Recensie: Lieselot Mariën – Als de dieren
Woorden voor het moederverdriet
Als de dieren van Lieselot Mariën is een rijke, intertekstuele vertelling over zware worstelingen met het moederschap. ‘Negen maanden heb ik je gedragen, en toch voelde het alsof je in enkele seconden dwars door mij heen gevallen was.’ De ik-vertelster spreekt tot haar baby als een jij wanneer ze probeert de woorden te vinden ‘voor dit moederverdriet van mij’. Daarin zoekt ze de vergelijking met verhalen uit de hele wereldgeschiedenis, van hikikomori tot Vincent van Gogh, van martelingen door de CIA tot Alice in Wonderland.
De vertelster daalt af in de onderwereld wanneer de geboorte van haar kind, het wezen van haar kind en alle implicaties van het moederschap haar totaal overvallen. Ze probeert achteraf te analyseren hoe dat is gebeurd en doet dat in twee verhaallijnen, in vormgeving herkenbaar: één van het moment zelf, de tijd met het kind op dat moment beleefd, de andere achteraf en van buitenaf beschouwend. In het verhaal achteraf beschouwt de ik zichzelf alsof ze op het moeilijkste moment buiten zichzelf getreden is.
De vrouw is uitgeput door een baby die maar blijft huilen, ze ervaart afstand tot haar partner Hannes, hij vindt dat ze normaal moet doen, maar het is meer dan dat. Ze heeft alle symptomen van een postnatale depressie, al staan zulke woorden nergens genoemd. Toch zal dit herkenbaar zijn voor wie er ervaring mee heeft, vermoed ik: ‘Dit, de afschuwelijkste aller gedachten, houdt me uit mijn slaap: dat ik moet verdwijnen, omdat ik anders jou en Hannes onherroepelijk zal beschadigen. Ik weet niet welke waanzin er in mij woont, ik weet niet welk vacuüm het merg uit mijn botten trekt, maar ik weet dat er geen genade en geen genezing is.’
Het bevreemdt mij overigens dat het bij de omschrijving (flaptekst) van het boek nergens gaat over het moederschap. Dat is vermoedelijk een keuze van uitgever Das Mag, maar waarom? Marketing, meer mensen hopen te bereiken als ze niet weten dat het over een vrouwelijk onderwerp gaat?
Het verhaal meandert van concrete en herkenbare ervaringen met de baby naar abstracties, beschouwingen van veraf, verhalen uit andere werelden. Ook de concrete zaken zijn niet altijd goed te duiden: ik zou na lezing van de hele roman geen duidelijke tijdlijn kunnen schetsen. Het lijkt me dat dit opzettelijk is, de vrouw is immers ook de weg kwijt, besef van tijd, van perspectief, of zoals ook te lezen valt: ‘Iedereen die ooit beweerde dat de tijd lineair verloopt, werd nooit door een kind uit zijn slaap gehouden.’
Het is mooi geschreven, poëtisch. Bij een dromende baby die in zijn slaap beweegt, beschouwt ze zichzelf:
Ook in mij zitten dingen waar ik geen woorden voor heb. Ze huizen in mij als oude mensen die zich schuchter wegtrekken achter de vitrages van hun stille gevel. Soms staan ze minutenlang stil, proberen ze te bedenken waar ze heen wilden, verschuiven ze ten slotte een stoel of strijken ze een krant glad. Net zo lig ik onder jou, mijn slapend kind, en kan ik me niet herinneren waar ik naar onderweg was.
Er is nog een kleine bijzonderheid die zich soms in taal opdringt: de auteur is een Vlaamse. Dat wist ik niet bij aanvang van het lezen en het zorgt op enkele momenten voor verwarring. Zo komt in het begin van de roman een ‘vroedvrouw’ in het verhaal voor, die na de bevalling het gezin nog ondersteunt. Dat is vreemd, dat doet de kraamverzorgende normaal gesproken, een vroedvrouw is (in Nederland) een verloskundige en die is direct na de bevalling verdwenen. Ik denk wat taalfouten te lezen (‘een manoeuvre dat’) en ik weet pas zeker dat het geen fouten zijn, maar dat het Vlaams is, wanneer ik op pagina 103 lees: ‘Doe zo voort’.
Ik denk aan Kristien Hemmerechts, zij schreef aanvankelijk bewust (Noord-)Nederlands en koos later bewuster voor streektaal (ze schreef hierover in Altijd met uw gezever, gij). Toch denk ik niet dat hier sprake is van streektaal, slechts enkele woorden zijn duidelijk Vlaams. Is er een bewuste keuze gemaakt? En/of waarom meldt de uitgever ook dit gegeven (de achtergrond van de schrijver) niet in de beschrijving van de auteur? Of ergens in het verhaal een eerdere plaatsaanwijzing? Moeten alle associaties met de schrijver zelf gemeden worden, om de schijn van autofictie te mijden? Of is het juist autofictie, maar wil men het niet zo presenteren?
De roman is een rijke intertekstuele vertelling. Het Soemerische verhaal van Inanna is leidmotief. Inanna is niet zomaar een van de mythische figuren met een verhaal in de onderwereld. Inanna is godin van de liefde en vruchtbaarheidsgodin, ze daalde af in de onderwereld en moest bij elke hellepoort iets van zichzelf inleveren tot ze naakt en kwetsbaar veroordeeld werd. Toch kon ze terugkomen, omdat de figuur van haar geestelijke zelf was achtergebleven en in actie kwam. Het is een goed gekozen vergelijking bij dit verhaal over de worstelingen van het moederschap vanwege de inhoud, de lichamelijke kwetsbaarheid, de psychische hellegang, maar ook het achtergebleven zelf. Mariën doseert de vervlechting met het verhaal van Inanna goed.
Het verhaal drukt wel zwaar op het gemoed, soms te zwaar. De afgang in de onderwereld is een lange, helse weg. Verwijzingen naar verhalen over zelfdoding, totale uitputting en verwarring, een partner die het ook niet begrijpt. Waarom vraagt ze niet om hulp? Waarom helpt niemand? Ze is alleen op de wereld, alleen in de hel. Ergens put mij dat als lezer uit. Zeker hoeft het lezen van literatuur niet alleen maar aangenaam te zijn. Toen ik Dat beloof ik van Roxane van Iperen las, had ik zo’n ervaring: komt er nooit een eind aan de ellende? Maar daar was een kind het slachtoffer, hoe had zij zich eruit kunnen trekken? Hier zijn twee intelligente volwassenen in een tijd waarin hulp mogelijk is. Er wordt in het karakter van de hoofdpersoon niet iets geschetst waardoor ik begrijp dat ze niet naar een arts gaat. Ze hebben een sociale omgeving, de hoofdpersoon werkte.
Misschien is dat juist de les, dat moederverdriet iedereen kan overkomen en dat de schaamte en verwarring te groot zijn. Daar de woorden voor vinden, is een hele tour de force en het heeft een bijzonder literair werk opgeleverd.
Michelle van Dijk
Lieselot Mariën – Als de dieren. Das Mag Uitgevers, Amsterdam. 308 blz. €23,99.