Het leven wint altijd

Het is een journalistieke werkwijze, die zijn waarde bewezen heeft: pak een intrigerend aspect uit het brede onderwerp dat je wilt behandelen en gebruik dit als vertrekpunt. De rest van het thema is daar moeiteloos aan te koppelen, maar je hebt je publiek op deze manier alvast geactiveerd. Stefano Mancuso, vermaard wetenschapper op het gebied van plantengedrag en -intelligentie, weet hoe het werkt. Ook weer voor zijn nieuwste publicatie Reizend groen, waarin hij ‘de wonderbaarlijke migratie van planten’ uitlegt. Leep gekoppeld aan de actuele maatschappelijke discussie over menselijke migratiestromen (‘Migratie is een verschijnsel dat je niet kunt tegenhouden.’).

Het verschil tussen oude plantkundeboeken en de vlot geschreven en fraai vormgegeven boekjes van Stefano Mancuso, kan haast niet groter zijn. De Florentijnse hoogleraar behoort tot de experts die niet alleen over grote kennis beschikken, maar daarnaast in staat zijn hun verhaal op een heel toegankelijke manier over te brengen. Bijvoorbeeld door te vertellen hoe een plantje ook graag de trein neemt om honderden kilometers verderop een nieuw bestaan op te bouwen. Hij heeft het dan over de Senecio squalidus, een groeiseltje, dat oorspronkelijk leefde op de vulkanische grond van as en lava op de hellingen van de Etna, maar eind negentiende eeuw tot de eerste en meest enthousiaste gebruikers van het spoor ging behoren.

Het fijne grind dat tussen de rails wordt gestort blijkt onweerstaanbaar te zijn: het doet heel veel denken aan de lava, het as en het zand waarop hij groeide in zijn inmiddels verre geboorteland. Opeens zijn er geen obstakels meer voor een snelle verspreiding van ons plantje. Hij heeft namelijk niet allen de optimale bodem gevonden om op te groeien, maar hij wordt bij zijn verspreiding ook heel goed geholpen door de vele treinen die langskomen. […] De herhaalde en opeenvolgende verplaatsingen dankzij auto’s en treinen die voortdurend over dezelfde wegen rijden, geven Senecio nu precies de mogelijkheden die nodig zijn om zich te vestigen.

De zaden van uiteenlopende planten hebben alle zo hun eigen manier om verder te komen in het leven. Sommige hebben zelfs hun eigen dier, in wiens vacht ze afstanden overbruggen, al is die afhankelijkheid van één soort wel riskant. Als zo’n diersoort mocht uitsterven, is het ook met de plant gedaan. Mancuso verhaalt van de wonderbaarlijke effecten van de kernramp in Tsjernobyl – de biodiversiteit nam toe in dat gebied – en de bomen, die de atoombom op Hiroshima overleefden, Hibakujumoku, waarover hij hoorde van een gediplomeerde Japanse diplomaat (‘Het leven wint altijd!’).

Niet minder frappant is zijn vaststelling dat bomen waarvan we gemakkelijk aannemen dat ze er niet meer zijn, nog steeds leven: de olijfbomen in de Tuin van Getsemane bijvoorbeeld; getuigen van de laatste uren van Jezus. Ook aan de fruitboom in Grantham in Lincolnshire, waarvan de appel viel die Newton hielp zijn theorie van de universele zwaartekracht te formuleren, komen ieder voorjaar nog steeds nieuwe bladeren, en later appels. Bij archeologische opgravingen aan het begin van deze nieuwe eeuw, werden zelfs dadelpalmzaden gevonden, die gedateerd waren rond het begin van onze jaartelling. Twee onderzoekers, Sarah Sallon en Elaine Solowey, wisten ze tot kiemen te brengen.

Reizend groen is echter niet alleen maar een aaneenschakeling van licht anekdotische, plantkundige verhalen. Mancuso gebruikt zijn schriftelijke les, waarin hij soms de neiging niet kan onderdrukken planten en zaden wat te vermenselijken, ook om te waarschuwen:

In de natuur is alles met elkaar verbonden. Deze simpele wet, die de mens niet lijkt te willen begrijpen, heeft een logisch gevolg: het uitsterven van een soort is niet een opzichzelfstaand drama, maar heeft onvoorspelbare consequenties voor het systeem waarvan die soort deel uitmaakt.

En steeds is de mens de boosdoener. Bijvoorbeeld omdat we de aanwezigheid van zaden in vruchten onverdraaglijk vinden en niet willen eten, passen we methoden toe om daar een einde aan te maken, maar eenmaal beroofd van de mogelijkheid om zaad te produceren, is een plant niet langer een levend wezen maar een simpel productiemiddel in handen van de voedselindustrie, stelt Mancuso, en dat is nog niet alles:

Een plant zonder zaden kan zich niet meer voortplanten via de geslachtelijke reproductie, maar alleen vegetatief, door de productie van jonge plantjes die genetisch identieke klonen van de moederplant zijn. De genetische diversiteit van de soort verdwijnt en slechts een paar individuen worden miljoenen keren gereproduceerd. Een parasiet of een ziekte die een van deze individuen treft kan elk van zijn klonen raken. […] 99 procent van de bananen die over de hele wereld worden geproduceerd (zonder zaden natuurlijk) zijn afkomstig van de cultivar Cavendish. Hun genetische eenvormigheid leidt ertoe dat een onlangs ontdekte schimmelziekte waarvoor de cavendishbanaan zeer gevoelig is de gehele wereldpopulatie van bananenbomen bedreigt.

Met de eerder verschenen uitgaven Briljant groen, over ‘de intelligentie van planten’, en Plantenrevolutie over ‘hoe planten onze toekomst bepalen’, alle even stijlvol uitgegeven en voorzien van talrijke literatuurverwijzingen, levert Reizend groen heel geschikt elementair materiaal voor onze maatschappelijke discussie, nu een radicale groene transitie onvermijdelijk is geworden.

André Keikes

Stefano Mancuso – Reizend groen. Vertaald door Etta Maris, met aquarellen van Grisha Fisher, Cossee, Amsterdam. 160 blz. €22,99.