Recensie: Maggie Stiefvater – De luisteraars
Nazi’s in een Amerikaanse luxehotel
De Amerikaanse Maggie Stiefvater is vooral bekend als schrijver van young adult-fictie, maar ze zet nu met De luisteraars de stap naar de fictie voor volwassenen. In De luisteraars mengt Stiefvater historische fictie met magische elementen en een liefdesverhaal. Een gewaagde cocktail die helaas niet helemaal overtuigt.
Het is begin jaren ‘40 en June Hudson is op het toppunt van haar kunnen. Ze is de general manager van hotel Avallon in West Virginia, een luxehotel waar de gasten ‘zo hoog op de sociale ladder stonden dat ze moesten bukken om de zon boven hen langs te laten gaan’. Het hotel draait – grotendeels dankzij June – als een zorgvuldig gesmeerde machine. Maar dat beeld van stille perfectie wordt verstoord. Eind 1941 is er de aanval op Pearl Harbour, de Verenigde Staten raken betrokken bij de Tweede Wereldoorlog en het Avallon moet van de overheid zijn gasten wegsturen om diplomaten van de vijandige Asmogendheden (o.a. Duitsland, Italië en Japan) op te vangen en vast te houden.
Stiefvater heeft duidelijk haar huiswerk gemaakt. Ze heeft documenten nageplozen, ze heeft met mensen uit de sector van de vijfsterrenhotelsgesproken, enz… Het klopt ook. Er zijn effectief in de Verenigde Staten tijdens WOII hotels gebruikt om ‘vijandige’ diplomaten in onder te brengen. De Amerikaanse overheid, met name de FBI, schakelde dan agenten in om die diplomaten in de gaten te houden en af te luisteren. In het boek is die FBI-rol weggelegd voor Tucker Rye Minnick, een wat zonderlinge maar toegewijde FBI-agent. In die toewijding zitten opvallende gelijkenissen met de rol van June als hotelmanager. Zo denkt Tucker op een gegeven moment: ‘Je wilde niets anders dan een nuttig radertje zijn in die schitterende en doelgerichte machine en tot je laatste adem tegen corruptie vechten’.
Tussen agent Tucker en hotelmanager June ontstaat ook een interessante wisselwerking, ook al hebben ze soms andere belangen en prioriteiten. Terwijl de focus van June ligt op het hotel en de nieuwe gasten, moet Tucker alert zijn voor mogelijk vijandige acties en voor bruikbare informatie over de vijand.
Boeken met één centrale en gesloten setting, denk bijvoorbeeld aan verhalen die zich afspelen op een boot of in een klooster, hebben vaak iets speciaal. Dat is hier ook het geval met het Avallon-hotel, een soort ‘tussenplaats’ met eigen sociale codes en afspraken. Een vijfsterrenhotel is sowieso een plaats waar mensen uit verschillende sociale klassen en met verschillende achtergronden elkaar kruisen. Vervang in die afgesloten setting de normale ‘high society’-hotelgasten door diplomaten van vijandige mogendheden en voeg daar wat FBI-agenten aan toe en je krijgt automatisch een interessant spanningsveld. Een spanningsveld dat Stiefvater handig bespeelt met levendige personages.
Net als in haar boeken voor jongvolwassenen gebruikt Stiefvater ook in De luisteraars wat magische elementen. Het hotel herbergt namelijk zoetwaterbronnen en het water uit die bronnen heeft bepaalde krachten. Het water werkt daarbij als een metaforische spiegel voor de buitenwereld: ‘Het water zou je goeds geen als jij het water goeds gaf, en het zou je kwaads geven als jij het water kwaads gaf’. Het hele magische element van het water voegt jammer genoeg weinig toe aan het verhaal. De interessante literair-historische kern van het boek, aangevuld met een liefdesverhaal en de dynamiek tussen de personages, had perfect op zichzelf kunnen staan.
Maarten De Rijk
Maggie Stiefvater – De luisteraars. Vertaald door Lia Belt. Meulenhoff Boekerij, Amsterdam. 333 blz, € 22,99.