De studiezaal in de Haarlemse bibliotheek

De studiezaal op de zolder van de Haarlemse bibliotheek (vier eeuwenoude houten trappen omhoog) is, na mijn schrijfbureau, mijn favoriete verblijfplaats. De AH in de Drossestraat is een substituut en in feite even onontbeerlijk, maar de bonus die de studiezaal mij biedt is meer waard dan die van Albert Heijn.

Deze rechthoekige zaal, gehuld in gedempt licht en afgedekt door een eeuwenoude dak structuur van zware eikenhouten balken, trekt mij aan, te midden van zoveel studerende scholieren. De rust en orde die er heerst wordt door de studenten, m/v, stilzwijgend aangenomen.

Het zouden mijn leerlingen kunnen zijn uit de hoogste klassen van het Stedelijk Gymnasium, maar dan minstens zeventien jaar geleden, toen ik de school, na dertig jaar, verliet.

Men zit aan grote tafels, geplaatst door het midden van de zaal, met elektrische contacten voor de laptops, en langs de wanden aan een brede houten rand, voorzien van per zitplaats onafhankelijk te bedienen verlichting.
        Veel laptops, veel hoofdtelefoons of witte plastic ‘oortjes’, en veel drinkflacons of metalen thermosflesjes, die geruisloos worden gebruikt. Als ik in die volle zaal plaatsneem, als oude man, dan word ik bevangen door een aangenaam gevoel van verbondenheid, alsof ik hun leraar weer ben.

Het is alsof het verleden mij hier de hand reikt in plaats van mij wegtrekt in een eenzame duisternis, mij een vertroostend licht verschaft in de schemering van mijn bestaan.

L.H. Wiener