De Franse auteur Maryse Condé (1937 – 2024) is afgelopen nacht overleden, meldt haar echtgenoot. Condé werd in Guadeloupe geboren en stond bekend om haar kritische schrijven over kolonialisme, slavernij en het continent Afrika. De recensie van Tot het water stijgt geeft een goed inkijkje in Condés schrijfstijl en thematiek. Recensent Marjon Nooij schrijft:

Stuk voor stuk zeulen de personages een rugzak vol verdriet en verlies met zich mee, doch verliezen ze nooit de moed om het beste uit het leven te halen. De auteur doet verslag van hun wel en wee, maar laat zich er niet toe verleiden om het sentiment dik aan te zetten; vlecht geestige woordspelingen door haar verhaal en dialogen, wat de toon lichthartig houdt. Het is een meeslepende zoektocht naar identiteit geworden die de gevolgen van ontworteling, armoede, vreemdelingenhaat en corruptie toont.

In 2018 werd Condé bekroond met de Alternatieve Nobelprijs voor de literatuur, nadat de prestigieuze Nobelprijs voor de Literatuur dat jaar niet uitgereikt werd door een seksschandaal in de jury. Condés laatste roman verscheen in 2021 en heet Het evangelie van de nieuwe wereld.

In 2019 interviewde Arjan Peters Condé voor de Volkskrant.

Elke keer wordt mij gevraagd; als u een advies mocht geven aan jonge schrijvers, wat zou u dan zeggen? En dan zeg ik: geen advies! Een schrijver moet origineel zijn. Het is prachtig als mensen geraakt zijn door mijn boeken, maar ik kan ook verbaasd zijn, want ik schreef ze niet voor hen. Soms hoor ik van lezers: ‘Uw verhaal, het lijkt wel of het mijn leven is.’ Daar kan ik om lachen, want ik heb nooit aan iemand anders gedacht dan aan mijzelf. Het bewijst natuurlijk dat mensen, of ze nu blank of zwart zijn, vanbinnen op elkaar lijken, waar ook ter wereld.’