Recensie: Georges Perec met Robert Bober – Ellis Island – Verhalen over ontheemding en hoop
Een tussenstation
In 1979 maakten de schrijver Georges Perec en filmaker Robert Bober een filmdocumentaire over Ellis Island, een klein eilandje in de baai voor New York en het tussenstation voor mensen die naar Amerika wilden emigreren. Van de film is in 1980 ook een boek verschenen dat nu in het Nederlands is vertaald door Rokus Hofstede met de titel Ellis Island – Verhalen over ontheemding en hoop, en van een nawoord is voorzien door Manet van Montfrans.
Via het eilandje kwamen van 1892 tot 1954 bijna 16 miljoen mensen, onder wie veel Joden, de Verenigde Staten binnen. De grootvader van Bober is een van de weinigen die wel op het eilandje aankwam, maar weer werd teruggestuurd, om gezondheidsredenen. Perecs familie vluchtte vanuit Polen naar Parijs en zijn beide ouders en zusje kwamen om tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat was er gebeurd als ze niet naar Parijs, maar naar Amerika waren vertrokken? Zowel Perec als Bober zijn met hun achtergrond als emigrant – Bobers familie emigreerde ook vanuit Duitsland naar Parijs -geïnteresseerd in dit eiland als minuscuul tussenstation naar een ander leven.
Eerst wordt er ingegaan op de algemene achtergrond van het eiland: hoe werd de opvang geregeld en wat konden de emigranten verwachten? Zo gaf men elkaar bijvoorbeeld het advies een Amerikaans klinkende naam op te geven. Een oude Joodse man kreeg de tip de naam Rockenfeller te gebruiken. Toen hem een paar uur later door een ambtenaar naar zijn naam werd gevraagd, was hij die al vergeten en hij antwoordde, in het Jiddisch: ‘Schon vergessen – en zo kwam het dat hij werd ingeschreven onder de zeer Amerikaans aandoende naam Sean Ferguson.’ Perec voegt hieraan toe dat het misschien een te mooi voorbeeld is, maar het geeft aan hoe graag men Amerika in wilde, zelfs een naamsverandering was dan geen probleem.
Het tweede deel van het boek bestaat uit prozagedichten van Perec waarin vooral een opsomming gegeven wordt van feiten en cijfers, zoals welke nationaliteiten de emigranten hadden; de namen van de rederijen die de mensen verscheepten; de ziektes die je niet moest hebben, anders werd je teruggestuurd; de steden waaruit de mensen kwamen.
vijf miljoen emigranten afkomstig uit Italië
vier miljoen emigranten afkomstig uit Ierland
één miljoen emigranten afkomstig uit Zweden
(…)
vierhonderdduizend emigranten afkomstig uit Nederland
zeshonderdduizend emigranten afkomstig uit Frankrijk
driehonderdduizend emigranten afkomstig uit Denemarken
De repetitieve teksten blijven hangen, de opsommingen leggen bloot om hoeveel mensen het ging, wat de gemeenschappelijke redenen waren om naar de VS te komen, maar ook de diverse achtergronden ze hadden. De prachtige paginagrote zwart-witfoto’s van de ruimtes op Ellis Island en van de schepen en mensen, benadrukken de tragiek van de migratie. Net als de foto’s in het derde deel Album. Daarin staan vooral portretten afgebeeld. Vermoeide gezichten vol hoop én angst voor wat er komen gaat. Door de afwezigheid van kleur is duidelijk dat alles zich in een ver verleden afspeelt, maar tegelijk doen de foto’s de lezer beseffen dat immigratie van alle tijden is, omdat mensen altijd op zoek zullen gaan naar een beter leven.
Het laatste deel van het boek bestaat uit elf interviews die Perec afnam bij mensen die via Ellis Island zijn aangekomen. Ze hadden het slecht in Italië, Rusland of Polen en wilden het beter hebben. Dat laatste bestond er vooral uit dat de nieuwe Amerikanen, vaak twintigers of nog jonger, heel hard moesten werken om hun hoofd boven water te houden, maar wel zich hadden op een beter bestaan. Niet iedereen bleef overigens in New York, twee op de drie immigranten trokken verder het land in. Uit de interviews blijkt dat Ellis Island overvol was, sommigen vergeleken het met een veestal, en dat men vaak al familie had die hen op kwam halen. Maar daarna begon het pas: werk zoeken, de taal leren en vooral het nieuwe land als thuisland gaan zien.
Wat overduidelijk uit het boek blijkt is dat niemand voor z’n plezier de overtocht maakte en dat het in de meeste gevallen een laatste strohalm was. Interessant is dat het boek drie tijdlagen laat zien. De immigratie van meer dan honderd jaar geleden, de herinneringen en verhalen van de immigranten eind jaren ’70 en de link die elke lezer zal leggen met de situatie van veel vluchtelingen nu. Bober en Perec hebben zonder het misschien te willen een document gemaakt waardoor mensen die niet op de vlucht zijn, zich kunnen inleven in degenen die dat wel zijn. Heel goed dat dit verhaal nu ook in het Nederlands beschikbaar is.
Arjen van Meijgaard
Georges Perec met Robert Bober – Ellis Island – Verhalen over ontheemding en hoop. Vertaald door Rokus Hofstede. De Arbeiderspers, Amsterdam. 176 blz. € 29.99.
