[Vanaf nu zal Eric Palmen maandelijks een kroniek verzorgen waarin hij de interessantste biografieën onder de aandacht brengt die op de site Biografieportaal besproken zijn. De linkjes in dit bericht leiden dan ook naar die site.]

2022 was het jaar van de schrijversbiografie

Met recht kunnen we 2022 het jaar van de schrijversbiografie noemen. Aleid Truijens opende de reeks met Leven in de verbeelding. Hella Haase 1918-2011. Truijens schetst het portret van een vrouw die zichtbaar moeite had haar plek te vinden in het leven. Haar huwelijk met Jan van Lelyveld kende verschillende crises, die ze verwerkt heeft in haar romans. Huwelijk betekent strijd, een opgave die tot persoonlijke groei en bewustwording uitnodigt, maar zelden over rozen gaat. Truijens heeft een aantal geheimen over Haasses ogenschijnlijk idyllische jeugd in Indonesië weten te onthullen, waaronder het lidmaatschap van haar vader van de fascistische Nieuwe Indische Beweging. Het schrijverschap bood in zekere zin een vlucht uit de werkelijkheid. ‘Ik kan eigenlijk niet leven en omdat ik niet kan leven, schrijf ik.’ In alle opzichten een leven in de verbeelding.

Ook René / Renate Stoute worstelde zichtbaar met het bestaan, in de eerste plaats met haar genderidentiteit. Volgens David de Poel in Oefeningen in dapperheid. Biografie van René / Renate Stoute is dat de sleutel tot dit leven: verkleding, verslaving, schrijven – in die volgorde. De Poel schetst een schrijnend beeld van het onbegrip dat rondom transseksualiteit in de jaren negentig heerste, toen Stoute besloot een geslachtsveranderende operatie te ondergaan. Ook die was uiteindelijk een oefening in dapperheid. ‘Achter die bravoure school een angstige persoon die zich gevangen voelde in haar schaamte en beperkingen. Om los te breken uit die gevangenis dwong ze zichzelf moedig te zijn,’ schrijft Van der Poel in zijn proloog.

Er verschenen dit jaar twee partiële schrijversbiografieën. In De wording van Gerrit Komrij buigt Arie Pos zich over diens beleving van de jaren zestig en de verkenningen van de ‘homosien’ in de hoofdstad. Komrij zette zijn studie Nederlands al snel op het tweede plan. De reis naar Kreta die hij in 1965 ondernam, op de vlucht voor zijn schuldeisers, was het kantelpunt in zijn leven. Daar besloot hij onvoorwaardelijk voor het schrijverschap te gaan. In 1968, toen hij inmiddels de liefde van zijn leven Charles Hofman had ontmoet, volgde zijn debuutbundel Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten. In Tutti-frutti uit 1972 keek hij geamuseerd terug op zijn Wanderjahre.

Heel zijn leven werd nu anders.

Hij ging doen alsof hij grote
Mensen hoogstpersoonlijk kende.
Hij zei stad wanneer jij blad zei.
Hij zei held wanneer jij speld zei.
Hij zij ach wanneer jij dag zei.

En daarvan wilde hij leven!

Ook partieel: Vaderskind. De oorlog van Renate Rubinstein van Hans Goedkoop. Hoe bepalend was de dood van haar vader die – ondanks de belofte dat ‘der Vati bald wieder nach Hause kommt’ – niet terugkeerde van de kampen. ‘Door uitputting, ziekte of vergassing om het leven gekomen’, berichtte het Rode Kruis in 1947 aan de weduwe. In ieder geval werd waakzaamheid de grondtoon van Rubinsteins oeuvre. ‘Zij was door bedrog omringd,’ merkt Goedkoop in dit boekje van nog geen 160 pagina’s op. Dat vraagt uiteraard om meer: de van-de-wieg-tot-het-graf-biografie, waaraan Goedkoop al bijna dertig jaar werkt.

Dola de Jong, ten slotte, vond in Mirjam van Hengel haar biografe, al is Dola. Over haar schrijverschap en de hele mikmak geen schrijversbiografie in de klassieke betekenis van het woord. Ook dit leven ging verscholen achter de ‘donkere muur van de Holocaust’. De Jong ontsprong met haar feilloze intuïtie net voor de Bezetting de dans, maar kon haar Joodse familie er niet van overtuigen brandhaard Europa te verlaten. Dat drama wierp zijn slagschaduw op haar bestaan in de Verenigde Staten dat ze in alle zorgvuldigheid opbouwde. Het literaire werk waarmee ze het thuisfront verblijdde, werd door mannelijke collega’s als Jan Greshoff en Willem Frederik Hermans niet hoog aangeslagen. Volgens Van Hengel had dat meer te maken met het literaire klimaat in naoorlogs Nederland, waarin machismo de boventoon voerde, dan met de kwaliteit van het oeuvre. Dat is, wat Van Hengel betreft, aan een herwaardering toe.

Eric Palmen is hoofdredacteur van Biografieportaal, het digitale platform voor de biografie in Nederland