Een Nooteboom uit een goed jaar

Cees Nooteboom is overduidelijk aan de laatste fase van zijn schrijverschap begonnen. Iets wat allerminst een nederlaag mag heten als je al 91 jaar op deze aarde rondloopt en een rijk oeuvre hebt nagelaten. Wat nu vooral nog rest is het aan elkaar knopen van losse eindjes. Dat gebeurt overwegend in de vorm van verzamelbundels – zie de recente heruitgave van zijn Spaanse, Franse en Japanse reisverhalen – autobiografische geschriften – zie het monumentale De danser en de monnik – en gelegenheidsuitgave. Zo verschenen er de afgelopen jaren bij uitgeverij Koppernik al een aantal handzame boekjes met essays die nog niet in boekvorm waren gepubliceerd. Dat dit nu niet direct de onmisbare meesterwerken uit Nootebooms oeuvre betreft doet er misschien niet eens zoveel toe. Het zijn vooral hebbedingetjes. Verzamelobjecten voor de echte liefhebber.

Met Nooit gebouwd Nederland leken we weer zo’n liefhebberij in handen te krijgen. Maar het colofon verraadt dat het hier geen recent werk, maar een essay uit 1980 betreft. Niet uit de herfst van Nootebooms carrière dus, maar uit de snikhete zomer. Hetzelfde jaar waarin ook Rituelen uitkwam, tot op de dag van vandaag waarschijnlijk nog steeds zijn beste, of toch op zijn minst meest complete roman. Voor zover uit nogal ingewikkelde ontstaansgeschiedenis van deze publicatie te reconstrueren valt, zou Nooteboom de tekst geschreven hebben op vraag van het Nederlands Documentatiecentrum voor de Bouwkunst ter gelegenheid van een tentoonstelling over niet gebouwde ontwerpen van Nederlandse architecten. Die publicatie is nu in ere hersteld, voorzien van een kort nieuw voorwoord door tentoonstellings-samensteller Cees W. de Jong, die ook de prachtige illustraties in het boek bezorgde.

Nooteboom gaat vervolgens, op de voor hem typische wijze, met dit materiaal aan de haal. Zwalkend langs architecten, filosofen, denkers, schrijvers, maar vooral ook zijn eigen beschouwingen en herinneringen, neemt hij de lezer mee op een pad naar onbestemde verte. Naar een mogelijk antwoord op de vraag wat de waarde van het niet gebouwde zou kunnen zijn:

De essentie van een nooit gebouwd gebouw is dat het er niet is. Het is onzichtbaar, omdat het niet bestaat. Niemand kan erin wonen, niemand kan erlangs lopen, niemand kan het schoonmaken, niemand zal het zich kunnen herinneren, omdat het nooit bestaan heeft. Een ongeboren kind zal de wereld niet veranderen, een ongeschreven boek zet niemand aan het denken, het ongeschilderde schilderij wordt nooit gefotografeerd. Toch is er een verschil tussen het nooit geschrevene en het nooit gebouwde. Het ongeschrevene is hoogstens zichtbaar als notitie, men kan zich een idee vormen over wat de schrijver zou hebben gedaan áls hij gedaan had wat hij wilde: meer niet. In de architectuur ligt dat anders, daar weten we zeker wat de architect gebouwd zou hebben als hij gebouwd had wat hij wilde. Steen of beton, staal of aluminium, de hoogte van het dak, de lengte van de gevel, vorm en kleur, het hele bouwsel staat er, het is bedacht, ontworpen, getekend, het is alleen geen steen geworden, het is er en het is er niet.

Hoewel: wie heel concrete antwoorden op die vraag verwacht, komt bij Nooteboom misschien van een koude kermis thuis. Er worden in Nooit gebouwd Nederland uiteindelijk misschien wel meer vragen opgeworpen dan echte antwoorden gegeven, maar toch weet de schrijver je telkens weer te verlokken om in zijn zoektocht mee te gaan. Dat doet hij allereerst door een meeslepende stijl te hanteren, maar vooral ook door die vragen zo intrigerend te houden dat je als lezer haast vanzelf mee begint te fabuleren. Nooteboom presenteert nooit hapklare brokken, maar nodigt vooral uit tot meedenken. Daarbij zit de kern altijd ergens achter de woorden verstopt. In een punt ver voorbij de horizon.

Nooit gebouwd Nederland is dus weer een vintage Nooteboom. Belezen, erudiet, dromerig, speels, maar in de kern toch vooral mystiek. Wie voor die mystiek allergisch is weet dat waarschijnlijk allang. Zij hebben immers al meer dan 70 jaar de tijd gehad om een boek van Nooteboom open te trekken en er het hunne van te vinden. Maar wie zich nog een keer mee wil laten slepen door de spinsels van de beste Nederlandse schrijver van de vorige eeuw, heeft met dit boek toch weer een kleinood in handen.

Jonathan van der Horst

Cees Nooteboom – Nooit gebouwd Nederland. Koppernik, Amsterdam. 104 blz. € 26,50.