Gedicht: Martijn van Bruggen – De paashaas had mijn vaders kleren aan
De paashaas had mijn vaders kleren aan
ik moest al slapen maar ik stond
op de uitkijk als een haas
zag een silloe-et in de vorm van mijn papa
over de tegels bijna kruipen
de eerste dag was voorbij
volgens mama was hij als een pannenkoek geweest
mijn kleine zusje verwachtte niets nog
alleen ik had het leggen van de eitjes gemist
in de warme handen van mijn papa
dat ze licht gesmolten waren
extra romig
dus van dat silloe-et
sprong ik de lucht open
en landde in de kuil van voorleesbillen
gerustgesteld op mijn matras
de volgende morgen deed ik erg verrast
dat er eitjes in de gieter
en folie bij de kamperfoelie
mijn kleine zusje graaide in de aarde
ik zocht in de kliko
mama opende de schuur
daar misten we een fiets
het kinderzitje lag op zijn zij
als een haastig weggegooide pop
voor etenstijd