Jaloersmakende zinnen

Als uitgeverij Vassallucci een bundel verhalen uitgeeft met de titel Naakt dan houd je je hart vast. Is dit het zoveelste boek van laag allooi dat de deuren van de uitgeverij verlaat? Het tegendeel is waar. Naakt van de Amerikaanse schrijver David Sedaris bevat prachtige verhalen en je vraagt je af waarom niemand eerder werk van deze auteur heeft laten vertalen.

Als je alle verhalen achter elkaar leest, merk je dat de hoofdpersonen dezelfde zijn. David, de ik-figuur, groeit op binnen een bekvechtende familie en zoekt daarna zijn weg in het leven. Met hetzelfde gemak zou je Naakt een roman kunnen noemen, omdat de verhalen elkaar opvolgen in tijd. Pas in het laatste verhaal, waarin David letterlijk naakt is omdat hij in een nudistenkamp verblijft, lijkt hij enigszins vrede te krijgen met zijn leven. Daarnaar is David vooral op zoek. Hij probeert het gezin te ontvluchten door verre reizen te maken.

Sedaris verdient met gemak een plaatse tussen Raymond Carver en John Fante. Dat komt vooral door de stijl. Continu duiken er zinnen op die jaloersmakend mooi geschreven zijn. Als de grootmoeder na een ongelukje haar heup gebroken heeft, wil de vader van David haar opnemen in huis. Moeder zegt dan: ‘Nu zal ze waarschijnlijk moeten worden afgemaakt.’ Op zijn reizen komt David niet de meest intelligente mensen tegen. ‘Ik heb nog geprobeerd hem het een en ander bij te brengen, maar erg ver kom je niet met iemand die denkt dat Auschwitz een biermerk is.’ Of zo’n terloopse zin over iemand uit het nudistenkamp: ‘Er viel een zwarte champignon uit de mond van mijn gastvrouw, die op haar borst bleef liggen.’

Nergens zijn de verhalen schokkend: het zijn de gewone gebeurtenissen die Sedaris zo goed weet te beschrijven. De jonge David die continu tics heeft, David als ontluikende homo die een maandlang op vakantiekamp moet, vader neemt de kinderen mee naar golfen; het zijn geen thema’s waar je van wakker ligt. Het is dan ook de stijl die de verhalen uittilt boven het alledaagse. Ze worden benauwend en huiveringwekkend. Op het vakantiekamp beschuldigt David een andere jongen dat hij een flikker is en andersom. Beiden proberen hun seksuele gevoelens te verbergen door met een meisje aan te pappen. En dan komt er weer zo’n geweldige zin: ‘Ze was geen slechte meid, deze Theodora. Op een goede dag zullen de doktoren een manier bedenken om kalverhersenen in de mens te transplanteren, en dan zal ze net zo levendig en intelligent zijn als hij.’ Je kunt aan het citeren blijven. Meer, Vassallucci, meer!

Coen Peppelenbos

David Sedaris – Naakt. Vertaald door Irving Pardoen. Vassallucci, Amsterdam. 300 blz.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant, 7 september 2001.