ‘One writes about what haunts one,’ schrijft Li. ‘Thus looked at, no one is exempt from being autobiographical.’

Ook de Japanse schrijver Osamu Dazai past in het rijtje schrijvers waarvan het oeuvre is verknoopt met het levenseinde. Na een aantal mislukte pogingen, slaagt Dazai er in 1948 in zijn leven te beëindigen. Op 19 juni 1948, de dag dat Dazai negenendertig zou zijn geworden, wordt hij samen met zijn minnares Tomie Yamzaki gevonden in het kanaal Tamagawa Josui. Een paar weken daarvoor was Als mens mislukt verschenen, de roman die nu voor het eerst in het Nederlands is vertaald door Luk Van Haute.

In Zelfmoord schrijft Levé: ‘Dat je je ongeschikt voelde voor de wereld verbaasde je niet, wel verbaasde het je dat de wereld een wezen had kunnen voortbrengen dat zich daar niet thuis voelde.’ Ook Dazai’s hoofdpersoon Yozo Oba voelt zich een vreemdeling; hij snapt niks van zijn medemensen en de wereld, die hij beschouwt als ‘een plek van bodemloze gruwel.’ Het lukt Yozo niet om verbinding te maken met andere mensen, door zijn mensenvrees is hij nauwelijks in staat om een gesprek met iemand anders te voeren. Om zich staande te houden gaat hij zich gedragen als een clown.

Sidderend en bevend van angst voor de mensen en zonder greintje zelfvertrouwen in mijn eigen woorden en daden als mens, verstopte ik zo mijn eenzame kwellingen in een doosje in mijn borst, en om die somberte, die nervositeit angstvallig verborgen te houden veinsde ik onschuldig optimisme en vervolmaakte mezelf gaandeweg als buitenbeentje.

Yozo is geboren op het platteland en komt uit een welgestelde familie. Zijn gezondheid is al sinds zijn kindertijd zwak. Later zal hij naar schoolgaan in Tokio en daar ontdekt hij drank, drugs en prostituees. Een korte periode begeeft hij zich in communistische kringen, maar een doorgewinterde marxist wordt hij niet.

Als mens mislukt is een raamvertelling; de drie notitieboekjes van Yozo zijn ingekapseld in een voor- en nabericht waarin een naamloze verteller verhaalt hoe hij aan die drie schriften is gekomen. Deze vorm verklaart de vluchtige stijl van de roman. Wat we lezen zijn immers Yozo’s aantekeningen. Bij Dazai is het alle ballen op de expressie en door die directe en ongekunstelde stijl is de roman onevenwichtig. Soms werken die rauwe, ongepolijste zinnen goed, dan is de taal een krachtige uitdrukking van een getormenteerde geest, maar er zijn ook momenten dat het allemaal iets te dramatisch is verwoord.

Het is de vraag hoe betrouwbaar Yozo als verteller is. Al sinds zijn kindertijd doet hij alsof en hangt hij de clown uit: ‘Ik was, met andere woorden, al snel een kind geworden dat nooit de waarheid sprak.’ Eén ding staat echter buiten kijf: leven is voor Yozo een marteling. Elke ademhaling doet pijn, zijn hartslag is een kwellende beat. Met zijn onverbloemde zinnen windt hij er geen doekjes om:

Er is tevens de volksuitdrukking ‘krassen op je ziel hebben’. Bij mij verschenen die krassen spontaan al in de wieg en in plaats van weer dicht te groeien met het ouder worden, werden ze alleen maar dieper, tot ze het bot bereikten en de pijn nacht in nacht uit telkens weer de gedaante aannam van een andere hel.

Hij wordt geteisterd door schuldbesef, schaamte, angst en somberheid. Drank en drugs moeten de ellende dempen en al snel kan Yozo niet meer zonder verdoving. In Tokio ontmoet hij Tsuneko en samen ondernemen ze een zelfmoordpoging. Ze springen in de zee bij Kamakura. Yozo overleeft het, maar Tsuneko sterft. Hij wordt verstoten door zijn familie en begint wat geld te verdienen met tekenen van cartoons.

De ellende wordt steeds heftiger: ‘Ik leidde het leven van een sufferd, zelfs de wilskracht om zelfmoord te plegen had ik verloren.’ Hij is zelfs zo apathisch dat hij niet ingrijpt als hij ziet dat zijn vriendin Yoshi wordt aangerand. Ook dat nog. Nee, Yozo is niet een personage dat je makkelijk omarmt. Ondanks al dat leed. Slechts één nacht is hij gelukkig geweest. Toen hij ’s ochtends zijn ogen opende was het weer een dikke shitzooi. Met zoveel doodsdrift in je lijf houd je het niet lang uit. Yozo begint met het spuiten van morfine en dat is het begin van het einde. Wat volgt zijn de meest mistroostige regels van de roman:

Ik wil dood, meer dan ooit wil ik dood, er is geen weg terug, wat ik ook probeer, wat ik ook doe, het haalt niets uit, het zorgt enkel voor nog meer lagen schaamte, fietsen naar een waterval tussen frisgroen lover, daar hoef ik niet op te hopen, ik stapel de ene walgelijke zonde op de andere verachtelijke zonde, mijn lijden wordt alleen maar groter en heviger, ik wil dood, ik moet dood, leven is het zaad van de zonde…

Of Yozo nog leeft, vraagt de naamloze verteller in het nabericht aan de vrouw die hem de drie boekjes overhandigt. Ze weet het niet. Maar wie zijn notities heeft gelezen weet: Yozo leeft niet meer, dat kan niet anders. Hij moet wel een natuurlijke dood zijn gestorven, want, zo schrijft Jean Améry in zijn filosofische essay De hand aan zichzelf slaan: ‘Wat is suïcide anders dan een natuurlijke dood? Het schallende ‘nee’ op het schetterende, verpletterende echec van het bestaan.’

Koen Schouwenburg

Osamu Dazai – Als mens mislukt. Vertaald door Luk van Haute. Cossee, Amsterdam. 188 blz. €22,99.

Luister ook de podcast over Als mens mislukt

Praten over zelfmoord kan gratis, anoniem en 24/7 bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon: 0800-0113. Of chat op www.113.nl