Droomgevechten

‘Daddy goes Marvel.’ Zo introduceert de zoon van Wout Wensink de postume roman van zijn vader. Daarin blikt de zevenenzestigjarige schrijver terug op zijn jeugd – eind jaren zestig, begin jaren zeventig – waarin de mysterieuze Katja geïntroduceerd wordt op school. Wout is nog een kind, maar voelt zich direct aangetrokken tot haar al zijn zijn ouders wat minder blij met de nieuwe vriendschap. Er is wat met haar moeder (kanker) en naar later blijkt ook met haar (kanker).

Wat volgt, is beschreven als een lange nachtelijke droom van Wout, waarin hij samen met Katja naar een andere wereld overstapt om Meneer L te vinden. Meneer L (Lucifer) belichaamt het kwaad in de wereld en moet dus bestreden worden. Onderweg komen ze nog wel Meneer G (God, maar het kan ook de schrijver Godijn zijn die de schepper is van dit verhaal) tegen, maar of ze veel aan hem hebben in de strijd is zeer de vraag.

Godijn gebruikt een fantasydecor waarin achtervolgingen in barre landschappen en gevechten met hellehonden plaatsvinden die voldoen aan het genre en waarin de helden ondanks uitzichtloze situaties toch altijd weer ontsnappen. Er wordt verwezen naar Harry Potter waarin een soortgelijke strijd tegen het kwaad wordt gevoerd. Tegelijkertijd is deze roman haast een parodie op het genre. Je blijft je er als lezer bewust van dat je in de nachtmerrie van een kind bent terechtgekomen die in een droom een gevecht probeert te winnen voor een zieke vriendin die in werkelijkheid niet gewonnen kan worden. Zo wordt de strijd van witte bloedlichaampjes tegen indringers in de fantasiewereld een strijd waarin witte figuren Katje proberen te overmeesteren door haar, en Wout, pillen te laten slikken. Ze ontkomen ternauwernood.

Dat je niet echt wordt meegesleurd wordt in het avontuur komt door de vertelstem van de oudere Wout Wensink die telkens commentaar levert op zijn jongere ik, zoals ‘(Ja, er was óók een verschil, kom ik zo op terug.)’ En een halve pagina later: ‘(ik zéi toch dat ik erop terug zou komen)’. Die onderbrekingen zorgen er eveneens voor dat je je als lezer moeilijk kunt identificeren. Je bent je voortdurend bewust van de constructie.

Meneer L wordt uiteindelijk gevonden en die probeert Wout te verleiden tot een deal. Een beetje duivel kent zijn Faust. Maar je weet bij voorbaat wie er gaat winnen, al tovert Godijn op het einde nog een heel ander slot uit de hoge hoed. Maar dan moet je wel in fictie geloven.

Coen Peppelenbos

Wouter Godijn – Meneer L en het meisje. Atlas Contact, Amsterdam. 382 blz. € 23,99.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden (op papier op 26 februari 2023)