‘Straks beginnen die dichters nog te huilen’

De Amsterdamse stadsdichter F. Starik bundelde verslagleggingen van Eenzame uitvaarten en bijhorende gedichten in zijn nieuwe boek Een steek diep. De bundel vertelt 37 keer hetzelfde relaas van de zelfkant van de samenleving. ‘Het gedicht maak ons allemaal medeplichtig.’

In Amsterdam zijn uitvaarten zo’n vijftien keer per jaar ‘eenzaam’: er kunnen geen nabestaanden worden achterhaald, of deze zijn niet in staat of voornemens bij de uitvaart aanwezig te zijn. Het Bureau Uitvaarten van Gemeentewegen doet wat in haar macht ligt om de eenzame uitvaarten ‘gewone’ uitvaarten te laten zijn, al staat er niets over in de gemeentewet: een gemeentekist, drie muziekstukken (‘drie keer licht klassiek’) en een bloemstuk. Alleen een grafsteen ontbreekt. Daar voorziet het budget niet in.

Het idee een dichter een persoonlijk gedicht te laten schrijven en voordragen bij eenzame uitvaarten werd in 2001 bedacht door Bart FM Droog toen hij solliciteerde naar de functie van stadsdichter van Groningen. F. Starik adopteerde het initiatief van Droog al gauw in de hoofdstad. Omdat eenzame uitvaarten in Amsterdam vaker voorkomen dan in Groningen, zag Starik zich genoodzaakt een ‘Poule des Doods’ in het leven te roepen van dichters die bij tourbeurt een eenzame uitvaart voor hun rekening nemen. Dichter van dienst zijn onder andere Eva Gerlach, Neeltje Maria Min en Menno Wigman. ‘Eerst was er aarzeling bij de Gemeentedienst. Ze dachten: dichters zijn van die gevoelige mensen, straks beginnen ze nog te huilen. Maar nu zien de professioneel betrokkenen de dichter als een waardevolle toevoeging. Eerder hadden ze een hekel aan eenzame uitvaarten.’

Rafelranden

Onlangs verscheen Stariks tweede boek met een selectie verslagleggingen van eenzame uitvaarten: Een steek diep (Nieuw Amsterdam). De bundel, die volgens Starik ‘37 keer hetzelfde verhaal’ vertelt, beschrijft het relaas van de zelfkant van de samenleving: vereenzaamde ouderen, veelal ongehuwd en kinderloos, soms pas na weken gevonden (’stank in het trapportaal’), de zelfverkozen dood van een jonge asielzoeker, zwervende alcoholisten, gedumpte lichamen van anonieme bolletjesslikker, slachtoffers van misdrijven, het in plastic gewikkelde in het water drijvende lijkje van een pasgeboren baby, ontheemde immigranten waarvan als er al familie kan worden achterhaald deze geen geld heeft om over te komen of het lichaam te laten verschepen. De tragiek van familievetes en oud zeer. De rafelranden van de samenleving. De anonimiteit die zegening en vloek kan zijn van het grootstedelijk bestaan.

Starik: ‘Het gedicht bij een eenzame uitvaart zie ik als een minimale vorm van beschaving. Ik wil benadrukken dat iedereen een verhaal heeft en de moeite waard is. Een bolletjesslikker is in wezen met niets anders bezig dan met het in de Amerikaanse grondwet verankerde “pursuit of happiness”.’ Ondanks dit maatschappelijk engagement ziet Starik zijn verhalen hoofdzakelijk als literaire miniaturen, als een talig equivalent van de tv-serie Six feet under waarin een begrafenisonderneming centraal staat. Starik: ‘Meer dan bij mijn vorige boek was de literaire kwaliteit van de verhalen en bijhorende gedichten het belangrijkste selectiecriterium.’

Volgens Starik laten de eenzame uitvaarten zien dat poëzie nuttig kan zijn. ‘De uitvaart is het laatste moment dat je met “jij” wordt aangesproken. Daarna verwordt iemand tot een “hij” of “zij”. De uitvaart is daarmee een markering, een overgangsrite tussen leven en dood. Het is dan toch prettig dat er aan je gedacht wordt. Het gedicht maakt de dode minder anoniem. En het maakt ons allemaal medeplichtig.’

Een steek diep is door de minutieuze beschrijvingen ook een kleine sociologie van de uitvaart. Starik: ‘Het is een conservatieve wereld. Men hecht aan routines, stelt er prijs op dat alles netjes verloopt. Er zijn kleine rituelen: vooraf nauwelijks spreken, het rituele kopje koffie achteraf. Deels is het eerbied, maar misschien wapenen de vastigheden je ook tegen de sterfelijkheid.’ Dat neemt niet weg dat een eenzame uitvaart aan kan grijpen. ‘Voor de dichters is het anders dan voor de professioneel betrokkenen. De dichter loopt een week rond met de dode. De uitvaartleider stapt in zijn auto en gaat naar de volgende uitvaart.’

F. Starik (© foto: Jan Glas)

Mediacode

De omgang met de media is altijd een gevoelig onderwerp rond de eenzame uitvaarten geweest. Bart FM Droog laat desgewenst weten: ‘In samenspraak met de Sociale Dienst hebben we bij aanvang van het initiatief afgesproken heel terughoudend te zijn met media. Het kan immers altijd nog voorkomen dat er op het laatste moment wél familie aanwezig is.’ Droog formuleerde een mediacode: er mocht onder geen beding gefilmd worden, radio en schrijvende pers werden alleen onder strikte voorwaarden toegestaan.

In Amsterdam kwam het toch een paar keer voor dat een filmploeg aanwezig was bij een eenzame uitvaart. Starik: ‘Het is een intiem gebeuren waar geen camera’s bij horen. Maar de Sociale Dienst beslist. Die willen ook wel eens op een positievere manier in het nieuws komen dan met computerproblemen en de zoveelste interim-directeur. Het weerspiegelt ook de staat van de maatschappij. De dood is een exhibitionistisch tv-onderwerp geworden.’

Doorgaans oogst het initiatief niets dan lof, maar er klinkt ook kritiek. Toen er sprake was het inzetten van dichters bij eenzame uitvaarten in Almere toonde Burgemeester Jorritsma zich terughoudend, en vroeg zich af wat het nut er van was ‘als niemand het hoort’. Een CDA-fractiemedewerker vond het dan ook ‘geldverspilling’, aangezien de dichters een reguliere vergoeding ontvangen voor hun werk. Starik: ‘Ik vind het ongelooflijk dat je zo’n instrumentele opvatting van de mens kunt hebben. Juist van het CDA had ik verwacht dat ze meer vertrouwen zouden stellen in een opperwezen en een mogelijk hiernamaals.’

En wat als iemand nu zelfbewust gekozen heeft voor een teruggetrokken bestaan? Mag je daar als dichter wel postuum in interveniëren? Starik: ‘Van interveniëren is geen sprake. Wij lichten zo’n levensstijl hooguit toe. Bovendien grijpen veel mensen die nooit een gedicht lezen bij grote levensgebeurtenissen toch naar dichtregels.’

Jurre van den Berg

F. Starik – Een steek diep. Schetsen van verloren levens. Nieuw Amsterdam, 2011. € 16,95.