Op weg naar het einde

Slagerszoon Rensing is niet te vergelijken met Een slagerszoon met een brilletje van Tom Lanoye, want in tegenstelling tot zijn Vlaamse voorganger is de Groningse variant wel voorbestemd om de zaak over te nemen. Als kind al is Rensing geïnteresseerd in de zaak van zijn vader en bovendien lijkt hij een scherpere neus voor kwaliteit en een grotere vaardigheid in het slachten te hebben. Ossenkop is het debuut van Manik Sarkar, die inmiddels al de Hans Vervoort Prijs heeft gewonnen en voor zijn tweede roman al is overgestapt van uitgeverij Hollands Diep naar Querido.

Ossenkop beschrijft de opkomst en ondergang van een slagerszaak op het Groningse platteland. Rensing is de misschien wat al te stereotiep aangezette, zwijgzame en koppige Groninger die weigert zich over te geven aan dezelfde productieprocessen en mee te gaan in de inferieure, goedkope vleesrotzooi die in de supermarkt wordt aangeboden. Samen met Jacomine die door zijn vader is weggeplukt uit een slagerij in Kollum gaan ze de strijd aan, maar zij heeft al veel eerder door dan hij dat ze vechten tegen de bierkaai.

Bij het lezen van Ossenkop moet je heel erg denken aan de manier waarop Thomas Rosenboom zijn hoofdpersonages voor het blok zet in bijvoorbeeld Publieke werken. Rensing is een strevend personage, maar het falen van zijn pogingen is al op voorhand duidelijk, alleen nog niet voor zichzelf. Als lezer zit je dan ook met het zweet in de handen als Rensing opnieuw naar de bank gaat om een lening af te sluiten voor een idee waarbij je van een afstand al kunt voorvoelen dat het niet zal werken. Zelfs Jacomine, die steeds vaker opereert als de sterke vrouw die tegenwicht probeert te bieden aan de grillen van haar man, kan het tij niet keren.

Sarkar heeft in de roman ook een komische, maar wrange zijlijn ingebouwd, want telkens duikt daar de oud-klasgenoot Jans op bij de toonbank die met een zak vlees aankomt van een of ander dier dat ze dood langs de weg heeft gevonden. En elke keer toont Rensing mededogen met de ietwat verloederde vrouw en gaat hij aan het fileren en uitbenen. Je zou in Ossenkop ook een lichte kritiek kunnen lezen op de consumptiemaatschappij, omdat we als klanten massaal kopen wat goedkoop is. Mensen die nog wel geld hebben om kwaliteit te kopen, weten vaak ook totaal niet wat ze eten, blijkt op het eind van de roman als slager Rensing toch enige concessies heeft gedaan.

Het enige bezwaar tegen Ossenkop is het slothoofdstuk, dat een ongeloofwaardige climax biedt die de roman volgens mij helemaal niet nodig heeft. Voor de rest is dit een sterk debuut dat, om er maar eens een recensentencliché tegenaan te gooien, smaakt naar meer.

Coen Peppelenbos

Manik Sarkar – Ossenkop. Hollands Diep, Amsterdam. 174 blz. € 22,99.