Een onvervulde belofte

Tien jaar na de dood van Gabriel García Márquez duikt er onverwacht een nieuw boek van de Zuid-Amerikaanse meesterverteller op. Hoewel Márquez zelf het manuscript niet wilde publiceren (‘Dit boek is niks. Het moet vernietigd worden,’ oordeelde hij), hebben zijn twee zoons, Rodrigo en Ganzalo, na rijp beraad toch besloten het postuum uit te geven. Hun vader, die op 27 april 2014 op 87-jarige leeftijd stierf, leed aan het einde van zijn leven aan Alzheimer en had moeite om coherent te schrijven. Maar toen ze het manuscript waaraan hij in zijn nadagen zo lang had zitten sleutelen, tien jaar later herlazen, vonden ze het beter dan ze zich konden herinneren. Ze bedachten: ‘omdat Gabo [Márquez’ bijnaam] zijn werk niet kon afmaken door het verlies van zijn geestelijke vermogens, kon hij ook niet beseffen hoe goed het was, ondanks de ongerechtigheden.’ Marquez’ redacteur Cristóbal Pera stelde op basis van een aantal versies de uiteindelijke tekst vast van In augustus zien we elkaar. Het was oorspronkelijk bedoeld als onderdeel van een veel dikker boek met nog drie novelles die alle zouden handelen over de liefde tussen oudere mensen.

Hoofdpersoon in In augustus zien we elkaar is een vrouw, wat bijzonder is in het oeuvre van Márquez, die vooral over mannen schreef. Het is de aantrekkelijke Ana Magdalena Bach met de mooie ogen. Ze is als het boek begint zesenveertig jaar oud en heeft zevenentwintig jaar een goed huwelijk met een dirigent waaruit twee getalenteerde kinderen zijn voortgekomen. Kortom, een vrouw voor wie het leven goed is.

Na de dood van haar moeder reist Ana Magdalena Bach ieder jaar op 16 augustus naar een niet nader genoemd afgelegen eiland in de Caribische Zee, waar op de hoogste top haar moeder een laatste rustplaats vond. Ze bezoekt de dodenakker, legt een bos gladiolen bij het graf  en praat haar moeder bij over haar leven in het voorafgaande jaar. Het was haar moeders uitdrukkelijke wens op dit eiland begraven te worden: ‘Het was de enige eenzame plek waar ze zich niet alleen kon voelen.’ Ana Magdalena logeert een nacht op het eiland, de volgende ochtend vertrekt ze per boot weer naar de stad.

Op de avond van een van haar bezoeken aan het eiland besluit Ana Magdalena een minnaar voor een nacht te zoeken. ‘Ze voelde zich ondeugend, vrolijk en tot alles in staat, en mooier door de heilige mix van muziek en gin.’ Ze vraagt een aantrekkelijke man die ze bij het diner ontmoet om mee te gaan naar haar hotelkamer. Na een vurige liefdesnacht vertrekt de minnaar ongemerkt en laat in haar boek een biljet van twintig dollar achter, wat Ana Magdalena een ongemakkelijk gevoel geeft. Toch besluit ze het jaar daarna eenzelfde avontuur aan te gaan, ditmaal met een man die, zoals later blijkt, een seksueel delinquent was. Ze beleeft elk jaar in augustus avontuurtjes met diverse mannen, zoals een advocaat en een man die zegt bisschop te zijn, maar soms besluit ze onverrichter zake naar haar hotelkamer terug te keren. Haar escapades zijn spannend maar brengen haar ook van de wijs en veroorzaken onrust in haar aanvankelijk zo stabiele huwelijk. Ze gaat twijfelen aan de huwelijkstrouw van haar echtgenoot.

Aan het einde van de korte roman wordt duidelijk waarom haar moeder op het afgelegen eiland begraven wilde worden. Ontmoette haar moeder hier een minnaar? ‘Toen pas ving de dochter een glimp op van de reden waarom haar moeder de laatste zes jaar voor haar dood die reisjes maakte met dezelfde hartstocht als waarmee zijzelf nu de hare ondernam. Ze bedacht dat ze er misschien dezelfde reden voor had als haar moeder, en ze was verbijsterd over die parallel.’

In augustus zien we elkaar is netjes, maar niet al te bloemrijk vertaald. Er is één zin waaraan ik me bijzonder stoorde: ‘Er dook een leguaan op uit het struikgewas, hij bleef stokstijf voor haar staan, keek even naar haar en ging er als een haas vandoor.’ Een leguaan die er als een haas vandoor gaat… Een merkwaardige beeldspraak waarvan ik vermoed dat die niet door Márquez is bedacht, maar dat het ongemak in de vertaling zit.

Is In augustus zien we elkaar een goed boek? In handen van de meester op de toppen van zijn kunnen, had het verhaal kunnen uitgroeien tot een fantastische roman, zoals Márquez er zo veel heeft geschreven. Nu is het niet meer dan een onvervulde belofte. Het verhaal is flinterdun en schematisch, de figuren blijven bleek en onuitgewerkt. Als het een debuut van een onbekende schrijver was geweest, had het waarschijnlijk weinig aandacht en enkel wat afwijzende recensies gekregen. Maar voor liefhebbers van het oeuvre van Márquez, waartoe ik mijzelf reken, is het verhaal toch een feest om te lezen omdat het dezelfde sfeer ademt als zijn grote werken, zoals Honderd jaar eenzaamheid en het onvolprezen liefdesepos Liefde in tijden van cholera. Soms fonkelt het meesterschap van Márquez als vanouds, al is het maar in enkele zinnen of passages, maar ze maken In augustus zien we elkaar zeker de moeite van het lezen waard.

Aart Aarsbergen

Gabriel García Márquez – In augustus zien we elkaar. Vertaling Mariolein Sabarte Belacortu; voorwoord Rodrigo en Gonzalo García Barcha, nawoord Cristóbal Pera. Meulenhoff Boekerij, Amsterdam. 128 blz. € 20,99.