Recensie: Teddy Tops – Egelskop
In de tussenruimte
Met haar debuutroman Egelskop brengt Teddy Tops de geschiedschrijving over vrouwen in beweging. Ze laat de naamloze ik-verteller de levens van haar oma’s Levi en Jo herschrijven, vanuit de overtuiging dat haar oma’s ongelukkig stierven, omdat ze geen eigen keuzes konden maken en moesten leven naar wat van hen verwacht werd: ‘Wanneer ze niet mijn opa’s maar elkaar hadden ontmoet, zouden mijn ouders niet geboren zijn, zou ik niet geboren zijn, hadden zij misschien een vol leven kunnen leiden.’
Dat de naamloze ik-verteller zichzelf met het optuigen van deze fictie weg wil cijferen, is niet zonder reden: haar ouders overleden toen ze vier was en niemand heeft haar ooit verteld ‘hoe het moet, dat leven.’ De weinige herinneringen aan haar ouders voelen als verzonnen en iedere keer dat ze die in haar hoofd afspeelt geeft ze ze een net iets ander decor en een iets andere cast. Door de vrouwen uit wie zij is ontstaan een ander verhaal te geven probeert ze grip te krijgen op haar eigen bestaan.
Vanuit deze originele gedachtegang bouwt Tops haar gecondenseerde roman op. Ze laat de ik-verteller in fraai gestileerde zinnen mijmeren over de verhaaldraden die er waren, stilstaan bij de betekenis die hersenspinsels hebben, terwijl in de tussenruimte een andere afloop voor oma Levi, oma Jo én de ik-verteller wordt geconstrueerd.
Tegelijk met het terugblikken op de levens van beide oma’s leren we het trauma van de ik-verteller steeds beter kennen en ervaren we haar grootse gemis. Op haar vierde jaar raakte ze met haar ouders in hun auto te water. Alleen zij overleefde dit ongeluk. Ze kwam bij oma Levi te wonen en de spullen van haar ouders werden in dozen gestopt. Ze vormden ‘een diaspora van verhalen in een taal geschreven die alleen ik nog sprak’.
Ook oma Levi is getekend door tragedie: op tienjarige leeftijd trok alle kleur uit haar leven weg toen haar ouders niet op het schoolplein stonden van de Maimonides Joodse Scholengemeenschap. Daarna woonde ze op verschillende plekken bij mensen die haar wilden verstoppen. En na de oorlog ging ze regelmatig naar de brug waar ze haar moeder op de dag van verdwijning voor het laatst had gezien. ‘Je wist maar nooit.’
In twee delen presenteert Tops ons de poging van de ik-verteller om haar voorgeschiedenis om te vormen. Deel I beslaat ruim 130 van de 160 pagina’s en is getiteld Bovengronds. Het tweede deel heet Ondergronds. In zeven hoofdstukken in die twee delen verblijven we met de ik-verteller en haar ouders in de auto. Ieder hoofdstuk een minuut van hun zinken. Tijd wordt fluïde, omdat de ik-verteller haar voorgeschiedenis voortdurend opnieuw uitvindt, in het nu. Het toont haar schrijnende onvermogen om zelf te leven.
Miriam Piters
Teddy Tops – Egelskop. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 160 blz. €22,99.

