Kluizenaar in de polder

De vader van Jan van Mersbergen leeft nog en toch heeft zijn zoon al een boek over hem geschreven. Er is iets wat hem mateloos fascineert in de man. ‘Alleen zijn en je niet alleen voelen. Gelukkig zijn. En ondertussen veel werk verzetten.’ De vader van Van Mersbergen werkt op een stuk land dat hij ooit in een opwelling heeft gekocht. Twee voetbalvelden groot is zijn bezit en daar doet hij al decennialang aan natuurbehoud in zijn eentje (al helpt de moeder van Van Mersbergen een handje mee).

Jan van Mersbergen is meer het tegenovergestelde type mens; hij opereert het liefst in groepsverband of het nu een gezin of een voetbalclub is. In Mijn pa is nooit alleen onderzoekt Van Mersbergen het leven van meerdere mannen die op een bepaald ogenblik hun bestaan een andere wending hebben gegeven. Dat kan de kluizenaar Sint-Amadour zijn of de fictieve held Robinson Crusoë die schipbreuk leed en op een eiland moest zien te overleven.

De man voor wie Van Mersbergen de meeste bladzijden inruimt is echter de poppenspeler Jozef van den Berg, die bevangen door een religieus besef zijn gezin verliet en op de fiets vertrok om zich te wijden aan de godsdienst. Hij kwam niet ver, want een dorp verderop kreeg hij een lekke band, waarna hij ter plekke een kluizenaar werd.

Mijn pa is nooit alleen is vooral een zoektocht naar de drijfveren van mensen die het in hun eentje rooien. Dat vader Van Mersbergen al zijn vrije tijd opoffert aan het land en bijvoorbeeld niet naar de voetbalwedstrijd van zijn zoon komt, laat zien dat zijn droom elders ligt. Van Mersbergen vergelijkt zijn eigen leven met de andere levens die hij beschrijft. Ook hij is een keer vertrokken bij zijn gezin (zie zijn vorige roman, Een goede moeder), maar hij ging niet in zijn eentje verder.

Al die levens – Van Mersbergen maakt ook nog contact met een zwerver in Amsterdam – citaten uit boeken, interviews, fragmenten uit het logboek van zijn vader, maken een fragmentarisch geheel van dit boek. De parallellen worden soms iets te nadrukkelijk getrokken tussen de poppenspeler, de schrijver en de natuurbeheerder: ‘Mijn pa laat op zijn land zien wie hij is, een hectare als een grote platte zwijgzame polderpop.’

Door de keuzes van zijn vader te begrijpen, kan Van Mersbergen de verholen verwijten over het gebrek aan aandacht in zijn jeugd met gemak de baas. Uit alles blijkt dat hij van zijn vader houdt. Of al die andere levens daarvoor nodig waren om tot dat besef te komen, is zeer de vraag.

Coen Peppelenbos

Jan van Mersbergen – Mijn pa is nooit alleen. Lebowski, Amsterdam. 176 blz. € 21,99.

Deze recensie verscheen eerder in een lichtelijk andere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 18 maart 2022.