Gedicht: Martijn van Bruggen – Storm op zee (Moederdag)
Storm op zee
je zet de klep open
pakt het kannetje er onder vandaan
vult het met water
tot het streepje voor twee personen
je schenkt het die ruimte zonder klep in
het reservoir vult zich je pakt
dat gekke verdiepte lepeltje
schept handenvol gemalen bonen in het filter
je sluit de klep drukt op het knopje
er klinkt gepruttel
terwijl je de witte rozen in de vaas herschikt
je schenkt de koffie in haar roze lievelingsmok met het kleine oor
neemt stiekem alvast een slokje het begint
al af te koelen
hopelijk komt ze snel thuis
volgens de filmkrant is er weer een jonge franse regisseuse opgestaan die kritiek uit op de maatschappij
je wilt erheen – vanavond
kan niet lang meer wachten overweegt haar te bellen
maar altijd als je dat doet klinkt de sleutel in het slot
precies!
(plotseling zijn je ogen nat)
ja je las vanmiddag over de mislukte oogst in brazilië
hoe uiteindelijk altijd de consument en nooit de producent daarvoor opdraait
maar vindt dit wat overdreven dit harde hete huilen
om die zwarte centiliters door de goot
je kan geen andere reden bedenken want
je moeder is niet dood
ze is op vakantie naar aruba
haar vlucht is gecanceld
iedere dag
ze mist je heel erg
maar geniet ook van het azuurblauwe water
ze heeft voor het eerst in haar leven gesnorkeld
zag een zeester en toen nog een
ziet zichzelf erin
op het strand gespreid
en zacht
ze begint al bruin te worden
er komen geen ansichtkaarten meer
want er is een storm op zee
er is een storm op zee
er liggen kusjes op de bodem van de atlantische oceaan
je legt een zandkoekje op haar porseleinen schotel
houdt die heel goed vast
dit moment
je weet hoe breek-
en kostbaar
misschien smaakte het snorkelen naar meer
is ze afgedaald
diep
en donker
op de rug van een zeepaardje
Martijn van Bruggen