We zijn allemaal ruimtegebruikers

‘Er moeten buitengewoon ernstige dingen gebeuren, willen we bereid zijn om van plaats te veranderen: oorlogen, hongersnoden, epidemieën,’ schrijft Georges Perec in zijn uit 1974 daterende iconische werk Ruimten rondom. Het is nu weer in het Nederlands verkrijgbaar in de vertaling van Rokus Hofstede, inclusief fraai extra katern oorspronkelijke kladteksten met vertaling en uitleg.

En Perec gaat verder: ‘We acclimatiseren maar moeilijk. Zij die een paar dagen eerder zijn gearriveerd dan jij, kijken je met de nek aan. Je blijft op je eigen stek, met de mensen van je eigen stek. Je praat met heimwee over je kleine dorp, je kleine rivier, het grote mosterdveld dat je kon zien liggen als je afsloeg van de grote weg.’ Het zijn woorden die gemakkelijk associaties oproepen over onze huidige tijd, waarin verhitte discussies plaatsvinden over migratie in al haar vormen.

Natuurlijk kon Perec niet weten hoe de wereld er in 2023 uitziet, hij overleed in 1982, maar zijn kijk op de beweegdrift van de menselijke soort is onmiskenbaar van alle tijden. We zijn er met z’n allen weliswaar veel mobieler op geworden, maar nog steeds keren landverhuizers als dat maar even kan terug naar hun geboortegrond. Het is echter lang niet iedereen gegeven.

Er is veel op te merken over ruimtegebruik en dat is wat Perec zich had voorgenomen met dit dagboek, ‘dat geen dagboek is’, zoals Perec-kenner Manet van Montfrans opmerkt in haar nawoord, waarin zij dit ‘kleinere’ werk in een historische context plaatst tussen Perecs grote experimentele romans. Hierin geen vormdwang, maar dertien hoofdstukken, waarin uiteenlopende vormen van ruimte en ruimtegebruik aan de orde komen. In de wereld, in een land, een stad, een buurt, een appartement, kamer, bed, bladzijde. We zijn allemaal intensieve ruimtegebruikers, maar staan daar niet zo bij stil. Perecs bekende Het leven een gebruiksaanwijzing schemert er al in door.

Perec doet in deze essayistische bundel niet aan zwaartillerij, hij is niet bezig met kunstgeschiedenis of architectuurkritiek, hij speelt losjes met gedachten en inzichten, zoals veel jaren-zeventigers dat graag deden. Het decennium van de spelende mens, die zonder aangeleerde of opgelegde benaderingen, zoals vandaag de dag erg verplichtende usance is, vrij om zich heen durfde te kijken. Om zo toch indrukwekkend diepe lagen aan te boren.

Neem de genoemde gedachten over de mens die zijn geboorte- of oorspronkelijke woonplek verlaat. Het raakt verbazingwekkend aan de hedendaagse houdgreep waarin links en rechts elkaar bij de strot hebben. Nog zo’n stukje Perec:

In 1952 heb ik in Jeruzalem geprobeerd een voet op Jordaanse bodem te zetten, onder het prikkeldraad door; de mensen met wie ik daar was, hielden me tegen: ze zeiden dat er mijnen lagen. Ik zou hoe dan ook Jordanië niet hebben aangeraakt, maar een niets, een no man’s land.

Niet alleen het thema van deze innemende bundel, die heel begrijpelijk nog steeds schrijvers, docenten, beeldend kunstenaars en architecten fascineert, wijst op Perecs betovering door het verschijnsel van de ‘aanraking’, ook de zorgvuldige uitwerking. Jordanië even aan willen raken, herinnert aan de kinderjaren van velen die tijdens een schoolreisje een eerste stap in Duitsland of België wilden zetten. Het is een droom die de menselijke soort aankleeft een nieuwe ruimte in te willen stappen. Het begin van alle reislust.

Montfrans schrijft dat ze bij het lezen van Ruimten rondom Perec soms in gedachten ingehouden hoort lachen. Dat is een mooie constatering, want het plezier van een goede vondst kan dat zo maar losmaken. En daar vind je er heel veel van in dit boek. Bijvoorbeeld dat de aarde verkennen altijd een onbeduidende expeditie zal blijken te zijn (‘nooit meer dan een paar bunders, een paar aren aardoppervlak […] waarvan maar een paar details in onze herinnering zullen beklijven’). Of de overweging dat je niet kunt weten of je je een plaats ‘toe-geëigend’ hebt. Want ‘vanaf welk moment is een plek echt van jou?’

Ruimten rondom, waarin Perec talrijke literaire genres en stijlen gebruikt, heeft na zo vele jaren nog steeds een mythische status. Elk onderdeel ervan is goed voor overpeinzingen. Of nog beter: gesprekken met anderen. Opdat de wrokkig ingenomen stellingen over wat ‘wij’ en ‘zij’ zijn misschien verlaten kunnen worden.

André Keikes

Georges Perec – Ruimten rondom. Vertaald door Rokus Hofstede. De Arbeiderspers – Amsterdam, Antwerpen. 180 blz. €22,50.