Dat het dus ook nooit meer beter zal worden dan dit?

Edward Landauer is een succesvol microbioloog. De 42-jarige wetenschapper is begonnen in de tijd van het aids-onderzoek waar hij min of meer bij toeval de ’tovenaarsleerling’ van zijn leermeester wordt: ‘hij bedreef wetenschap op de tast, als een duiker in troebel water.’ Later, als de revolutionaire sprongen in dat onderzoek verdwenen zijn, verlegt hij zijn aandacht naar de vogelgriep.

Het beroep van Landauer is interessant, want net als bij virussen komen er in het leven van de ambitieuze wetenschapper processen voor die uit het niets lijken te ontstaan, maar langzamerhand wel dat leven gaan overheersen. Allereerst is dat de verliefdheid op de 28-jarige Ruth Walta, die bij toeval zijn leven binnenfietst. Een passionele relatie begint.

Tommy Wieringa een mooie jonge vrouwMaar met de liefde wordt nog een ander, onomkeerbaar, proces in werking gesteld: het besef dat hij ouder aan het worden is. Dat merkt hij al aan kleine dingen, zoals leeftijdsgenoten van Ruth die op bezoek komen en hem met u aanspreken. Landauer is niet aan een tweede jeugd begonnen met zijn mooie jonge vrouw. Integendeel:

Hij stelde vast dat Ruth en hij sluipenderwijs in een tragische leeftijdsdynamiek waren terechtgekomen. Zij had zich aan zij leeftijd aangepast, in plaats van aan zijn karakter. Ja, zo was het gegaan: zij werd ouder door hem en hij werd nog ouder dan hij al was door haar.

En dan is er ook nog zijn schoonvader die hem zijn voorland precies kan uittekenen: ‘Over tien jaar is er al twee keer een dokter met zijn vinger bij u binnen geweest om u aan de prostaat te voelen.’

Wieringa heeft zijn novelle knap geconstrueerd. De relatie die zo heftig begint, verkruimelt op het moment dat er een kind komt. Uiteindelijk wordt hij door vrouw en kind – en later ook op zijn werk – afgestoten. Ook hier kun je een vergelijking met virussen maken. Hij trekt in bij de aan lager wal geraakte broer van Ruth, degene op wie hij eerder neerkeek. Hij leidt het leven van iemand die hij eerst verachtte.

Ook in de beschrijving van de seks zie je dat Wieringa elk element in zijn boek betekenisvol kan maken. De complete neergang van Edward zie je aan die scènes af. Vrijen Edward en Ruth eerst open en bloot in de vrije natuur (‘Dat het dus ook nooit meer beter zal worden dan dit?’), later vrijen ze in een doodgravershuisje. Maar het kind komt er alleen door tussenkomst van het laboratorium: Edward trekt zich af in ‘een ziekenhuiskamertje waar beduimelde seksboekjes lagen en een geluidloze film uit de prehistorie van de pornografie’. Tijdens de zwangerschap pleegt Edward overspel met een niet zo mooie vrouw op zijn werk. De plek: een openbare wc: ‘een euro om te pissen is best veel, maar een euro om te neuken is een koopje.’

Er is nog iets interessants aan de hand in dit Boekenweekgeschenk. Aan het begin vind je de hoofdpersonen nog sympathiek. Negentig bladzijden later zijn ze, om uiteenlopende redenen, onsympathiek geworden. Ergens, je kunt niet precies aanwijzen waar, is dat gebeurd. Voor Edward blijft er niets anders over dan de herinnering ‘om… een hart te hebben, een hart dat je in staat stelde tot grote, onbezonnen daden, om vervoerd te raken en je deel te voelen van het leven op aarde…’ Een mooi geschenk!

Coen Peppelenbos

Tommy Wieringa – Een mooie jonge vrouw. CPNB. 94 blz.

Het Boekenweekgeschenk krijgt gratis bij aanschaf van € 12,50 aan Nederlandstalige boeken bij uw boekhandelaar. Ook bij Bol.com (bestel via de banners op Tzum, dan verdienen wij er ook nog een klein beetje aan).