Dan ziet zij ook wit

Wanneer is een roman een thriller, wanneer een literaire thriller en wanneer literatuur? Dit zijn vragen waar een docent Nederlands tegenaan loopt als wordt besloten dat leerlingen maar één thriller voor Nederlands op de lijst mogen zetten. Nu mag Schoon van de Chileense Alia Trabucci Zéran sowieso niet op de lijst voor Nederlands, want niet oorspronkelijke in het Nederlands geschreven, maar ook bij dit boek kwamen deze vragen bij me op. Een oppervlakkige kennismaking met het boek kan de suggestie wekken dat het een thriller is, op de achterflap staat: ‘Schoon begint met een onontkoombaar feit: er is een meisje gestorven.’ Fijn, denkt de docent Nederlands: ik kan het begrip ‘open plek’ uitleggen, en de Engelse term ‘whodunnit’.

Dan begin ik het boek te lezen: een vrouw in een politiecel begint een monoloog. En: ‘Dit verhaal heeft meer dan één begin.’ Daarna volgt een uiteenzetting dat alles wat leeft een ‘rechtmatige doodsoorzaak’ heeft. Dat gaat verder dan de opvatting dat de dood al in het leven ingebakken zit: de manier van sterven zit ook al ingebakken, bijvoorbeeld dat konijn soms letterlijk van angst sterven. Dit is al een laag die ik niet vaak lees in een thriller. Het volgende hoofdstukje (de roman bestaat uit korte, titelloze hoofdstukjes) komt het hoofdpersonage Estela (de openingszin van de roman is: ‘Mijn naam is Estela, horen jullie mij?’ Ik denk aan Moby Dick, maar al in deze zin is een klassenverschil te lezen.) aan bij het gezin waar ze als dienstmeisje gaat werken:

Zij was zwanger, en toen ze de deur opende bekeek ze me van top tot teen vlak voordat ze me de hand drukte: mijn haar, mijn kleding, mijn toen nog witte gympen. Het was een onderzoekende blik, alsof ze op die manier iets belangrijks over me te weten zou komen. Hij keek me niet eens aan. Hij was een berichtje aan het schrijven op zijn mobiel, en zonder op te kijken wees hij naar de deur van de keuken.

De plaats van het dienstmeisje is duidelijk. Ze is er om te dienen, en de dochter op te voeden. Als lezer weet je al dat de dochter zal komen te overlijden, en langzaamaan kom je steeds meer te weten. Een groot verschil met een thriller is dat in deze roman ook nog veel open blijft, veel open plekken worden niet ingevuld. Als lezer probeer je wel te voorspellen waar het meisje aan zal sterven. Als de vader zijn dochter dik noemt en zij niet meer wil eten, als er rattengif in een vuilnisbak wordt gezet, een zwerfhond het huis binnen wordt gelaten, steeds denk je te weten wat er gaat gebeuren. Naar haar ‘rechtmatige doodsoorzaak’ blijft het echter gissen.

Estela’s achtergrond krijgt wat meer kleur: haar zieke moeder krijgt een rol, een nichtje dat voor de moeder zorgt. Protesten van armen tegen de rijken beginnen op de achtergrond en dringen zich steeds meer op de voorgrond, tot ook Estela zich daar bevindt. Hoewel het perspectief steeds bij Estela ligt, wordt in deze personagegedreven roman (ook een reden om het geen thriller te noemen), duidelijk dat Estela ook voor een grote groep have-nots staat. Wat haar toebehoort, wordt haar simpelweg afgenomen. Zo is het eerste woordje van het kind ‘nana’, dat verwijst naar dienstmeisje. De moeder vertelt aan iedereen dat het eerste woord je ‘mama’ was. Als Estela als daad van verzet steentjes in een blender stopt, en de blender ontploft, verliest ze de strijd kansloos. Het zijn de scheve verhoudingen die vrijwel elk hoofdstukje onder spanning zetten. Het zijn ook de scheve verhoudingen die de titel verklaren:

Mevrouw zat heel lang voor de spiegel om zich op te maken. Ze deed een basiscrème op en nog meer crèmes en poeders die haar bleek maakten, ze leek net een porseleinen pop. Het meisje keek soms naar haar vanaf het voeteneind van het bed en imiteerde haar gebaren: opgetrokken wenkbrauwen, getuite lippen, halfgesloten oogleden. Alsof ze een voor een de gezichten probeerde die ze in de toekomst zou gebruiken.
Een keer vroeg ze aan haar moeder waarom ze mij haar make-up niet uitleende.
Dan ziet zij ook wit, zei ze.
Schoon.

Qua spanning doet Schoon niet onder voor een thriller. Voeg daar filosofische overwegingen, poëtische beschrijvingen, oprechte emoties, levensechte personages, een klassenstrijd, een raamvertelling en filmische scènes die realistisch over komen aan toe, dan heb je Schoon, dan heb je een goed boek.

Erik-Jan Hummel

Alia Trabucco Zerán – Schoon. Vertaald door Mariolein Sabarte Belacortu. Meulenhoff, Amsterdam. 256 blz. € 21,99.